Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Gerven over het bericht ‘Jaarlijks 220 doden door het slikken van zware pijnstillers’
Vragen van het lid Van Gerven (SP) aan de Minister voor Medische Zorg over het bericht «Jaarlijks 220 doden door het slikken van zware pijnstillers» (ingezonden 29 augustus 2019).
Antwoord van Minister Bruins (Medische Zorg) (ontvangen 14 oktober 2019). Zie ook
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 147.
Vraag 1
Wat is uw oordeel over het bericht dat jaarlijks 220 mensen overlijden ten gevolge
van het gebruik van zware pijnstillers zoals Oxycodon?1
Antwoord 1
De berichten in de media over de 220 doden baseren zich op een wetenschappelijk artikel
dat werd gepubliceerd in het vakblad JAMA Network Open. Hierbij dient echter te worden
aangetekend dat het gaat om een ruime selectie van doodsoorzaken. Het gaat hier niet
alleen om overlijdensgevallen door zware pijnstillers zoals oxycodon, maar ook andere
middelen waaraan een overlijdensrisico is verbonden, zoals heroïne. Het aantal gevallen
dat zuiver en alleen te wijten is aan zware pijnstillers zoals oxycodon, ligt daarmee
in werkelijkheid lager. Uiteraard vind ik elk sterfgeval als gevolg van het onverantwoord
gebruik van zware pijnstillers vreselijk en onacceptabel. De forse toename van het
problematisch gebruik van zware pijnstillers lijkt volgens experts hiervoor de verklaring.
Het is niet nodig dat er mensen overlijden door het verkeerd gebruik van deze middelen.
Ik heb dan ook in februari van dit jaar maatregelen aangekondigd om het problematisch
gebruik van deze middelen terug te brengen. De maatregelen richten zich op betere
informatie over de risico’s en bijwerkingen van zware pijnstillers, aanscherping van
de richtlijnen, meer wetenschappelijk onderzoek en het tijdig signaleren van oneigenlijk
gebruik. In oktober ontvangt u een brief over de voortgang van deze maatregelen.
Vraag 2
Is het niet wenselijk een volledig reclameverbod op deze middelen af te kondigen om
zo het onnodig voorschrijven en gebruik van deze middelen terug te dringen?
Antwoord 2
Het wel of niet voorschrijven van pijnstillers is de primaire verantwoordelijkheid
van voorschrijvers in het kader van juiste en veilige zorg aan hun patiënten. Bij
deze verantwoordelijkheid hoort het op gepaste wijze voorschrijven van geneesmiddelen:
het juiste middel aan de juiste patiënt. Mijn maatregelen zijn erop gericht voorschrijvers
hiervan bewuster te maken en sterker aan te spreken op hun verantwoordelijkheid.
Zware pijnstillers zijn alleen verkrijgbaar op recept. Reclame voor receptgeneesmiddelen
richting patiënten is verboden. Reclame richting de voorschrijvers is toegestaan maar
dient aan strikte eisen te voldoen (artikel 91 Geneesmiddelenwet). Zo dienen de gegevens
exact, actueel, verifieerbaar en volledig te zijn zodat de arts zich een oordeel kan
vormen over de therapeutische waarde. Daarmee zijn aan reclame richting voorschrijvers
naar mijn mening voldoende voorwaarden gesteld om niet-objectieve informatie aan voorschrijvers
over pijnstillers te voorkomen.
Vooralsnog heb ik geen aanwijzingen dat de toename van het aantal voorschriften voor
zware pijnstillers te wijten is aan gevoerde reclame door fabrikanten. In Nederland
zijn er verschillende waarborgen om ongewenste beïnvloeding te voorkomen. De Inspectie
Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) houdt toezicht op de naleving van de regels voor geneesmiddelenreclame.
Ondanks deze waarborgen blijf ik alert op signalen die wijzen op beïnvloeding door
reclame van fabrikanten. De taakgroep opioïden heeft hierin een belangrijke rol en
adviseert mij indien nodig over extra te nemen maatregelen op dit terrein.
Vraag 3
Hoe gaat u voorkomen dat we in Nederland Amerikaanse toestanden krijgen met allerlei
rechtszaken tegen fabrikanten die uit zijn op het zoveel mogelijk verkopen van deze
middelen, en aan de andere kant ervoor zorgen dat de gebruikers worden beschermd tegen
ongewenst gebruik van deze middelen?
Antwoord 3
Zie allereerst mijn antwoord op vraag 2.
Het problematisch gebruik van deze middelen moet omlaag. Ik wil de groei van deze
groep gebruikers een halt toe te roepen. Dit doe ik door via de taakgroep de kennis
en het bewustzijn over de risico’s van opioïden bij patiënten en artsen te vergroten,
het laagdrempelig voorschrijven van deze middelen af te remmen en ervoor te zorgen
dat de gebruikers van deze middelen beter worden gevolgd en begeleid tijdens het gebruik.
Daarnaast is er nog te weinig kennis over het gebruik van opioïden. Dit moet veranderen.
Ik wil dat er meer wetenschappelijke kennis hierover beschikbaar komt. Tot slot vind
ik het belangrijk dat het medisch en niet-medisch gebruik van opioïden tijdig wordt
gesignaleerd.
Vraag 4
Bent u bereid de mensen of nabestaanden op een of andere wijze bij te staan, die ernstig
benadeeld zijn door het gedrag van fabrikanten die weten dat de middelen die ze verkopen
zeer verslavend zijn? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
De mensen die deze middelen op onverantwoorde wijze hebben gebruikt en hiervan de
vreselijke gevolgen hebben moeten ondervinden, sta ik bij door alles op alles te zetten
om dit probleem zo snel mogelijk Nederland uit te helpen. Dit doe ik door maatregelen
te nemen zoals genoemd in antwoord op vraag 3. Daarnaast zorg ik ervoor dat de mensen
die zich onverhoopt in een problematische situatie bevinden en bijstand nodig hebben
zo snel en adequaat mogelijk worden doorverwezen naar de juiste zorgverlener.
Tot slot vind ik het van belang om de suggestie weg te nemen dat het hier uitsluitend
gaat om verslavende middelen. Zware pijnstillers zijn receptgeneesmiddelen, die bij
onbegeleid en onjuist gebruik verslavend kunnen zijn. Dit is een bijwerking die bij
langdurig gebruik kan optreden. Er zijn veel mensen met zware pijnklachten. Die mensen
hebben juist baat bij deze geneesmiddelen. Dankzij deze middelen wordt het dagelijks
functioneren voor deze mensen mogelijk. Dit moeten we ook voor ogen blijven houden.
Ik vind het belangrijk dat de beschikbaarheid en toegankelijkheid van deze middelen
gewaarborgd blijven. Het aantal gebruikers dat deze middelen op een verantwoorde manier
gebruikt is dan ook niet zozeer het probleem, als wel het aantal gebruikers dat deze
middelen niet op de juiste manier en onnodig (lang) gebruikt. Mijn maatregelen zijn
dan ook gericht op het terugbrengen van deze laatste groep problematische gebruikers.
Vraag 5
Hoe gaat u het ongewenste gedrag van de fabrikanten in deze effectief beteugelen?
Antwoord 5
Zie mijn antwoord op vraag 2.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.