Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Wijngaarden over het artikel ‘Illegaal vlogt en feest op kosten gemeente’
Vragen van het lid Van Wijngaarden (VVD) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het artikel «Illegaal vlogt en feest op kosten gemeente» (ingezonden 9 oktober 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Broekers-Knol (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 12 december
2019). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 570.
Vraag 1
Kent u het artikel «Illegaal vlogt en feest op kosten gemeente»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat vindt u van feit dat belastinggeld van Amsterdammers in dit soort onzin wordt
gestoken? Deelt u de mening dat dat beter kan worden ingezet voor de bevordering van
de bereikbaarheid en het oplossen van de woningnood?
Antwoord 2
In het artikel gaat het specifiek om de besteding van subsidiegeld. Dit is een lokale
aangelegenheid en is onderdeel van de gemeentelijke begroting die door het gemeentebestuur
wordt vastgesteld. Het is niet aan mij, als Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
om hier een oordeel over te vellen.
Vraag 3
Bent u het voorts eens dat gemeenten niet moeten ingaan tegen het landelijk beleid
door nieuwe procedures voor uitgeprocedeerden te financieren? Hoe strijdig is dit
met de afspraken over Landelijke Vreemdelingen Voorzieningen, specifiek ook omdat
deze opvang in eerste instantie gericht is op terugkeer naar het land van herkomst?
Antwoord 3
In het kader van het programma Landelijke Vreemdelingenvoorzieningen (hierna: LVV)
werken Rijk en gemeenten samen om voor het illegale verblijf van vreemdelingen zonder
recht op verblijf of rijksopvang zoveel mogelijk bestendige oplossingen te realiseren.
Onder een bestendige oplossing versta ik vertrek uit Nederland of, uitsluitend indien
de vreemdeling voldoet aan de voorwaarden daarvan, legalisering van verblijf.
De werkwijze in alle pilot-LVV´s is dat lokale convenantspartners, te weten de betrokken
gemeente, de DT&V, de IND, de AVIM en de betrokken NGO, een gezamenlijke beslissing
nemen over het begeleidingsscenario. Mocht legalisering van verblijf door de partners
worden voorgesteld, dan wordt niet per definitie een nieuwe procedure gestart. De
partners, in de eerste plaats de IND, nemen het dossier van de vreemdeling door en
bepalen vervolgens of een nieuw in te dienen verblijfsaanvraag kansrijk is. Zo ja,
dan geldt het gebruikelijke rijksbeleid en gaat een vreemdeling, na indiening van
een asielaanvraag, naar een rijksopvanglocatie. Zo nee, dan wordt ingezet op terugkeer.
Vraag 4
Deelt u de mening dat illegalen het land moeten verlaten in plaats van de taal te
leren en dat dit valse hoop geven is?
Antwoord 4
Ik ben de mening toegedaan dat er een oplossing moet zijn voor vreemdelingen die geen
recht hebben op verblijf of rijksopvang en om uiteenlopende redenen vaak al jaren
illegaal in Nederland verblijven. Deze vreemdelingen kunnen gemeenten immers confronteren
met problematiek rondom zorg en veiligheid. De LVV’s zijn er dus niet om valse hoop
te geven, maar juist om een bestendige oplossing te realiseren die in het merendeel
van de gevallen zal neerkomen op terugkeer.
Vraag 5
Bent u bereid met Amsterdam in overleg te treden om af te dwingen dat subsidiegeld
nooit landelijk beleid onderuit mag halen?
Antwoord 5
De lokale convenantspartners zijn voortdurend met elkaar in gesprek over de vraag
hoe de inspanningen in het kader van LVV zich verhouden tot rijksbeleid. Wat betreft
het door De Telegraaf genoemde subsidiegeld ter waarde van EUR 5,3 mln meldt de gemeente
Amsterdam mij dat dit wordt besteed aan projecten op het terrein van migratie en asiel,
waaronder ook projecten voor vreemdelingen die tot de LVV-populatie behoren. Voor
laatstgenoemde projecten geldt dat de afspraken in het convenant leidend zijn, met
dien verstande dat daadwerkelijke besteding van de gelden aan de gemeente is.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.