Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Moorlag over het bericht dat er gebrek aan ruimte in de ondergrond is voor het aansluiten van wind- en zonneparken
Vragen van het lid Moorlag (PvdA) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over het bericht dat er gebrek aan ruimte in de ondergrond is voor het aansluiten van wind- en zonneparken (ingezonden 10 december 2019).
Antwoord van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 17 januari
2020).
Vraag 1
Kent u het bericht «Te weinig plek in de ondergrond voor aansluitkabels zon en wind»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Is het waar dat vanwege een gebrek aan ruimte in de grond voor kabels er, naast de
bekende problemen ten aanzien van de transportcapaciteit, de komende jaren een probleem
ontstaat om duurzame energieprojecten aan te sluiten? Zo ja, hoe lang kent u het probleem
al en wat wordt er gedaan om het op te lossen? Zo nee, wat is er dan niet waar?
Antwoord 2
Het is waar dat er afhankelijk van de lokale situatie schaarste kan ontstaan aan ruimte
in de ondergrond voor kabels. Dit probleem is echter niet nieuw en is een onderdeel
van de uitbreidingsopgave in de energie infrastructuur die nodig is om de energietransitie
te faciliteren. Zowel de groei van economische activiteiten als van hernieuwbare elektriciteit
zoals zon en wind, zijn redenen om de elektriciteitsvoorziening uit te breiden. Afhankelijk
van de lokale situatie kan de ruimtelijke component uitdagend zijn en vergt het vroegtijdig
overleg tussen decentrale overheden en netbeheerders in het komen tot de juiste vergunningen.
Daarnaast biedt cable pooling, via de AMvB Crisis- en Herstelwet, lokaal de mogelijkheid
om meerdere duurzame opwekkers op één kabel aan te sluiten waardoor minder kabels
nodig zijn en de beperkte ruimte in de ondergrond optimaal kan worden benut.
Vraag 3
Wat is de aard en de omvang van de problemen met het vinden van ruimte in de ondergrond
voor kabels om duurzame energieprojecten aan te sluiten?
Antwoord 3
De aard en omvang van de problematiek is niet generiek te duiden, gezien het feit
dat deze per elektriciteitsstation en omgeving daarvan varieert. Zo verschilt de ondergrond
van een elektriciteitsstation bij een havengebied van een gebied buiten de gebouwde
omgeving.
De ruimtelijke component, zowel bovengronds als ondergronds, is een relevante factor
bij netuitbreidingen, afhankelijk van de lokale omstandigheden. Elektriciteitsstations
zijn historisch geplaatst nabij een woonwijk of industrieterrein, met het daarbij
behorende transformatorvermogen en op locaties waar voldoende ruimte aanwezig was
voor kabeltracés.
De afgelopen decennia is er gebouwd rondom die locaties en tegelijkertijd is de hoeveelheid
transformatorvermogen binnen stations verhoogd. Dit maakt dat het vinden van nieuwe
kabeltracés voor een bestaand station een uitdaging kan zijn. Het kunnen aanleggen
van voldoende kabeltracés is daarnaast een van de criteria voor het bepalen van de
locatie van nieuwe stations.
Vraag 4
Deelt u de mening van de genoemde netwerkstrateeg dat het probleem bij overheden en
ontwikkelaars onvoldoende bekend is? Zo ja, wat gaat u doen om het probleem onder
de aandacht te laten brengen?
Antwoord 4
Ik deel deze mening niet, omdat dit afhankelijk is van de lokale omstandigheden. Dit
vraagstuk heeft een integrale blik nodig ten aanzien van ruimtelijke inpassing van
zowel opwek, als afname en distributienetten. Er is voor decentrale overheden hier
een belangrijke rol weggelegd in de (RESsen). De RESsen zijn erop gericht de inpassing
van de energietransitie in de leefomgeving op een samenhangende manier vorm te geven,
met betrokkenheid van alle belanghebbende partijen en burgers. Provincies en gemeenten,
daarbij ondersteund door netbeheerders, hebben het voortouw voor het maken van deze
regionale energiestrategieën en zullen er voor zorgen dat de resultaten worden geborgd
in hun omgevingsvisies en omgevingsplannen. Omdat de netbeheerders bij alle RESsen
aan tafel zitten, is het mogelijk om dergelijke problematiek direct in te brengen
bij de ruimtelijke inpassing van duurzame opwek. Ik blijf ook in gesprek met de netbeheerders
om alle uitdagingen binnen de uitbreidingsopgave gezamenlijk onder de aandacht te
houden om de energietransitie te kunnen faciliteren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.