Verslag (initiatief)wetsvoorstel (nader) : Verslag
35 283 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en Gaswet (implementatie wijziging Gasrichtlijn en een aantal verordeningen op het gebied van elektriciteit en gas)
Nr. 5
VERSLAG
Vastgesteld 17 oktober 2019
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat, belast met het voorbereidend
onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van
haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen en de gemaakte opmerkingen
tijdig en genoegzaam zal hebben geantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging
over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.
INHOUDSOPGAVE
I.
ALGEMEEN
2
1.1.
Hoofdlijnen richtlijn 2019/692
2
1.1.1.
Introductie
2
1.1.2.
Ontheffingen
2
1.1.3
Bestaande interconnectoren
3
1.2
Inhoud wetsvoorstel
3
1.3.
Regeldruk
3
1.4.
Handhaafbaarheid, uitvoerbaarheid en fraudebestendigheid
3
1.5.
Financiële gevolgen/lasten overheid en bedrijfsleven
3
2.1.1.
Introductie
3
2.1.2.
Additionele taken en bevoegdheden Acer
4
3.1.
Hoofdlijnen verordening 2019/941
4
3.1.1.
Introductie
4
3.1.2.
Bevoegde instantie
4
3.1.3.
Risicoparaatheidsplannen
5
3.2.
Regeldruk
5
3.3.
Handhaafbaarheid, uitvoerbaarheid en fraudebestendigheid
5
3.4.
Financiële gevolgen/lasten overheid en bedrijfsleven
5
4.1.
Hoofdlijnen verordening
5
4.1.1.
Introductie
5
4.1.2.
Wijzigingen en aanscherpingen t.o.v. verordening (EG) 714/2009
5
4.2.
Handhaafbaarheid, uitvoerbaarheid en fraudebestendigheid
6
4.3.
Financiële gevolgen/lasten overheid en bedrijfsleven
6
5.1.
Hoofdlijnen verordening 2017/1938
6
5.1.1.
Instelling risicogroepen en geïntensiveerde regionale samenwerking
7
I. ALGEMEEN
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel.
Deze leden hebben hier nog enkele vragen en opmerkingen over.
De leden van de SP-fractie hebben enkele vragen over het voorliggende wetsvoorstel.
1.1. Hoofdlijnen richtlijn 2019/692
De leden van de GroenLinks-fractie vragen de regering toe te lichten welke gevolgen
de nieuwe Gasrichtlijn 2019/262 heeft voor het gaspijpleidingproject Nord Stream 2,
de Nederlandse betrokken bedrijven en het Russische bedrijf Gazprom.
1.1.1. Introductie
De leden van de VVD-fractie zijn benieuwd naar de argumentatie om de regels voor gastransmissieleidingen
ook te laten gelden voor derde landen.
De leden van de SP-fractie stellen vast dat met de implementatie door middel van deze
wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en Gaswet er bevoegdheden naar de Europese
Commissie gaan. Bevoegdheden die volgens deze leden bij de lidstaten zouden moeten
blijven. Zij zouden liever zien dat lidstaten zelf de mogelijkheid behouden om onderling
te overleggen. Waarom heeft de Europese Commissie hier een beslissende rol in? Waarom
kunnen landen niet onderling overleggen zonder toestemming van de Europese Commissie?
1.1.2. Ontheffingen
De leden van de VVD-fractie zijn benieuwd naar de achterliggende argumenten om te
kunnen afwijken van de regels voor gastransmissieleidingen. Zijn er praktische voorbeelden
waarin het wenselijk zou zijn om te kunnen afwijken van de regels voor gastransmissieleidingen?
Welke regels kunnen ingewikkeld zijn, opdat ervan afgeweken moeten kunnen worden?
Deze leden lezen een aantal voorwaarden waaraan voldaan moet worden om te mogen afwijken.
Zij vragen of deze voorwaarden nog verder worden uitgewerkt in nadere criteria.
De leden van de SP vragen welke regels geheel of gedeeltelijk ontheven worden voor
de derde landen. Welke gevolgen heeft dit voor Nordstream 2? Kan bijvoorbeeld vertraging
leiden tot de noodzakelijkheid meer of langer gas uit Groningen te moeten winnen?
Hoe verhoudt zich dit tot de uitspraak van het Europese Hof van Justitie dat Gazprom
zijn gastransporten via de Opal-pijpleiding moet verminderen door deze te beperken
tot maximaal 50 procent van de capaciteit?
1.1.3. Bestaande interconnectoren
De leden van de VVD-fractie lezen dat er een overdrachtsregime bestaat. Is dit regime
noodzakelijk voor Nederland? Zo ja, welke interconnectoren zijn dat?
De leden van de SP-fractie vinden ook dat leveringszekerheid van energie voor iedereen
in Europa van groot belang is. Deze leden vragen of de leveringszekerheid geldt voor
voornamelijk bedrijven in Europa, of worden ook mensen op het platteland in Oost-Europa
hiermee bedoeld dan wel kleinere regionale bedrijven en zorginstellingen?
1.2 Inhoud wetsvoorstel
De leden van de VVD-fractie lezen dat de Autoriteit Consument en Markt (ACM) onbevoegd
is om te beslissen bij een landsgrensoverschrijdend geschil. Deze leden vragen of
de ACM wel een advies kan geven aan het Europese agentschap voor de samenwerking van
energieregulatoren (Acer). Kan de regering toelichten in hoeverre de ACM de Minister
van Economische Zaken en Klimaat (EZK) adviseert over landsgrensoverschrijdende geschillen.
1.3. Regeldruk
De leden van de VVD-fractie lezen dat de gevolgen voor Nederland minimaal zijn. Deze
leden vragen of er wordt bemiddeld met BBL Company over het voornemen tot wijziging
van de wet. Daarbij vragen deze leden of in de onderhandelingen tussen het Verenigd
Koninkrijk en Nederland sprake is van een situatie waarbij de Europese Commissie Nederland
zal mandateren om zelf de onderhandelingen te voeren zoals beschreven in paragraaf
2.1.3.
1.4. Handhaafbaarheid, uitvoerbaarheid en fraudebestendigheid
De leden van de VVD-fractie lezen dat er momenteel geen interconnector met een derde
land bestaat. Deze situatie zou kunnen veranderen op het moment dat het Verenigd Koninkrijk
de Europese Unie verlaat. De leden vragen of er in de toekomst nog andere derde landen
bij zouden kunnen komen.
1.5. Financiële gevolgen/lasten overheid en bedrijfsleven
De leden van de VVD-fractie lezen dat de financiële gevolgen beperkt zullen zijn.
Alleen voor BBL Company kunnen er gevolgen zijn. Deze leden vragen of deze gevolgen
verder uiteengezet kunnen worden in de diverse scenario’s.
De leden van de SP-fractie vragen hoe de inpassing van deze wijziging zich verhoudt
tot de energietransitie. Hoeveel nieuwe leidingen gaan er nog aangelegd worden? Wordt
er een pijpleiding van Israël naar Griekenland gelegd? Welk gas wordt daardoor getransporteerd?
Deze leden zien die investeringen veel liever gedaan op het gebied van duurzame energie.
2.1.1. Introductie
De leden van de SP-fractie zijn het niet eens met de verschuiving van meer mandaat
voor de directeur. Deze leden maken zich zorgen over de zeggenschap van de nationale
toezichthouders, juist degenen die het voor huishoudens binnen Europa zouden kunnen
opnemen.
2.1.2. Additionele taken en bevoegdheden Acer
De leden van de VVD-fractie lezen dat aan Acer beperkte aanvullende bevoegdheden worden
toegekend via deze verordening. Het betreft hierbij bevoegdheden waarop versnipperde
nationale besluitvorming inzake kwesties met grensoverschrijdende relevantie zou leiden
tot problemen of inconsistenties wat betreft de interne markt. Kan de regering toelichten
hoe wordt beoordeeld wanneer er sprake is van dergelijke problemen voor de interne
markt? Kan de regering toelichten hoe wordt bepaald welke bevoegdheden het Acer in
het geval van problemen voor de interne markt nodig heeft? Kan de regering voorbeelden
van dergelijke bevoegdheden geven? Kan de regering aangeven welke instantie beoordeelt
welke bevoegdheden aan Acer worden toegekend? Vindt er parlementaire controle plaats
op het toekennen van extra bevoegdheden aan Acer?
De leden van de SP-fractie constateren dat Acer als doel heeft de energiemarkt te
liberaliseren, waar deze leden liever zouden zien dat de regeringen de verantwoordelijkheid
van de energievoorziening naar zich toe trekken. Energie is een recht voor iedere
inwoner van ieder land. Overheden zouden de verantwoordelijkheid moeten voelen dit
voor hun inwoners te regelen in plaats van dat aan de markt over te laten.
3.1. Hoofdlijnen verordening 2019/941
De leden van de GroenLinks-fractie zijn al langer bezorgd over de elektriciteitsschaarste
in België. Wat is de stand van zaken hiervan? Is de regering in gesprek met België
over dit onderwerp? In dit kader vragen deze leden ook wat exact wordt verstaan onder
crises van voorbijgaande aard.
3.1.1. Introductie
De leden van de VVD-fractie vragen welke voorbeelden van meer solidariteit bij het
tegengaan van een elektriciteitscrises er denkbaar zouden zijn. Verder vragen deze
leden welke ongepaste overheidsmaatregelen er bedoeld worden.
3.1.2. Bevoegde instantie
De leden van de VVD-fractie lezen dat het voorstel is om de Minister van EZK als de
nationale bevoegde instantie aan te wijzen om toe te zien op de naleving van de verordening.
Deze leden vragen wat de argumenten zijn om de Minister deze bevoegdheid te geven.
Zij zouden graag willen weten op welke manier dit in de andere landen wordt ingericht.
Wat zijn de argumenten om het toezicht niet onafhankelijk te laten plaatsvinden? Op
welke manier is de objectiviteit nu gewaarborgd?
De leden van de SP-fractie vinden het Europees regelen van een crisisplan bij een
storing in de elektriciteitsvoorziening een prima plan. Europese samenwerking tijdens
een crisis is altijd goed, zo vinden deze leden. Om hier in Nederland de Minister
van EZK aan te wijzen als bevoegde instantie op het naleven van het bepalingen zijn
zij minder enthousiast. De huidige Minister van EZK heeft namelijk in de afgelopen
jaren bewezen het economisch belang voorop te stellen aan het belang van de inwoners
van ons land. Zij zouden liever een onafhankelijke bevoegde instantie benoemen.
3.1.3. Risicoparaatheidsplannen
De leden van de VVD-fractie lezen dat er periodiek een nationaal crisisplan opgesteld
moet worden. Moet de Kamer instemmen met een nationaal crisisplan of is dit een bevoegdheid
van de Minister van EZK? Deze leden lezen dat een specifiek onderdeel van het plan
de regionale en bilaterale samenwerking betreft. Aan welke regionale en bilaterale
partners kunnen zij hierbij denken? Welke partner heeft welke verantwoordelijkheden
bij het uitwerken van de plannen?
3.2. Regeldruk
De leden van de VVD-fractie vragen of de extra taken voor de Minister van EZK vanuit
bestaande formatie kunnen worden gerealiseerd. Er wordt verwacht dat de extra administratieve
taken marginaal zijn. Deze leden vragen welke informatie door de wijziging nu wel
gevraagd kan worden door de Minister van EZK en voor deze verordening niet beschikbaar
was.
3.3. Handhaafbaarheid, uitvoerbaarheid en fraudebestendigheid
De leden van de VVD-fractie lezen dat de kans op fraude nihil word geacht. De ACM
is niet als toezichthouder aangewezen op deze verordening. Deze leden vragen op welke
manier het toezicht gewaarborgd is.
3.4. Financiële gevolgen/lasten overheid en bedrijfsleven
De leden van de VVD-fractie lezen dat de netbeheerder van landelijk hoogspanningsnet
mogelijk extra werkzaamheden krijgen. Deze leden vragen of er extra kosten gemaakt
gaan worden. Zo ja, hoeveel? Voorts vragen zij wie deze extra kosten moet betalen
en hoe deze kosten als ze door de overheid betaald moeten worden gedekt zijn.
4.1. Hoofdlijnen verordening
De leden van de GroenLinks-fractie vragen in hoeverre deze verordening verband houdt
met het huidige tekort aan netcapaciteit.
4.1.1. Introductie
De leden van de VVD-fractie lezen dat het doel van deze verordening is om te komen
tot een goed functionerende, transparante groothandelsmarkt die bijdraagt aan leveringszekerheid.
Deelt de regering de mening van deze leden dat de beste manier om voor leveringszekerheid
te zorgen, het zowel in nationaal als in Europees verband over voldoende regelbaar
vermogen te beschikken is?
4.1.2. Wijzigingen en aanscherpingen t.o.v. verordening (EG) 714/2009
De leden van de VVD-fractie lezen dat de verordening eisen stelt aan de aansluiting
van elektriciteitsproductie-eenheden op het systeem waarbij met name wordt gekeken
hoe hernieuwbare energiebronnen eventueel prioritair zouden kunnen worden ingevoerd.
Deze leden vragen de regering wat het eventueel prioritair invoeren van hernieuwbare
energiebronnen betekent voor de congestie op het elektriciteitsnetwerk. Deelt de regering
de mening van deze leden dat het eventueel prioritair invoeren van hernieuwbare energie
niet ten koste mag gaan van de leveringszekerheid?
De leden van de VVD-fractie lezen verder dat de verordening bepaalt dat minimaal 70
procent van de interconnectiecapaciteit beschikbaar moet zijn voor de markt. Kan de
regering toelichten waarom er voor een drempelwaarde van 70% interconnectiecapaciteit
is gekozen?
De leden van de D66-fractie lezen in memorie van toelichting dat als gevolg van artikel
15 van verordening 2019/943 dat de Minister van EZK, indien structurele congestie
aan de orde is, een actieplan opstelt om de situatie van structurele congestie op
te heffen. Deze leden vragen van de regering om een toelichting op een dergelijk actieplan.
Welke acties zal dit actieplan (kunnen) behelzen? Is er reeds ervaring mee opgedaan
door een andere Europees lidstaat?
4.2. Handhaafbaarheid, uitvoerbaarheid en fraudebestendigheid
De leden van de SP-fractie vragen wat er wordt bedoeld met dat de kans op fraude nihil
wordt geacht. Aan wat voor soort fraude wordt gedacht? Ook baart het deze leden zorgen
dat kosten bij de consumenten worden doorberekend doordat in het wetsvoorstel wordt
geopperd dat de kosten die gemaakt worden voor Europese samenwerking van regionale
netbeheerders, verrekend kunnen worden in de tarieven.
4.3. Financiële gevolgen/lasten overheid en bedrijfsleven
De leden van de VVD-fractie lezen dat regionale netbeheerders mogelijk met extra werkzaamheden
te maken krijgen en dat deze kosten kunnen worden verdisconteerd in de nettarieven.
Deze leden vragen of deze extra kosten onder de bestaande tariefregulering vallen
waar de ACM op toeziet.
5.1. Hoofdlijnen verordening 2017/1938
De leden van de GroenLinks-fractie zijn positief over de voorgenomen versterkte intensievere
regionale samenwerking en het bieden van bijstand van een nieuwe verordening. Deze
leden vragen wel waarom het vaststellen van condities, waaronder in het geval van
een ernstige verstoring gas wordt geleverd, wordt overgelaten aan individuele buurlanden.
Is de regering van mening dat hiermee zorgen over voldoende gaslevering naar Oekraïne
voldoende ondervangen worden. Zo ja, hoe? Kan nader worden toegelicht hoe deze mogelijkheid
tot compensatie er in de praktijk komt uit te zien? Daarbij vragen deze leden of het
punt over het nemen van maatregelen om afnemers van gas (niet zijnde beschermde afnemers)
te kunnen afsluiten als dat nodig is om de gaslevering aan door solidariteit beschermde
afnemers in een buurland in stand te houden verduidelijkt kan worden. Op welke maatregelen
worden gedoeld en wanneer kan een dergelijke situatie zich voordoen? Op welke bevoegde
instanties van lidstaten doelt de regering en welke uitgebreidere mogelijkheden voor
de Europese Commissie komen er?
De leden van de GroenLinks-fractie vragen tevens hoe het aanscherpen en uitbreiden
van procedures voor het realiseren van reverse-flow op interconnectiepunten bijdragen
aan onderlinge solidariteit bij gastoevoer wanneer er een ernstige verstoring dreigt.
Vervolgens vragen deze leden hoe lidstaten die profijt zouden kunnen hebben van reverse-flow
actief worden geconsulteerd en betrokken worden bij de mogelijkheid van reverse-flow,
indien deze noodzaak zich voordoet.
De leden van de GroenLinks-fractie vragen welke maatregelen uit het noodplan moeten
zijn uitgeput en waarop de billijke compensatie is gebaseerd als dienst voor de te
ontvangen solidariteit. Deze leden vragen vervolgens waarom Oekraïne is uitgezonderd
van de lijst van landen en of Oekraïne mogelijk nog toegevoegd gaat worden.
De leden van de GroenLinks-fractie vragen of de ontheffing binnenkort ook voor Nederland
zal gelden, gezien het voornemen om het gaswinningsniveau in Groningen zo snel mogelijk
naar nul te brengen. Heeft deze verordening invloed op de gaswinning in Groningen?
5.1.1. Instelling risicogroepen en geïntensiveerde regionale samenwerking
De leden van de VVD-fractie lezen dat direct met elkaar verbonden lidstaten tot afspraken
dienen te komen over de technische, financiële en juridische regelingen op grond waarvan
solidariteit wordt verleend in geval een lidstaat te weinig gas heeft om te voorzien
in de vraag van zijn door solidariteit beschermde afnemers. Kan de regering toelichten
waar lidstaten terecht kunnen op het moment dat het hen niet lukt om met elkaar tot
afspraken te komen?
De leden van de SP-fractie vragen hoe de overheid rechtvaardigheid wil creëren voor
landen uit verschillende regio’s en met verschillende financiële situaties. Tevens
menen deze leden dat solidariteit niet altijd gecompenseerd hoeft te worden. Zij vragen
zich af hoe de regering dat voor zich ziet. Wordt een buurland pas geholpen als een
billijke compensatie wordt toegezegd? Wat houdt billijk in? Worden arme landen dan
minder snel geholpen dan rijke landen?
De voorzitter van de commissie, Diks
Adjunct-griffier van de commissie, Kruithof
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
L.I. Diks, voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat -
Mede ondertekenaar
L.N. Kruithof, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.