Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Lodders en Geurts over het bericht ‘Duizenden veehouders nog in ongewis over fosfaatrechten’
Vragen van de leden Lodders (VVD) en Geurts (CDA) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het bericht «Duizenden veehouders nog in ongewis over fosfaatrechten» (ingezonden 19 juli 2019).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 9 oktober
2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Duizenden veehouders nog in ongewis over fosfaatrechten»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat vindt u van de situatie dat nog steeds duizenden veehouders in het ongewisse zijn
over de toewijzing van fosfaatrechten en van de onzekerheid die dit zowel bedrijfsmatig
als privé met zich meebrengt?
Antwoord 2
Ik begrijp dat de afwachting van een beslissing op bezwaar of beroep voor veehouders
onzekerheden met zich brengt. RVO.nl handelt de bezwaarschriften zo snel mogelijk
af. Dit moet wel zorgvuldig gebeuren. Het actuele beeld d.d. 2 september 2019 is dat
er 8.677 bezwaren zijn ingediend. Hiervan zijn er 7.147 afgehandeld. Er zijn nog 1.530
bezwaren in behandeling. Er is nog altijd een instroom van nieuwe bezwaarschriften,
maar de voorraad van het aantal bezwaarschriften dat in behandeling is daalt.
Circa 45% van de nog openstaande bezwaarschriften vergt een beoordeling of er sprake
is van een individuele disproportionele last. Het overige deel van de bezwaren is
afkomstig uit de vleesveesector. Hier speelt het vraagstuk welke runderen vallen onder
de definitie van melkvee in de Meststoffenwet, waarover het College van Beroep voor
het bedrijfsleven (CBb) recent enkele uitspraken heeft gedaan.
Binnen de groep van 1.530 bezwaarschriften die nog in behandeling zijn, zijn er 368
bezwaarschriften waarbij een landbouwer heeft aangegeven dat er sprake is van een
knelgeval. Deze dossiers overlappen, met uitzondering van 31 stuks, met de hierboven
genoemde categorieën. De beoordeling van het knelgeval wordt meegenomen in de afhandeling
van het bezwaarschrift. Er zijn binnen deze groep van 368 ondernemers nog 7 bezwaarschriften
waarbij een landbouwer nog gegevens dient aan te leveren voor de beoordeling van het
knelgeval. Met alle 7 ondernemers is goed overleg en zijn individuele afspraken gemaakt
over de termijn voor het aanleveren van de benodigde gegevens.
Het beeld van de beroepsprocedures is dat er 1.513 beroepen zijn ingediend (stand
van zaken 2 september 2019). Hiervan zijn er 482 afgehandeld. Er zijn nog 1.031 beroepen
in behandeling bij het CBb. Het kabinet heeft extra middelen ter beschikking gesteld
om deze zaken zo snel mogelijk af te handelen, zonder daarbij de zorgvuldigheid uit
het oog te verliezen. Het CBb hanteert hiertoe sinds begin dit jaar een projectmatige
aanpak, waarbij vergelijkbare zaken zo veel mogelijk gezamenlijk worden opgepakt.
Vraag 3
Is u bekend dat melkveehouders bericht ontvangen dat de herbeoordeling niet tegelijkertijd
met het lopende bezwaarschrift behandeld wordt en dat dat betekent dat de bezwaarprocedure
stil komt te liggen tijdens de periode dat het aantal fosfaatrechten opnieuw beoordeeld
wordt? Kunt u aangeven hoeveel tijd de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO)
kan gebruiken om deze herbeoordeling plaats te laten vinden?
Antwoord 3
Het CBb heeft op 16 april 2019 en 25 juni 2019 uitspraken gedaan over de definitie
van melkvee in de Meststoffenwet. De uitleg daarvan zoals gegeven in de beleidsregel
bleek ten opzichte van de definitie in de Meststoffenwet te beperkt. Er zijn 1.045
lopende bezwaar- en beroepsprocedures die door deze uitspraken worden getroffen. Deze
veehouders zullen een nieuw besluit ontvangen van RVO.nl. Voor een deel zal daarmee
het probleem opgelost zijn. Voor veehouders die nog andere punten van bezwaar hadden,
kan de lopende procedure na ontvangst van het nieuwe besluit worden voortgezet. De
herbeoordeling is naar verwachting in het najaar van 2019 gereed.
Vraag 4
Wat is de reden dat de herbeoordeling niet tegelijkertijd met de bezwaarprocedure
wordt afgehandeld?
Antwoord 4
Zorgvuldigheid staat voorop bij het behandelen van de diverse procedures. Door eerst
een nieuw besluit te nemen naar aanleiding van de uitspraken van het CBb, kunnen bezwaren
tegen dit nieuwe besluit worden meegenomen in de lopende bezwaarprocedure en wordt
voorkomen dat een landbouwer pas in beroep bezwaren kan uiten tegen het nieuwe besluit.
Zodra een landbouwer een nieuw besluit heeft ontvangen, neemt RVO.nl contact op om
afspraken te maken over de verdere afhandeling van het bezwaarschrift.
Vraag 5
In het verslag van een schriftelijk overleg over de fosfaatrechtenregeling (Kamerstuk
33 037, nr. 359) stelt u dat een deel van de bezwaarmakers een beroep heeft gedaan op de knelgevallenregeling,
en dat deze bezwaarmakers één besluit ontvangen waarin de zaken tezamen worden beoordeeld;
kunt u aangeven hoeveel van de nog 1.672 lopende bezwaarprocedures een beroep hebben
gedaan op de knelgevallenregeling? Komen deze gevallen boven op de zeven knelgevallen
die nog beoordeeld moeten worden?
Antwoord 5
Ik verwijs naar mijn antwoord op vraag 2.
Vraag 6
In het overzicht uit het eerder genoemde schriftelijk overleg wordt aangegeven dat
2.820 bedrijven zijn aangemeld voor de knelgevallenregeling, en dat voor 708 bedrijven
de knelgevallenregeling geheel of gedeeltelijk is toegekend; kunt u aangeven hoeveel
bedrijven te horen hebben gekregen dat zij niet in aanmerking komen voor de knelgevallenregeling?
Zijn die zaken daarmee afgehandeld? Zo nee, hoeveel zaken lopen er nog?
Antwoord 6
Van de 2.820 bedrijven die zich hebben aangemeld, zijn er 703 geheel of gedeeltelijk
toegekend en 1804 bedrijven hebben een afwijzing ontvangen. 14 ondernemers zijn in
bezwaar gegaan tegen de beslissing over hun knelgeval. Tegen een toewijzing of een
afwijzing in de bezwaarprocedure kan een landbouwer in beroep. In mijn antwoord op
vraag 2 heb ik aangegeven dat er 368 lopende bezwaarschriften zijn waarin de ondernemer
(alsnog) heeft aangegeven dat er sprake is van een knelgeval. Dit aantal van 368 omvat
de 14 ondernemers die in bezwaar zijn gegaan tegen een eerdere beslissing over hun
knelgeval.
Vraag 7
Kunt u aangeven welke procesafspraken er gemaakt zijn met de bezwaarmakers?
Antwoord 7
Er zijn procesafspraken gemaakt met diverse gemachtigden en ondernemers over de termijn
van het aanleveren van aanvullende informatie ter onderbouwing van het bezwaarschrift.
In de meeste van deze afspraken is ook een termijn aangegeven waarbinnen de beslissing
op bezwaar kan worden verwacht.
Vraag 8
Wanneer bent u voornemens om (in lijn met de procesafspraken) veehouders duidelijkheid
te bieden?
Antwoord 8
De grote hoeveelheid bezwaarschriften dient zorgvuldig te worden beoordeeld. Ik zie
de gemaakte procesafspraken als leidraad voor de afhandeling van de bezwaarschriften.
Vraag 9
Wat is de reden dat de beoordeling van de zeven bedrijven die in aanmerking willen
komen voor de knelgevallenregeling uitblijft? Tot welke termijn kunnen de bedrijven
de ontbrekende gegevens aanleveren? Klopt het dat deze bedrijven geen verdere bezwaarprocedures
hebben lopen?
Antwoord 9
Ik verwijs naar mijn antwoord op vraag 2.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.