Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Moorlag over een eerlijke prijs voor voedsel
Vragen van het lid Moorlag (PvdA) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over een eerlijke prijs voor voedsel (ingezonden 5 november 2019).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 17 december
2019)
Vraag 1
Kent u het bericht «Meer betalen voor vlees? Prima, als groenten dan goedkoper worden»?1 en het bericht «Meerderheid Nederlanders kiest voor eerlijke vleesprijs met opbrengst
voor boeren en voor goedkopere groenten en fruit»?2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat consumenten een eerlijker prijs voor vlees, waarin de milieukosten
verdisconteerd worden, zouden moeten gaan betalen mits de opbrengst daarvan gebruikt
wordt als compensatie voor de lagere inkomens en de inkomsten van boeren? Zo ja, welk
beleid voert u of gaat u voeren om hier voor te zorgen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Verduurzaming van ons voedsel en de voedselproductie is een thema dat breed leeft.
Ik vind het belangrijk dat een boer die zijn productieproces verduurzaamt voor zijn
(extra) inspanningen beloond wordt. Deze zomer is het Meerjarenprogramma True Cost Accounting in Agri&Food van start gegaan. In dit programma wordt, samen met maatschappelijke partijen, bedrijven
en kennisinstellingen, nagegaan welke sturingsmogelijkheden er zijn om de waardering
voor gezond en duurzaam voedsel te vergroten en de negatieve externe effecten van
voedselproductie te verminderen. Welke mix of combinatie van instrumenten daarbij
effectief is, zoals bijvoorbeeld het onder voorwaarden verdisconteren van de milieukosten
in de prijs voor vlees, is nog niet duidelijk. Daar moet het meerjarenprogramma meer
inzicht in geven.
Vraag 3
Deelt u de mening dat consumenten dan minder zouden moeten gaan betalen voor gezond
en duurzamer geproduceerd voedsel zoals groenten en fruit? Zo ja, welk beleid voert
u of gaat u voeren om hier voor te zorgen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Het voedselbeleid van dit kabinet is gericht op het stimuleren van de consument om
bij zijn dagelijkse voedselkeuze (vaker) te kiezen voor gezond en duurzaam geproduceerd
voedsel. Een prijsprikkel kan hier aan bijdragen, maar afhankelijk van de hoogte van
de prikkel, is het effect vaak slechts van korte duur als de consument niet ook besef
heeft van nut en noodzaak van duurzaam en gezond voedsel. Daarom zet het kabinet ook
en vooral in op het informeren van consumenten en verhogen van bewustwording over
de herkomst van voedsel, inclusief inspanningen die daarvoor geleverd worden en natuurlijke
hulpbronnen die daarvoor nodig zijn.
Vraag 4
Deelt u de mening dat het genoemde plan kan bijdragen aan het behalen van de doelstellingen
uit het Klimaatakkoord waaronder een verlaging van de vleesconsumptie en een verhoging
van de consumptie van plantaardige eiwitten? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Doel van het Klimaatakkoord is om de afspraken van «Parijs» na te komen en op termijn
de CO2-uitstoot in Nederland substantieel te verlagen. Een klimaatvriendelijke voedselconsumptie
– waaronder vermindering van voedselverspilling, meer consumptie van groente en fruit
en een groter aandeel van plantaardig eiwit in de totale voedselvoorziening – is onderdeel
van het Klimaatakkoord. Hoe ketenpartijen en consumenten te bewegen naar een ander,
duurzamer voedselgedrag is een belangrijke sturingsvraag en onderwerp van onderzoek.
Welke mix of combinatie van instrumenten effectief is, is zoals eerder aangegeven
nog niet duidelijk. Het eerder door mij genoemde Meerjarenprogramma True Cost Accounting in Agri&Food moet daar meer inzicht in geven.
Vraag 5
Bent ook u aangenaam verrast door het feit dat «ruim de helft (52 procent) van de
Nederlanders genoegen [neemt] met een hogere prijs van vlees als de opbrengst daarvan
wordt gebruikt om groenten en fruit goedkoper te maken» en gebruikt zou «worden om
onder meer stikstofproblemen en broeikasgassen tegen te gaan»? Zo ja, waarom en acht
u dit streven realistisch en hoe gaat u hier dan zorg voor dragen? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 5
De enquête die de Tapp Coalitie heeft laten uitvoeren laat zien dat een substantieel
deel van de consumenten bereid is om – onder voorwaarden – een hogere prijs voor vlees
te accepteren. Die voorwaarden zijn belangrijk: opbrengsten van een heffing op vlees
moeten effectief ingezet worden en leiden tot lastenverlichting, verduurzaming van
de landbouw, enz. Voor het kabinet is het juist ook van groot belang dat boeren een
beter inkomen krijgen, zeker waar ze meer kosten maken in het kader van verduurzaming.
Vraag 6
Bent u bereid om met de True Animal Protein Price Coalition (TAPP coalitie) en andere
partijen in de keten zoals vertegenwoordigers van de agrarische sector, voedingsindustrie
en retail in overleg te treden over een andere beprijzing volgens de bovengeschetste
lijn? Zo ja, kunt u de Kamer op de hoogte stellen van de uitkomsten van dit overleg?
Zo, nee waarom niet?
Antwoord 6
Het Meerjarenprogramma True Cost Accounting in Agri&Food zal bestaan uit een Community of Practice (COP), een maatschappelijke klankbordgroep
en een wetenschappelijke adviesraad. Genoemde partijen zullen benaderd worden om deel
uit te maken van de COP en/of de maatschappelijke klankbordgroep. Overigens ben ik
van mening dat een andere beprijzing nooit het doel kan zijn. Een andere beprijzing
zie ik als een mogelijk instrument om samen met keten en maatschappelijke partijen
te komen tot een ecologisch en economisch duurzame wijze van voedselproductie en voedselconsumptie.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.