Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Hijink over het faillissementen in de verpleeghuiszorg
Vragen van het lid Hijink (SP) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het faillissementen in de verpleeghuiszorg (ingezonden 22 oktober 2019).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 10 december
2019). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 727.
Vraag 1
Wat vindt u ervan dat verpleeghuis het Grotenhuis in Twello failliet is gegaan door
het afkeuren van een fusie door de Autoriteit Consument en Markt (ACM)?1
Antwoord 1
Een faillissement is een vervelende en vaak zeer ingrijpende gebeurtenis voor de direct
betrokkenen, in het bijzonder cliënten en personeel. De gevolgtrekking dat het verpleeghuis
failliet is gegaan door het afkeuren van een fusie door de Autoriteit Consument en
Markt (ACM) deel ik niet. Zo leert de ervaring dat een faillissement veelal een complex
aan oorzaken kent. De ACM heeft de fusie bovendien niet afgekeurd.
Wanneer een fusie bij de ACM wordt gemeld, is het mogelijk dat de ACM geen mededingingsbezwaren
ziet en de fusie direct goedkeurt. Het is echter ook mogelijk dat de ACM wel mogelijke
bezwaren ziet en een vergunningseis stelt. Als de partijen die willen fuseren besluiten
een vergunning aan te vragen, kan de ACM in deze zogenaamde tweede fase, of vergunningsfase,
nader onderzoek doen. De ACM onderzoekt dan wat het voor de markt betekent als de
bedrijven samengaan. Als de fusie of overname geen negatieve gevolgen heeft voor de
concurrentie, dan geeft de ACM een vergunning. Als de concurrentie in gevaar komt
door de fusie of overname en als de uiteindelijke gevolgen voor de patiënt daarmee
ook negatief zijn, geeft de ACM geen vergunning. Er kunnen voorwaarden aan een vergunning
worden verbonden, die erop gericht zijn de mededingingsbezwaren weg te nemen.
De ACM heeft op basis van de fusieaanvraag die is ingediend door Zorggroep Apeldoorn
en Trimenzo geconcludeerd dat er onder andere vervolgonderzoek nodig is naar de gevolgen
van de fusie voor de verpleeghuiszorg voor inwoners van de gemeente Voorst. Nader
onderzoek moet dan uitwijzen of dit inderdaad het geval is en wat de gevolgen zullen
zijn van de fusie voor de prijs en kwaliteit van de verpleeghuiszorg in Voorst. De
aanvragende partijen hebben echter besloten om geen vergunning aan te vragen en de
mogelijkheden voor een nieuwe fusiepartner te onderzoeken.
Vraag 2
Wat vindt u ervan dat zorginstelling Trimenzo eerder failliet ging, omdat de ACM had
besloten dat de kleine organisatie niet mocht worden overgenomen, omdat de markt voor
80-plussers in de desbetreffende gemeente met een overname zou worden verstoord? Kunt
u uw antwoord toelichten?
Antwoord 2
Het verpleeghuis het Grotenhuis in Twello is onderdeel van Trimenzo. Ik deel zoals
in het antwoord op vraag 1 gezegd de conclusie dus niet dat het faillissement is veroorzaakt
door een besluit van de ACM.
Zorgpartijen die willen fuseren moeten zich, boven bepaalde omzetdrempels, melden
bij de ACM. Bij algemene maatregel van bestuur heeft de regering, in afwijking van
de reguliere omzetdrempels, de drempels voor de zorg verlaagd. Sinds 1 januari 2008
moeten ook kleinere partijen in de langdurige zorg die de omzetdrempels halen, fusies
dus melden. De reden voor het verlagen van de drempels is onder meer gelegen in het
feit dat de zorgsector nog in transitie was naar een vraaggestuurd stelsel en dat
de specifieke eigenschappen van de zorg ertoe leiden dat veel zorgaanbieders beschikken
over een zekere mate van marktmacht. Zo hebben zorgaanbieders doorgaans een vertrouwensrelatie
met de patiënt en is in bepaalde onderdelen van de zorg, zoals de langdurige zorg
en maatschappelijke ondersteuning, sprake van kleine relevante geografische markten.
In kleine geografische markten is het mogelijk dat partijen, ook als zij een relatief
lage omzet hebben, beschikken over een aanzienlijke mate van marktmacht met potentieel
nadelige gevolgen voor de kwaliteit en voldoende keuzevrijheid. Om de betaalbaarheid,
kwaliteit en toegankelijkheid van deze zorg voor patiënten en verzekerden te kunnen
waarborgen, is van belang dat ook concentraties tussen zorgaanbieders met een relatief
lage omzet worden getoetst op de gevolgen voor de mededinging.
Vraag 3
Hoe oordeelt u over deze faillissementen als we aan de andere kant zien dat er tienduizenden
verpleeghuisplekken tekort zijn? Kunt u uw antwoord toelichten?2
Antwoord 3
Een faillissement van een instelling is altijd ingrijpend voor zowel de betrokken
medewerkers als de cliënten. Het zorgkantoor heeft zorgplicht en moet zorgdragen voor
voldoende zorgaanbod voor alle cliëntgroepen in de regio. Indien een faillissement
gevolgen heeft voor de continuïteit van zorg in de regio moet het zorgkantoor zorgen
voor een passende oplossing. In antwoord op vraag 6 ga ik nader in op de gevonden
oplossing in deze casus. In mijn brief van 18 oktober jl.3 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de korte termijnacties bij de wachtlijstaanpak
van de verpleeghuiszorg. In december van dit jaar stuur ik uw Kamer een brief waarin
de bouwopgave voor de komende 5 tot 20 jaar zowel landelijk als regionaal in kaart
wordt gebracht. In deze brief zal ik ook schetsen welke aanpak voor de komende jaren
mij voor ogen staat.
Vraag 4
Deelt u de mening dat dit beleid van de ACM te eenzijdig gericht is om de marktwerking
tussen verpleeghuizen in stand te houden en dat er te weinig oog is voor de continuïteit
en kwaliteit van zorg, voldoende personeel en verpleeghuisplaatsen? Kunt u uw antwoord
toelichten?
Antwoord 4
Het fusietoezicht in de zorg heeft als doel te voorkomen dat door fusies en overnames
in de zorg machtsconcentraties ontstaan waardoor de betaalbaarheid, kwaliteit en toegankelijkheid
van zorg onder druk kunnen komen te staan. De ACM toetst fusies binnen het wettelijke
kader dat haar daarvoor gegeven is. Het wettelijk kader biedt mogelijkheden om rekening
te houden met andere belangen dan het belang van keuzevrijheid. Zo kunnen fuserende
partijen een beroep doen op het zogenoemde «efficiëntieverweer» als de verwachte kwaliteitsvoordelen
van een fusie de nadelige gevolgen voor de concurrentie compenseren. En een aanbieder
die zware financiële problemen heeft waarbij een fusie nodig is om een faillissement
te voorkomen, kan een beroep doen op het «reddingsfusieverweer». Als dan blijkt dat
de mededingingssituatie na een overname niet anders is dan na een faillissement, kan
een fusie die de mededinging beperkt toch doorgaan.
Om hier een beroep op te kunnen doen, moeten de fusiepartijen wel aantonen dat er
niet minder concurrentiebeperkende overnamemogelijkheden zouden zijn geweest. Het
is ook mogelijk om tijdelijk toestemming te krijgen voor een fusie, als er, zoals
bij een dreigend faillissement, sprake is van een bijzondere en spoedeisende situatie
met het oog op de continuïteit van zorgverlening – bijvoorbeeld als er groot risico
is op vertrek van personeel. Ook is het mogelijk dat wanneer een fusie tot mededingingsrisico’s
zou leiden, partijen in overleg met de ACM treden met een voorstel voor zogenaamde
remedies, bijvoorbeeld het verkopen van bepaalde locaties. Deze voorwaarden kunnen tegemoetkomen
aan de mededingingsbezwaren waardoor een fusie, onder voorwaarden, toch goedgekeurd
kan worden. Deze aspecten komen doorgaans aan de orde in de tweede fase (vergunningsfase)
van een concentratiebesluit van de ACM. De ACM houdt in de beoordeling van fusieverzoeken,
efficiëntieverweren, reddingsfusieverweren en remedies altijd rekening met de omstandigheden van het geval.
Vraag 5
Wat gaat u doen om te voorkomen dat meer verpleeghuizen in de problemen komen als
gevolg van beslissingen van de ACM? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 5
Zoals ik in voorgaande antwoorden heb beschreven, is er in het fusietoezicht van de
ACM ruimte voor fusiepartijen om oplossingen aan te dragen voor eventuele mededingingsbezwaren
die in eerste instantie door de ACM worden gesignaleerd. Daarbij komt dat het concentratietoezicht
een belangrijke functie heeft in het borgen van de publieke belangen van kwalitatief
goede, toegankelijke en betaalbare zorg.
Vraag 6
Wilt u de Kamer informeren wat er gebeurt met de bewoners en het personeel van verpleeghuis
het Grotenhuis in Twello? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 6
De activiteiten van Trimenzo, waaronder ook de locatie Het Grotenhuis, zijn op basis
van een tijdelijke ontheffing van de ACM overgenomen door Sensire in afwachting van
definitieve besluitvorming van de ACM. Vanaf het moment van faillissement is Sensire
door de curator aangesteld om het dagelijkse zorgmanagement voor hem uit te voeren
en te zorgen voor continuïteit van zorg. De curator heeft in samenspraak met het zorgkantoor
op basis van een overnameprocedure Sensire gekozen om de activiteiten van Trimenzo
voort te zetten. Wat in dit besluit heeft meegewogen is dat Sensire in haar overnamebod
heeft aangegeven de woonvoorzieningen voor bewoners zoveel als mogelijk te continueren
en de zorgmedewerkers van Trimenzo bij gebleken geschiktheid een baan aan te bieden,
waarbij Sensire tevens heeft aangegeven te investeren in de zorg bij Trimenzo op de
lange termijn. Na besluit van de ACM over tijdelijke ontheffing voor Sensire heeft
Sensire de zorgmedewerkers van Trimenzo overgenomen. Deze medewerkers zijn nu in dienst
van Sensire. Inmiddels heeft de ACM de fusie definitief goedgekeurd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.