Schriftelijke vragen : De samenwerking van het ministerie van Financiën met kinderopvangbranchevereniging BOinK
Vragen van het lid Van Kooten-Arissen (Van Kooten-Arissen) aan de Minister van Financiën over de samenwerking van het Ministerie van Financiën met kinderopvangbranchevereniging BOinK (ingezonden 10 januari 2020).
Vraag 1
Kent u het bericht «Eindelijk vinden de gedupeerden in toeslagaffaire gehoor»?1
Vraag 2
Waarom is er besloten tot een overeenkomst tussen het Ministerie van Financiën en
de Belangenvereniging van Ouders in de Kinderopvang (BOinK) Kunt u een reconstructie
geven hoe, en onder welke voorwaarden, deze overeenkomst tot stand is gekomen?
Vraag 3
Klopt het dat de selectie van ouders die aanwezig mochten zijn bij dit gesprek via
BOinK is verlopen? Waarom is voor deze aanpak gekozen?
Vraag 4
Wat heeft BOinK in het verleden en in het bijzonder de afgelopen twee jaar concreet
gedaan om de gedupeerde ouders in de toeslagaffaire, waaronder de ouders die onder
Combiteam Aanpak Facilitators 11 (CAF 11) vallen, bij te staan?
Vraag 5
Bent u bekend met de inhoud van de brief die voorzitter Gjalt Jellesma van BOinK heeft
geschreven aan de ouders aan de vooravond het gesprek?2
Vraag 6
Wat vindt u ervan dat de gedupeerde ouders die zo lang niet gehoord zijn, een persverbod
opgelegd krijgen door de organisatie die zegt hun belangen te behartigen en zich opwerpt
als woordvoerder?
Vraag 7
Klopt het dat de gedupeerde ouders eveneens door BOinK gevraagd zijn om de «achterdeur»
te nemen in plaats van de hoofdingang van het ministerie? Zo ja, kunt u zich voorstellen
dat dit pijnlijk is, zeker als mensen zich jarenlang niet gehoord of gezien hebben
gevoeld?
Vraag 8
Hoeveel meldingen van gedupeerde ouders in de toeslagaffaire heeft het meldpunt van
BOinK inmiddels ontvangen? Hoe heeft dit meegewogen in de besluiten omtrent de totstandkoming
van een samenwerkingsovereenkomst tussen het Ministerie van Financiën en BOinK?
Vraag 9
Zijn de gedupeerde ouders in de toeslagaffaire, in het bijzonder CAF 11, geconsulteerd
door het Ministerie van Financiën over de beslissing om met BOinK samen te gaan werken
en deze als officiële belangenbehartiger en woordvoerder te laten optreden? Zo ja,
hoeveel ouders en op welke wijze?
Vraag 10
Bent u ermee bekend op welke wijze BOinK haar rol als woordvoerder van gedupeerde
ouders in de toeslagaffaire, nu en in de toekomst, denkt vorm te geven? Zo ja, kunt
u toelichten hoe BOinK dit gaat invullen?
Vraag 11
Met welke frequentie zit het Ministerie van Financiën met BOinK om de tafel over de
toeslagaffaire of welke plannen zijn daartoe?
Vraag 12
Kunt u aangeven, of bent u bereid uit te zoeken, hoe vaak en op welke wijze tijdens
de gesprekken tussen BOinK, de Belastingdienst en/of het Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid in de afgelopen jaren het hardvochtige beleid van de Belastingdienst
met betrekking tot het stopzetten en terugvorderen van kinderopvangtoeslag is besproken?
Vraag 13
Kunt u verklaren, of bent u bereid te reconstrueren, waarom er naar aanleiding van
ingebrachte signalen van BOinK over de stopzettingen geen actie ondernomen is?
Vraag 14
Kunt u uitleggen, indachtig voorgaande vragen, welke meerwaarde u ziet in een samenwerking
met BOinK bij de inspanningen van het Ministerie van Financiën om de gedupeerde ouders
uit de ellende te helpen?
Indieners
-
Gericht aan
W.B. Hoekstra, minister van Financiën -
Indiener
F.M. van Kooten-Arissen, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.