Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kerstens over het bericht dat gemeenten massaal korten op het sociaal domein
Vragen van het lid Kerstens (PvdA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat gemeenten massaal korten op het sociaal domein (ingezonden 16 september 2019).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 4 oktober
2019)
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Gemeenten korten massaal op sociaal domein»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Welke gevolgen voorziet u van het feit dat driekwart van de gemeenten nog grotere
tekorten verwacht?
Anwoord 2
In opdracht van Binnenlands Bestuur heeft Frontin PAUW 86 gemeenten bereid gevonden
om deel te nemen aan een uitvraag over mogelijke tekorten. Van deze 86 gemeenten heeft
driekwart, ofwel 65 gemeenten, aangegeven komend jaar een tekort op de begroting voor
2020 te hebben. Over de oorzaak – zo stelt het artikel in Binnenlands Bestuur – zijn
de gemeenten het in grote lijnen eens: een combinatie van een teruglopende uitkering
in het gemeentefonds en oplopende uitgaven in het sociaal domein, met name in de jeugdzorg.
Allereerst dient te worden benadrukt dat hetgeen gemeenten voor het sociaal domein
begroten niet noodzakelijkerwijs overeen komt met hetgeen gemeenten vanuit het gemeentefonds
ontvangen. De gemeenten bepalen zelf hoeveel zij voor de verschillende onderwerpen
in hun begroting opnemen. Het is op basis van deze uitvraag dan ook niet te zeggen
dat sprake is van tekorten. Dit neemt niet weg dat de gemeenten en het Rijk in gesprek
met elkaar zijn en blijven over de vraag of de gemeenten invulling kunnen geven aan
de wettelijke verantwoordelijkheden in combinatie met het daarvoor beschikbaar gestelde
budget. Zoals bekend, is om die reden – op basis van een verdiepend onderzoek naar
de jeugdhulp – afgelopen voorjaar besloten om voor de jeugdhulp in 2019 € 420 miljoen
extra beschikbaar te stellen en in 2020 en 2021 jaarlijks € 300 miljoen. Voorts is
afgesproken om aanvullend onderzoek naar de jeugdhulp te doen om beter zicht te krijgen
op de achtergronden van de volumeontwikkeling en de tekorten, en of de volume- en
uitgavengroei structureel is. Het is overigens onbekend of deze extra bedragen voor
jeugdhulp in de begrotingen van deze uitvraag zijn meegenomen. De meeste gemeenten
hadden op het moment dat de budgetten aan het gemeentefonds werden toegevoegd hun
conceptbegrotingen voor 2020 al gereed. De begroting kan daarna nog worden aangepast
en wordt in het najaar definitief vastgesteld.
Gemeenten noemen de teruglopende uitkering in het gemeentefonds als één van de oorzaken
van de tekorten op de begroting. Onderuitputting bij het Rijk heeft de afgelopen jaren
gezorgd voor lagere accressen in het lopende jaar en een schuif van accres in een
jaar naar het volgende jaar. Gemeenten worden pas na het opstellen van hun begroting
geconfronteerd met bijstellingen en geven aan dat dit op de korte termijn leidt tot
moeilijke keuzes in hun begroting. Het is voor gemeenten vervelend als lopende het
begrotingsjaar sprake is van onzekerheid door accresbijstellingen.
In de op dinsdag 17 september gepubliceerde septembercirculaire van het gemeentefonds
zijn de actuele berekeningen van het accres van de algemene uitkering van het gemeentefonds
gepresenteerd voor de komende jaren. Dit jaar zal het gemeentefonds met € 1,1 miljard
groeien, tot € 31,2 miljard. De groei is € 218 miljoen lager dan eerder werd verwacht.
Volgend jaar zal het gemeentefonds met € 1,2 miljard groeien, de groei is dan € 409
miljoen hoger dan verwacht. Ook voor 2021 en 2022 laten de accresramingen een positief
effect zien.
Het kabinet is bereid om samen met de medeoverheden voor 2020 en 2021 te verkennen
of maatregelen kunnen worden getroffen die de schommelingen in het accres kunnen voorkomen
of dempen. Hierover heeft uw Kamer bij de Algemene Politieke Beschouwingen een motie2 aangenomen. Daarnaast heeft het kabinet samen met de medeoverheden ten behoeve van
de volgende kabinetsperiode een evaluatie van de hele normeringsystematiek opgestart.
Hierbij wordt eveneens gekeken naar meer stabiliteit. Op basis van de evaluatie worden
varianten uitgewerkt voor de normering van de fondsen vanaf 2022.
Vraag 3 en 4
Vindt u het ook schrijnend dat (zeker ook in tijden van economische voorspoed en forse
overschotten op de rijksbegroting) die tekorten met name leiden tot bezuinigingen
op het sociaal domein, waarvan nou net de meest kwetsbare inwoners van de gemeenten
in kwestie de dupe worden?
Wat zegt u tegen (vaak kwetsbare) inwoners die zien dat op deze wijze de juist ook
voor hen bedoelde voorzieningen moeten worden afgebroken?
Antwoord 3 en 4
Zoals ik hiervoor in het antwoord op vraag 2 al heb aangegeven, zijn en blijven de
gemeenten en het Rijk met elkaar in gesprek over de vraag of de gemeenten invulling
kunnen geven aan de wettelijke verantwoordelijkheden in combinatie met het daarvoor
beschikbaar gestelde budget. Om die reden is ook dit voorjaar extra budget voor de
jeugdhulp aan het gemeentefonds toegevoegd. Gemeenten dienen aan hun wettelijke verantwoordelijkheden
te voldoen en elke inwoner dient door zijn/haar gemeente geholpen te worden indien
dit onder de wettelijke verantwoordelijkheid van de gemeente valt.
Vraag 5 en 6
Wanneer is naar uw mening de grens bereikt waarbij ook u zegt dat gemeenten niet meer
op verantwoorde wijze uitvoering kunnen geven aan de diverse decentralisaties in het
sociaal domein?
Bent u bereid c.q. uw verantwoordelijkheid in dezen te nemen en te zorgen dat deze
neerwaartse spiraal wordt gestopt? Als dat nu niet is, wanneer dan wel?
Antwoord 5 en 6
Zoals in voorgaande antwoorden gemeld, blijven de gemeenten en het Rijk met elkaar
in gesprek. Er kan geen sprake zijn van een onverantwoorde uitvoering door gemeenten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.