Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Krol over het schrappen van gemeentelijke hondenbelasting
Vragen van het lid Krol (50PLUS) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het schrappen van gemeentelijke hondenbelasting (ingezonden 18 oktober 2019).
Antwoord van Minister Knops (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
13 november 2019).
Vraag 1
Kent u de uitzending van het tv-programma Radar van 14 oktober 2019 over gemeentelijke
hondenbelasting?
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Is het waar dat hondenbelasting oorspronkelijk in het leven is geroepen ter bestrijding
van hondsdolheid en zwerfhonden, alsmede als een vorm van transportbelasting (de hondenkar)?
Bent u het eens dat hondenbelasting daarmee een relikwie is uit het verleden?
Antwoord 2
De hondenbelasting bestond al in de Middeleeuwen ter bestrijding van hondsdolheid
en zwerfhonden, alsmede als een vorm van transportbelasting. In 1851 is de hondenbelasting
opgenomen in de Gemeentewet, waarbij een vrijstelling of lagere heffing gold voor
waak- en bedrijfshonden. Honden die om andere redenen werden gehouden werden volledig
belast.
Omdat in de praktijk bleek dat veel honden aan de ketting werden gelegd om te kwalificeren
als waak- en bedrijfshonden en zodoende een (gering) fiscaal voordeel te behalen is
in 1970 de Gemeentewet aangepast, waarmee het onderscheid tussen de verschillende
categorieën honden is opgeheven.
De hondenbelasting is een algemene belasting waarvan de opbrengsten niet op voorhand
geoormerkt zijn. Het staat gemeenten vrij om deze middelen aan te wenden ter bestrijding
van overlast door honden en hierbij zowel de opbrengsten van de hondenbelasting als
de kosten van het beleid inzichtelijk te maken. Conform het voorbeeld dat de gemeente
Tilburg geeft in de uitzending van Radar.
Vraag 3
Bent u bekend met de voordelen van het houden van een hond en dat er zelfs zorgverzekeraars
zijn die deze voordelen actief uitdragen?1
Antwoord 3
Ja, de voordelen van het houden van honden zijn mij bekend. Deze voordelen kunnen
zich voordoen op terrein van gezondheid, verlaging van stress of bevorderen van sociale
ontmoeting en minder eenzaamheid2. In algemene zin kan worden gesteld dat het hebben van een hond goed is voor het
welzijn van de eigenaar.
Echter, daar waar het hebben van een hond door de eigenaar positief wordt beleefd,
kunnen andere bewoners de aanwezigheid van honden als negatief ervaren door mogelijke
overlast.
Gemeenten zijn bij uitstek in staat om de belangen van bewoners tegen elkaar af te
wegen en de beoordeling te maken of het heffen van hondenbelasting een geëigend instrument
is. Deze lokale afweging leidt ertoe dat er gemeenten zijn die momenteel hondenbelasting
heffen en anderen gemeenten niet.
Vraag 4 en 5
Bent u bekend met het standpunt van de Raad voor de financiële verhoudingen (Rfv)
dat de hondenbelasting kan worden afgeschaft?3 Is afschaffing van de hondenbelasting naar aanleiding van dit advies overwogen? Zo
nee, waarom niet?
Bent u bereid artikel 226 van Gemeentewet, waarin een gemeente de mogelijkheid wordt
geboden om hondenbelasting te heffen, alsnog te schrappen?
Antwoord 4 en 5
Het standpunt van de Rfv verwoord in het rapport «uitbreiding lokaal belastinggebied»
d.d. 26 maart 2015 is mij bekend. De Rfv komt tot dit advies omdat het regulerende
karakter van de hondenbelasting vanwege de ervaren overlast te beperkt is en vooral
van symbolische betekenis. Voor een effectieve regulering is het huidige tarief te
laag. Daarbij zijn de perceptiekosten relatief hoog.
In de brief aan de Tweede Kamer van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties
en de Staatssecretaris van Financiën d.d. 24 juni 2016 inzake de «hervorming gemeentelijk
belastinggebied» (kenmerk: 2016–0000356712) is als bouwsteen voor een herzien gemeentelijk
belastinggebied eveneens geadviseerd om de hondenbelasting af te schaffen. In deze
afweging is eveneens het rapport van de Rfv meegenomen.
Onder het voorzitterschap van BZK is een ambtelijke werkgroep ingericht waarin de
herziening van het gemeentelijk belastinggebied wordt onderzocht. Hierin zal ook aandacht
worden besteed aan de hondenbelasting. In de ambtelijke werkgroep worden eerder uitgewerkte
plannen voor een herziening van het gemeentelijke belastinggebied9 opnieuw doordacht
(zie TK 2015–2016, 32 140 nr.4. Het eindrapport van deze werkgroep vormt input voor het onderdeel Belastingmix van
het ambtelijke Bouwstenentraject van de Staatssecretaris van Financiën om in een volgende
kabinetsperiode te komen tot een beter en eenvoudiger belastingstelsel. Het eindrapport
wordt begin 2020 verwacht.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.W. Knops, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.