Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Ploumen over het uitblijven van een gezamenlijke verklaring van de Europese lidstaten aangaande de beleidsverandering van de Verenigde Staten met betrekking tot Israëlische nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever
Vragen van het lid Ploumen (PvdA) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het uitblijven van een gezamenlijke verklaring van de Europese lidstaten aangaande de beleidsverandering van de Verenigde Staten met betrekking tot Israëlische nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever (ingezonden 21 november 2019).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 20 december 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Budapest blocks joint EU statement condemning US shift
on settlements»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe oordeelt u over recente uitspraken van de Amerikaanse Minister van Buitenlandse
Zaken Pompeo dat het bouwen van Israëlische nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever
niet in strijd is met het internationaal recht?
Antwoord 2
Het Nederlandse standpunt is ongewijzigd en het kabinet draagt dat ook actief uit,
zoals ook verwoord in de recente kamerbrief van 26 november, over de uitvoering van
de motie Van Helvert (35 300 V nr. 24) en de motie Voordewind (35 300 V nr. 42). Nederland en de EU beschouwen Israëlische nederzettingen in de sinds 1967 door
Israël bezette gebieden als strijdig met het internationaal recht en een obstakel
voor vrede. Als bezettende mogendheid heeft Israël geen soevereiniteit over deze gebieden
en Nederland en de EU beschouwen deze gebieden niet als een onderdeel van het Israëlische
grondgebied. Nederland en de EU zullen alleen wijzigingen accepteren van de grenzen
van 1967, inclusief in Jeruzalem, als deze overeengekomen zijn door beide partijen.
Vraag 3, 4 en 5
Klopt het dat een poging van de EU-lidstaten om een gezamenlijk statement af te geven
in reactie op deze uitspraken is mislukt doordat lidstaat Hongarije dreigt een veto
uit te spreken?
Bent u het ermee eens dat het van groot belang is dat namens de Europese Unie wordt
benadrukt dat nederzettingen illegaal zijn volgens het internationaal recht, bovendien
niet bijdragen aan stabiele vrede en een twee-statenoplossing onmogelijk maken? Kunt
u uw antwoord toelichten?
Bent u bereid om zich actief in te zetten voor een gezamenlijke verklaring namens
de EU-lidstaten, eventueel met de overige 27 lidstaten? Zo ja, bent u bereid hierover
op zeer korte termijn contact te zoeken met uw ambtsgenoten?
Antwoord op vragen 3, 4 en 5
Het kabinet hecht aan EU-eensgezindheid op het Midden-Oosten Vredesproces en de naleving
van internationaal recht. In dit kader acht het kabinet het van belang dat Israël
wordt aangesproken op de voortdurende uitbreiding van de illegale nederzettingen,
in lijn met de motie Van Helvert.
De Hoge Vertegenwoordiger heeft direct na de verklaring van Secretary of State Pompeo
namens de EU het standpunt herhaald, zoals ook door Nederland uitgedragen (zie tevens
het antwoord op vraag 2). Hiervoor is geen expliciete instemming van de lidstaten
vereist.
Tevens hebben de EU lidstaten die momenteel lid zijn van de VN Veiligheidsraad in
een gezamenlijke verklaring dit gemeenschappelijk standpunt uitgedragen op 20 november
jl.
Vraag 6
Is Nederland, net als Frankrijk, Duitsland en Spanje, van plan een eigen verklaring
naar buiten te brengen? Zo ja, hoe zal deze verklaring luiden en op welke termijn
kan deze worden verwacht? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Zie antwoord op vraag 2.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.