Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Moorlag en Gijs van Dijk over het verband tussen landbouwgif en de ziekte van Parkinson
Vragen van de leden Moorlag en Gijs vanDijk (beiden PvdA) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het verband tussen landbouwgif en de ziekte van Parkinson (ingezonden 19 september 2019).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit), mede namens
de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 29 oktober 2019).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 231.
Vraag 1
Kent u het bericht «Risico op ziekte van Parkinson bij blootstelling aan landbouwgif»?1
Antwoord 1
Ja. Ik neem deze berichtgeving serieus en ik begrijp dat deze aanleiding kan geven
tot zorgen.
Vraag 2
Hoe komt het dat fabrikanten van pesticiden ondanks de wetenschappelijke conclusie
dat er «een mogelijk oorzakelijk verband [kan zijn] met het ontstaan van de ziekte
van Parkinson» geen testen doen om de risico’s op Parkinson in kaart te brengen en
waarom bestaat er geen verplichting tot het doen van dergelijke testen?
Antwoord 2
De Europees geharmoniseerde toelatingsprocedure voorziet op dit moment in een getrapte
benadering voor het aspect «toxiciteit voor mensen». Dit betekent dat er standaard
proefdierstudies en openbare wetenschappelijke literatuur opgenomen dienen te worden
in het aanvraagdossier. In deze proefdierstudies wordt ook naar mogelijke neurotoxische
effecten gekeken. Als tijdens de beoordeling hiervan blijkt dat er aanwijzingen zijn
voor mogelijke motorische en neurologische aandoeningen, dan dient de aanvrager aanvullende
specifieke (proefdier)studies uit te voeren gericht op neurotoxische effecten. De
ziekte van Parkinson is één van de mogelijke motorische en neurologische aandoeningen.
Vraag 3
Deelt u de mening van de European Food Safety Authority (EFSA), het Rijksinstituut
voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en de Nederlandse Vereniging voor Neurologie
dat de risico’s op de ziekte van Parkinson, als gevolg van de blootstelling aan pesticiden,
nog onvoldoende in kaart zijn gebracht? Zo ja, hoe gaat u ervoor zorgen dat die risico’s
wel in kaart worden gebracht en op welke termijn? Zo nee, waarom deelt u die mening
niet?2
Antwoord 3
Ctgb, EFSA en RIVM bevelen aan om de Europese goedkeuringsprocedure te verbeteren
in relatie tot mogelijke motorische en neurologische aandoeningen, waarvan de ziekte
van Parkinson er een is. Ik ondersteun deze aanbeveling en zal de Europese Commissie
vragen dit voortvarend op te pakken.
Vraag 4
Zijn er op dit moment bestrijdingsmiddelen op de Nederlandse markt waarvan bekend
is dat er een verband is met de ziekte van Parkinson? Zo ja, gaat u ervoor zorgen
dat deze middelen niet meer verkocht mogen worden en op welke termijn? Zo nee, hoe
verhoudt zich dat tot het over het in het bericht genoemde Mancozeb, dat wel in verband
met deze ziekte wordt gebracht?3
Antwoord 4
Het is op dit moment niet duidelijk welke Europees goedgekeurde werkzame stoffen in
verband kunnen worden gebracht met de ziekte van Parkinson. Voor de werkzame stof
mancozeb zijn epidemiologische studies beschikbaar met verschillende uitkomsten, waarbij
een verband als ook geen verband wordt gerapporteerd met de ziekte van Parkinson.
Deze werkzame stof wordt in de uitzending van Zembla genoemd.
Ik heb uw Kamer recent geïnformeerd over de Nederlandse inbreng in het SCoPAFF van
21 en 22 oktober jl. (Kamerstuk 27 858, nr. 485). Nederland heeft hierin met een stemverklaring aangegeven niet akkoord te kunnen
gaan met de tijdelijke verlenging van de werkzame stof mancozeb en de Europese Commissie
opgeroepen de besluitvorming van de stof mancozeb af te ronden voor 31 januari 2020.
Er is desondanks besloten de goedkeuring van mancozeb met een jaar te verlengen. De
Europese Commissie heeft toegezegd de besluitvorming over de herbeoordeling van de
werkzame stof mancozeb zo spoedig mogelijk af te ronden.
Vraag 5
Deelt u de mening dat er op grond van het voorzorgsprincipe een moratorium moet komen
op verkoop en gebruik van verdachte middelen totdat onderzoek uitwijst dat deze middelen
niet schadelijk zijn? Zo ja, hoe gaat u hiervoor zorgen? Zo nee, waarom niet en welke
gezondheidsrisico’s brengt dit met zich mee?
Antwoord 5
Werkzame stoffen of gewasbeschermingsmiddelen worden op grond van het voorzorgsprincipe
alleen goedgekeurd of toegelaten als uit de Europees geharmoniseerde beoordelingsprocedure
blijkt dat er geen onaanvaardbare risico’s zijn voor mens, dier en milieu. In dit
licht is een moratorium overbodig. Wel vind ik het belangrijk dat de Europese goedkeuringsprocedure
verbeterd wordt in relatie tot mogelijke motorische en neurologische aandoeningen,
waarvan de ziekte van Parkinson er een is. Zie het antwoord op vraag 3.
Vraag 6
Wat doet de Inspectie SZW op dit moment concreet om te controleren dat agrariërs en
kwetsbare werknemers, bijvoorbeeld Oost-Europese medewerkers die vanwege onzekere
contracten niet aan de bel trekken, geen vergrote kans op de ziekte van Parkinson
lopen bij het gebruik van bestrijdingsmiddelen?
Antwoord 6
Werkgevers zijn, overeenkomstig de Arbeidsomstandighedenwet, primair verantwoordelijk
voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden.
De Inspectie SZW houdt risicogericht toezicht. Dit doet de Inspectie SZW in 17 programma’s,
waaronder het programma Agrarische en Groene sector. Binnen dit programma doet de
Inspectie SZW onderzoek naar gewasbescherming. Voorbeelden daarvan zijn enkele controles
naar aanleiding van meldingen in 2018 en 2019. Daarnaast wordt bij (reguliere) inspecties
in de agrarische sector door de inspecteurs gecontroleerd of chemicaliën, waaronder
gewasbeschermingsmiddelen, veilig zijn opgeborgen en of de beschermingsmiddelen nog
goed zijn.
De Inspectie SZW kan handhavend optreden als zij zelf constateert dat de wet- en regelgeving
wordt overtreden. Zeker bij het gebruik van biociden en gewasbeschermingsmiddelen
is de kans relatief klein om op het juiste moment te controleren. Daarom is het van
groot belang dat misstanden bij de Inspectie SZW gemeld worden. Meldingen die bij
de Inspectie SZW binnenkomen worden zeer serieus genomen en afhankelijk van de informatie
kan besloten worden tot nader onderzoek.
Werknemers, ook arbeidsmigranten, kunnen misstanden telefonisch of online melden bij
de Inspectie SZW. De meldingsformulieren zijn online beschikbaar in het Pools, Bulgaars,
Spaans, Roemeens, Engels en Portugees.
Vraag 7
Deelt u de mening dat een meldingsplicht moet gaan gelden voor het omgaan met bestrijdingsmiddelen
die in verband kunnen worden gebracht met de ziekte van Parkinson? Zo ja, op welke
termijn gaat u dit bewerkstelligen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Werkzame stoffen of gewasbeschermingsmiddelen worden alleen goedgekeurd of toegelaten
als uit de Europees geharmoniseerde beoordelingsprocedure blijkt dat er geen onaanvaardbare
risico’s zijn voor mens, dier en milieu. In dit licht is een meldingsplicht overbodig.
Wel vind ik het belangrijk dat de Europese goedkeuringsprocedure verbeterd wordt in
relatie tot mogelijke motorische en neurologische aandoeningen, waarvan de ziekte
van Parkinson er een is. Zie het antwoord op vraag 3.
Vraag 8
Bent u van mening dat de ziekte van Parkinson onder agrariërs net zoals Frankrijk
ook in Nederland als beroepsziekte kan worden gezien? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Nederland kent geen systeem van erkenning van beroepsziekten waar, zoals in Frankrijk,
ook een financiële vergoeding aan gekoppeld is: ongeacht de oorzaak van de arbeidsongeschiktheid
is er een financieel vangnet en dienen door de werkgever en de werknemer gezamenlijk
de mogelijkheden tot re-integratie benut te worden.
Wel heeft het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten (NCvB) een overzicht van gemelde
beroepsziekten. Het doel hiervan is het vergroten van inzicht in de oorzaken en risico’s
in het werk en de relatie tussen werk en gezondheid. Deze informatie is bruikbaar
voor branches en bedrijven voor het opzetten van preventiebeleid. Dit overzicht komt
tot stand door meldingen van bedrijfsartsen en systematisch wetenschappelijk literatuuronderzoek
dat kan leiden tot registratierichtlijnen. Voor veelvoorkomende aandoeningen is een
dergelijke richtlijn aanwezig. Voor de ziekte van Parkinson is dat niet het geval.
Wel is er op de website van het NCvB een factsheet over bestrijdingsmiddelen en de
mogelijke gevolgen van blootstelling daaraan beschikbaar. Deze geeft een overzicht
van recente, beschikbare informatie. Deze informatie dient als referentiekader voor
bedrijfsartsen. Bedrijfsartsen kunnen aan de hand van dit referentiekader al een melding
maken van de ziekte van Parkinson als beroepsziekte, maar hebben dit de afgelopen
20 jaar slechts één maal gemeld, in de bouwnijverheidssector. Parkinsonisme staat
ook genoemd in een Europese informatiegids over beroepsziekten die in 2009 is opgesteld
in opdracht van de Europese Commissie.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Mede namens
T. van Ark, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede namens
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.