Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Kuik en Van der Graaf over de uitzending van Undercover Nederland over de misstanden die plaatsvinden in een legale seksinrichting in Doetinchem
Vragen van de leden Kuik (CDA) en Van der Graaf (CU) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de uitzending van Undercover Nederland over de misstanden die plaatsvinden in een legale seksinrichting in Doetinchem (ingezonden 13 november 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Broekers-Knol (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 4 december
2019).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de uitzending van Undercover Nederland «Sekswerkers hebben
in deze seksclub geen leven»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is uw reactie op de aangetoonde misstanden, zoals dat de exploitant weet dat vrouwen
gedwongen worden om als prostituee te werken?
Antwoord 2
Misstanden in de prostitutiebranche moeten hard aangepakt worden. Als een exploitant
er weet van heeft dat prostituees bij hem of haar onder dwang werken, dan betekent
dat in veel gevallen dat de vergunning ingetrokken kan worden. Het is hiervoor noodzakelijk
dat de misstanden daadwerkelijk zijn vastgesteld. Vergunningverlening en toezicht
en handhaving binnen de seksbranche zijn lokale bevoegdheden. Een besluit over een
eventuele sluiting is eveneens een lokale aangelegenheid.
Vraag 3
Deelt u de mening dat seksinrichtingen zoals in Doetinchem – die willens en wetens
misstanden faciliteren – gesloten moeten worden en dat de verantwoordelijken vervolgd
dienen te worden?
Antwoord 3
Indien er sprake is van ernstige overtredingen van vergunningvoorwaarden, ligt het
in de rede een inrichting te sluiten. Een besluit over een eventuele sluiting is als
gezegd een lokale aangelegenheid. Ik heb contact gehad met de gemeente Doetinchem
en heb begrepen dat er zeer regelmatig controles worden uitgevoerd en daar waar nodig
handhavend wordt opgetreden. De bestuurlijke controles hebben geen aanleiding gegeven
voor een strafrechtelijk onderzoek.
Vraag 4
Deelt u de mening dat controlesystematiek van gemeenten niet moet neerkomen op een
afvinklijstje, maar gericht moet zijn op het voorkomen van uitbuiting en misstanden?
Zo ja, in hoeverre heeft u een beeld dat dit ook daadwerkelijk de praktijk is en de
regelgeving zijn doel dient?
Antwoord 4
Ja, die mening deel ik. Mijn indruk is dat gemeenten en politie regelmatig controleren
op de prostitutiebranche en dat daarbij veel oog is voor mogelijke signalen van mensenhandel
en voor andere misstanden. Omdat er echter geen sprake is van een uniform vergunningstelsel
en gemeenten hier zelf invulling aan kunnen geven, doen zich lokale verschillen voor
en kan het zijn dat eisen aan een seksinrichting – bijvoorbeeld met betrekking tot
toegestane werktijden – in de ene gemeente strenger zijn dan in de andere. Het wetsvoorstel
regulering sekswerk dat momenteel ter consultatie ligt, gaat hier verandering in brengen
door een uniforme, landelijke vergunningplicht.
Vraag 5
Wat is uw reactie op de beantwoording van de gemeente dat voor de uitzending van Undercover
Nederland controles zijn gedaan, maar dat er onvoldoende mogelijkheden waren om actie
te ondernemen?
Antwoord 5
De gemeente Doetinchem heeft aan mij laten weten dat er tijdens de controles die regelmatig
plaatsvinden tot op heden geen misstanden of overtredingen zijn geconstateerd.
Vraag 6
Kunt u aangeven hoeveel keer exploitanten van seksinrichtingen signalen van gedwongen
prostitutie aan de politie en/of gemeenten melden? Zo ja, hoe duidt u dit aantal?
Zo, nee wilt u een inventarisatie uitvoeren?
Antwoord 6
Exploitanten mogen geen persoonsgegevens van sekswerkers delen met gemeenten; hiervoor
is geen grondslag onder de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Meldingen
bij de politie zijn wel altijd mogelijk. Er wordt bij de politie niet geregistreerd
op een wijze die het mogelijk maakt een landelijk beeld te geven.
Vraag 7
Op welke manier kan gegarandeerd worden dat prostituees in een seksinrichting hulpverlening
mogen vragen en accepteren, gelet op het feit dat in de uitzending van Undercover
Nederland duidelijk wordt dat vrouwen ondanks bedreigingen geen contact mogen hebben
met de politie?
Antwoord 7
Het is niet aan een seksinrichting om te bepalen of een sekswerker contact heeft met
hulpverlening of politie. Veel hulpverleningsorganisaties gericht op sekswerkers werken
outreachend en weten op die manier sekswerkers op verschillende plaatsen te bereiken,
zowel op als buiten de werkplek.
Vraag 8
Heeft u signalen dat deze misstanden bij legale seksinrichtingen niet op zichzelf
staan, maar vaker voorkomen in Nederland? Zo ja, welke acties gaat u daarop nemen?
Zo nee, op welke manier heeft u hier een beeld van gevormd?
Antwoord 8
Aangezien toezicht op legale seksinrichtingen een lokale bevoegdheid is en misstanden
niet landelijk worden geregistreerd, heb ik geen overzicht van aard en omvang van
misstanden bij seksinrichtingen. Wel spreek ik regelmatig met gemeenten over de lokale
situatie en weet ik dat de gemeenten die een vergunningstelsel hanteren voor seksinrichtingen
regelmatig controles uitvoeren, al dan niet samen met politie.
Veel gemeenten maar ook hulverleningsorganisaties geven aan dat zich in het vergunde,
zichtbare deel van de branche minder misstanden voordoen dan in het onvergunde en
het illegale deel van de branche. Dit geldt bijvoorbeeld ook voor geweldsincidenten
en de prevalentie van seksueel overdraagbare aandoeningen.
Omdat exploitanten met een vergunning deze niet kwijt willen raken, zijn ze geneigd
zich aan de vergunningvoorwaarden te houden. Het onvergunde deel van de branche onttrekt
zich veel meer aan het zicht.
Het is mede daarom dat het wetsvoorstel regulering sekswerk beoogt de gehele prostitutiebranche
vergunningplichtig te maken, zodat hier zicht op is en toezicht en handhaving goed
kan plaatsvinden.
Vraag 9
Bent u bereid met gemeenten in gesprek te gaan over de effectiviteit van de regelgeving
en handhaving om misstanden tegen te gaan in legale seksinrichtingen?
Antwoord 9
Ja. Hier ben ik reeds over in gesprek met gemeenten, onder andere naar aanleiding
van de constatering dat op grond van de AVG bepaalde persoonsgegevens niet of niet
meer geregistreerd of gedeeld kunnen worden, wat in sommige situaties toezicht kan
bemoeilijken. In het wetsvoorstel regulering sekswerk wordt hier een wettelijke grondslag
voor gecreëerd waardoor dit knelpunt in de toekomst weg zal vallen.
Vraag 10
Hoe verklaart u dat ondanks dat de zedenpolitie signalen van misstanden heeft ontvangen,
er geen actie ondernomen is ten aanzien van de seksinrichting?
Antwoord 10
Vanuit de politie is actie ondernomen. De signalen die zijn ontvangen, hebben geen
bevestiging gevonden in de controles die door de politie zijn uitgevoerd. Als gevolg
daarvan was er geen aanleiding voor het instellen van een strafrechtelijk onderzoek
en een daarop volgende strafrechtelijke vervolging.
Vraag 11
Indien de inrichting gesloten wordt, op welke wijze wordt dan zorg gedragen voor de
vrouwen die er werkzaam waren? Wordt hen een uitstapprogramma aangeboden als zij uit
de prostitutie willen stappen?
Antwoord 11
Onder de Regeling Uitstapprogramma’s III (RUPS III) is een landelijk dekkend netwerk
van uitstapprogramma’s gerealiseerd. Dit betekent dat er voor iedere prostituee die
daar gebruik van wil maken, een uitstapaanbod beschikbaar is.
Daarnaast hecht de politie veel waarde aan een goede en professionele dienstverlening
richting de burger. Zij biedt de prostituees, indien zij dat willen, de mogelijkheid
tot het doen van een melding of aangifte, en geleidt hen door naar de hulpverlening.
De politie doet dit voor slachtoffers zo laagdrempelig mogelijk en ondersteunt slachtoffers
zo goed mogelijk bij het doen van aangifte.
Vraag 12
Kunt u deze vragen één voor één beantwoorden voor het aanstaande algemeen overleg
mensenhandel van 5 december aanstaande?
Antwoord 12
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.