Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Gijs van Dijk over incasso-Cowboys die geld verdienen aan de handel in schulden
Vragen van het lid Gijs van Dijk (PvdA) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over Incasso-Cowboys die geld verdienen aan de handel in schulden (ingezonden 25 september 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Van Ark (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede namens
de Minister voor Rechtsbescherming (ontvangen 4 november 2019).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Van twee tientjes boete naar een schuldprobleem»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat vindt u ervan dat de persoon in het artikel 430 euro dient te betalen voor een
te laat ingeleverde dvd, terwijl de videotheek al failliet is? Vindt u dat een normaal
bedrag, ook in het licht van de grote persoonlijke consequenties voor deze persoon?
Antwoord 2
Het past niet om een oordeel te geven over een individuele zaak. In algemene zin kan
ik zeggen dat er voor het innen van schulden kosten in rekening gebracht kunnen worden
in zowel het minnelijke als het gerechtelijke traject. Dit is aan wettelijke normen
gebonden. Ook in het geval van een faillissement moeten schulden aan een failliete
onderneming nog worden voldaan. Hiermee zal de curator zoveel mogelijk weer diens
schuldeisers betalen.
Dat schulden een impact kunnen hebben op een persoonlijk leven, realiseert het kabinet
zich. Zoals ik in mijn brief aan uw Kamer van 27 mei 20192 over de voortgang van de Brede Schuldenaanpak heb aangegeven staat het oplossen van
de schuldenproblematiek bij partijen overal in het land hoog op de agenda.
Vraag 3
Welke rechten en plichten hebben incassocowboys bij het incasseren van schulden? Hoe
kan het dat zij de rente ongehinderd kunnen laten oplopen? Klopt het dat zij op dit
moment nagenoeg ongereguleerd kosten in rekening kunnen brengen als mensen niet op
tijd betalen?
Antwoord 3
Incassobureaus kunnen niet ongereguleerd kosten in rekening brengen. De Wet normering
buitengerechtelijke incassokosten (de WIK) geeft regels voor de hoogte van buitengerechtelijke
incassokosten en de wijze waarop deze in rekening kunnen worden gebracht. Deze regels
gelden voor de incasso van een vordering, ongeacht of de schuldeiser deze zelf incasseert
of daarvoor een incassobureau inschakelt.
Incassowerkzaamheden of incassobureaus zijn niet gedefinieerd in wetgeving. Naast
de bestaande wettelijke kaders zijn aan het uitvoeren van incassowerkzaamheden geen
regels, en daarmee dus ook geen wettelijke kwaliteitseisen, verbonden die uitsluitend
op de incassomarkt van toepassing zijn. Ook aan het incassobureau zelf worden geen
eisen gesteld. In de brief aan uw Kamer van 8 februari 20193 heeft de Minister voor Rechtsbescherming de maatregelen uiteengezet die het kabinet
treft om misstanden in de private buitengerechtelijke incassomarkt aan te pakken en
de kwaliteit van incassodienstverlening te verhogen. Het gaat daarbij onder meer om
het oprichten van een incassoregister. Het wetsvoorstel tot onder meer het instellen
van dit incassoregister is in voorbereiding.
Vraag 4 en 5
Wat vindt u ervan dat schulden onbeperkt doorverkocht kunnen worden, ook als dat ertoe
leidt dat mensen met schulden slechter worden behandeld? Zou het niet verstandig zijn
regels op te stellen voor de handel in schulden, nu blijkt dat incassocowboys zich
stelselmatig en op grote schaal misdragen?
Deelt u de mening dat de handel in schulden aan banden gelegd moet worden, bijvoorbeeld
door slechts toe te staan dat schulden aan een gekwalificeerd en geregistreerd incassobureau
worden overgedragen en verder niet kunnen worden doorverkocht?
Antwoord 4 en 5
Het kabinet heeft conform toezegging in de brief van 8 februari 2019 nader onderzoek
gedaan naar het fenomeen verkoop van vordering en in het bijzonder naar de problemen
die schuldenaren ervaren bij inning van opgekochte vorderingen. Bij brief van 27 juni
20194 bent u over het onderzoek geïnformeerd. Het kabinet stuurt binnenkort een brief met
het eindrapport en een beleidsreactie naar uw Kamer. De Minister voor Rechtsbescherming
heeft daarnaast het in antwoord op vraag 3 genoemde wetsvoorstel in voorbereiding
om de kwaliteit van de incassodienstverlening te verhogen en excessen bij de incasso
actief tegen te gaan. Het beoogt daarmee ook de negatieve aspecten bij de incassodiensten
bij opgekochte vorderingen aan te pakken.
Vraag 6
Klopt het dat de gemiddelde persoon met schulden 40.000 euro aan schuld heeft bij
vijftien verschillende schuldeisers?
Antwoord 6
De meest recente cijfers van de NVVK (Vereniging voor Schuldhulpverlening en Sociaal
Bankieren)5 laten zien dat de mensen die voor hulp aankloppen voor het oplossen van hun schuld
een gemiddelde schuld hebben van € 43.300 bij gemiddeld 14 schuldeisers.
Vraag 7
Deelt u de analyse dat de overheid problemen van mensen met schulden vaak erger maakt
door een complex toeslagenstelsel en door hardvochtig op te treden als schuldeiser?
Antwoord 7
Mensen die een te hoog bedrag aan toeslagen of andere uitkeringen hebben ontvangen,
dienen dit terug te betalen. Overheidsorganisaties zijn bij het innen van schulden
gebonden aan wet- en regelgeving en aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.
In het kader van de Brede schuldenaanpak en op basis van de Rijksincassovisie werken
overheidsorganisaties aan de wijze waarop zij te werk gaan bij het innen van schulden.
Zo bieden overheidsorganisaties steeds vaker betalingsregelingen aan en zien in sommige
gevallen af van de inning. Ook kunnen sommige overheidsorganisaties onder voorwaarden
schulden geheel kwijtschelden.
Vraag 8
Wat vindt u ervan dat mensen afzien van de toeslagen waar zij recht op hebben uit
angst in de schulden te geraken door de complexiteit van het toeslagenstelsel? Acht
u het denkbaar dat het inkomen van mensen dan daalt tot beneden de armoedegrens?
Antwoord 8
Toeslagen zijn bedoeld als inkomensondersteuning. Het huidige inkomen bepaalt de hoogte
van de toeslag. Het is uiteraard onwenselijk dat mensen omwille van vrees voor de
complexiteit van het systeem afzien van inkomensondersteuning waar zij recht op hebben,
en die zij in veel gevallen ook nodig hebben. Om dit risico te verkleinen zijn binnen
Belastingdienst/Toeslagen instrumenten ontwikkeld om de toeslagen nog beter aan te
laten sluiten op de actualiteit van het huidige inkomen. Dit betreft het massaal automatisch
continueren van de toeslagen en het aanpassen van toeslagen bij tussentijds sterk
gestegen inkomens. Op deze wijze wordt het risico op terugvorderingen verkleind, wat
de drempel voor het aanvragen van toeslagen verlaagt.
Vraag 9
Wanneer gaat u over tot het maken van een onderscheid tussen mensen die niet kunnen
betalen en niet willen betalen? Bent u van mening dat het onzinnig is om boetes op
te leggen aan mensen die hun schulden toch al niet kunnen betalen en dat het veel
beter zou zijn als de overheid maatwerk zou leveren in haar rol als schuldeiser?
Antwoord 9
Het kabinet zet zich ten volle in om de burger meer centraal te stellen bij het invorderen
van schulden. Als het gaat om boetes, is het in algemene zin niet onzinnig om boetes
op te leggen, omdat het overtreden van de wet voor iedereen consequenties moet hebben.
Krijgt iemand met schulden een boete opgelegd dan moet maatwerk mogelijk zijn. Een
zorgvuldige en maatschappelijk verantwoorde incasso moet voorkomen dat mensen met
(problematische) schulden verder in de problemen raken als zij te maken krijgen met
invordering van schulden. De Manifestpartijen werken aan een meer persoonsgerichte
dienstverlening aan burgers.6 Ze onderzoeken individueel en gezamenlijk hoe persoonlijk contact gemaakt kan worden
met burgers die te maken hebben met (dreigende) schuldenproblematiek.
Een voorbeeld hiervan is het CJIB. Krijgt iemand met schulden een boete opgelegd dan
moet maatwerk mogelijk zijn. Zo kan iemand een boete toch voldoen door maandelijks
een bedrag te betalen dat kan worden gemist. Het CJIB maakt onderscheid tussen mensen
die niet kunnen en niet willen betalen. Zo kan ook worden voorkomen dat verhogingen
worden opgelegd. Daarnaast ontwikkelt de Minister voor Rechtsbescherming momenteel
een noodstopprocedure voor mensen die hun boetes niet kunnen betalen in verband met
schulden. Zij krijgen dan tijdelijk uitstel van betaling. Daarvoor moeten zij dan
hulp zoeken om hun schulden op orde te brengen, waarna zij hun boete (in termijnen)
kunnen voldoen.
Trouw, 25 september 2019, Van twee tientjes boete naar een schuldprobleem door werkwijze
incassobureaus.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede namens
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.