Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Futselaar over de uitspraken van vicepremier Hugo de Jonge tijdens de jaaropening van Hogeschool Rotterdam
Vragen van het lid Futselaar (SP) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de uitspraken van vicepremier Hugo de Jonge tijdens de jaaropening van Hogeschool Rotterdam (ingezonden 6 september 2019).
Antwoord van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen
8 oktober 2019).
Vraag 1
Deelt u de mening van de vicepremier dat studenten met een meer dwingende hand verleid
moeten worden tot een andere studiekeuze?1 Kunt u dit toelichten?
Antwoord 1
De vicepremier sprak tijdens de jaaropening van Hogeschool Rotterdam over de grote
tekorten op de arbeidsmarkt in de sectoren techniek, onderwijs en zorg en vindt dat
het onderwijs hier met het bedrijfsleven en maatschappelijke partners beter op dient
in te spelen.
Dat sluit aan op het uitgangspunt van dit kabinet dat de aansluiting van het onderwijs
op de behoeften van de arbeidsmarkt, maatschappij en wetenschap van groot belang is.
Het is daarbij belangrijk dat leerlingen en studenten de vrijheid hebben zelf een
bewuste studiekeuze te maken. Het onderwijs dient hen daarbij te ondersteunen en te
stimuleren zich breed te oriënteren. Eigen interesses en capaciteiten zijn in je studiekeuze
een belangrijke overweging, net als hoe je na je studie terecht komt op de arbeidsmarkt.
Het kabinet zet daarom in op goede loopbaanoriëntatie en -begeleiding in het vo en
mbo en een ruim aanbod van objectieve en betrouwbare studiekeuze-informatie, met aandacht
voor arbeidsmarktperspectieven.
Zoals aangegeven in de kabinetsreactie op het advies van de commissie Van Rijn is
het voor een goede aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt belangrijk dat sectoren
zelf reflecteren op hun eigen opleidingsaanbod, en de aansluiting op de arbeidsmarkt
op opleidingsniveau.
Voor het mbo geldt dat instellingen zich dienen te houden aan de zorgplicht arbeidsmarktperspectief
en een opleiding alleen aanbieden als er voldoende arbeidsmarktperspectief voor is.
De Commissie Macrodoelmatigheid MBO (CMMBO) toetst dit naar aanleiding van signalen
en adviseert mij over eventueel ingrijpen. Daarnaast hebben het onderwijs en het bedrijfsleven
binnen de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB)
een werkwijze ontwikkeld waarbij wordt gesignaleerd bij welke opleidingen er eventueel
problemen zijn met de aansluiting op de arbeidsmarkt en welke stappen er gezet moeten
worden om dit te verbeteren. Dit kan bijvoorbeeld een inhoudelijke aanpassing zijn
van een opleiding of een reductie in studentenaantallen.
Voor het hoger onderwijs heb ik de Commissie Doelmatigheid Hoger Onderwijs (CDHO)
gevraagd om analyses te maken van de macrodoelmatigheid van het bestaande opleidingsaanbod.2 Als de CDHO knelpunten vindt in de macrodoelmatigheid van het huidige opleidingsaanbod,
zal ik de sector vragen om daarmee aan de slag te gaan. In de Strategische Agenda
Hoger Onderwijs en Onderzoek zal ik verder ingaan op de aansluiting van het onderwijs
op de behoeften van de arbeidsmarkt, maatschappij en wetenschap.
Vraag 2
Sprak de vicepremier tijdens de jaaropening namens het kabinet? Zo niet, namens wie
dan wel?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Hoe vallen de uitspraken van de vicepremier te rijmen met de uitspraken van de Minister-President,
die op Lowlands zei dat je een studie moet kiezen die je interessant vindt?3
Antwoord 3
Zoals bij vraag 1 aangegeven, zijn zowel de intrinsieke motivatie als arbeidsmarktperspectieven
belangrijk voor leerlingen en studenten om te laten meewegen in hun studiekeuze. Het
één sluit het ander niet uit. Tenslotte zijn er vaak meerdere studies die kunnen aansluiten
bij de interesse van de student, waarvan de arbeidsmarktperspectieven kunnen verschillen.
Goede studiekeuze-informatie daarover is essentieel.
Vraag 4
Sprak de Minister-President op Lowlands namens het kabinet? Zo niet, namens wie dan
wel?
Antwoord 4
Ja.
Vraag 5
Op welke wijze zouden studenten «met meer dwingende hand» verleid moeten worden een
andere studie te kiezen?
Antwoord 5
Zie antwoord op vraag 1.
Vraag 6
Bent u van plan de keuzevrijheid van studenten te gaan beperken door bijvoorbeeld
numerus fixi of andere maatregelen in te voeren om studenten met meer dwingende hand
te gaan verleiden?
Antwoord 6
Zie antwoord op vraag 1.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.