Schriftelijke vragen : Paspoorthandel op Malta
Vragen van de leden Groothuizen, Den Boer en Verhoeven (allen D66) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken, van Justitie en Veiligheid, van Financiën en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over paspoorthandel op Malta (ingezonden 2 oktober 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten «Paspoorthandel: schatrijke buitenlanders kopen staatsburgerschap
op Malta1», «Wat is de rol van deze Nederlandse hoogleraar bij omstreden paspoorthandel?»2 en «Onderzoek naar Groningse hoogleraar vanwege paspoorthandel Malta»?3
Vraag 2
Hoeveel paspoorten en visa heeft Malta in de afgelopen vijf jaar verkocht?
Vraag 3
Welke nationaliteiten hebben de personen die deze paspoorten en visa hebben gekocht?
Vraag 4
Is het mogelijk dat Malta paspoorten verkoopt aan mensen die (elders) in de EU worden
verdacht van of zijn veroordeeld voor ernstige strafbare feiten, zoals witwassen of
corruptie? Zo ja, hoe beoordeelt u dat? Zo nee, hoe kunt u dat garanderen?
Vraag 5
Hoe beoordeelt u de verkoop van paspoorten door de overheid van Malta, waarbij iemand
zich voor 900.000 euro kan laten naturaliseren tot Maltees, waarmee iemand indirect
ook het EU-burgerschap kan kopen?
Vraag 6
Deelt u de mening dat de mogelijkheid om paspoorten te kopen criminaliteit in de hand
kan werken en een halt toegeroepen zou moeten worden? Deelt u voorts de mening dat
het überhaupt niet mogelijk zou moeten zijn om het Europese burgerschap te kunnen
kopen? Wat gaat u doen om deze problematiek aan te kaarten bij uw Europese, en in
het bijzonder uw Maltese collega’s?
Vraag 7
Deelt u de mening dat het verkrijgen van een EU-paspoort een logische vervolgstap
kan zijn in het wegsluizen van grote sommen geld en vermogensbestanddelen, en daarmee
in feite een schakel in corruptie en witwassen is, omdat het na het veiligstellen
van vermogen logisch is dat mensen ongestoord van hun vermogen willen kunnen genieten?
Zo ja, is hier dan geen sprake van het mogelijk faciliteren van corruptie en witwassen?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 8
Deelt u de mening dat het indirect kunnen kopen van het EU-burgerschap de veiligheid
en integriteit van het vrije verkeer van personen in de Europese Unie kan ondermijnen?
Zo ja, wat gaat u daaraan doen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 9
In hoeverre is bekend of de personen die een paspoort of visum hebben gekocht in Malta,
daar ook verblijven of anderzijds een link hebben met Malta? Indien deze personen
niet in Malta verblijven maar daar wel een woonadres hebben, hoe beoordeelt u dat
en welke risico’s ziet u daarbij?
Vraag 10
Hoe heeft Nederland zich tot nu toe opgesteld in de Europese Unie als het gaat om
visa- en paspoorthandel, en in het bijzonder bij de inspanningen van de Europese Commissie
op dit terrein naar aanleiding van de initiatieven volgend op het rapport «Investor
Citizenship and Residence Schemes in the European Union»?4 Ziet u aanleiding om de opstelling van het Nederlandse kabinet te veranderen? Zo
ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?
Vraag 11
Op welke wijze levert het kabinet expertise om de Europese Commissie te ondersteunen
in de monitoring van deze problematiek en wat voor resultaten heeft dit tot nu toe
opgeleverd? Kunt u bevestigen dat er inderdaad geen misbruik van bestaande regelingen
wordt gemaakt?5
Vraag 12
Hoe beziet u het probleem dat EU-lidstaten zelf beslissen wie hun nationaliteit krijgt,
maar daarmee ook zelf beslissen wie het Europese burgerschap krijgt? Is dit wenselijk
volgens u? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 13
Bent u ervan op de hoogte dat de AIVD eerder heeft gewaarschuwd voor de risico’s die
deze paspoorthandel met zich meebrengt? Zo ja, wat heeft u gedaan met deze waarschuwing?
Welke oplossingen draagt de AIVD aan en wat heeft u daar tot nu toe mee gedaan?
Vraag 14
Wat vindt u ervan dat de AIVD deze paspoorthandel een «gevaar voor de nationale veiligheid»
noemt? Bent u dit met de AIVD eens? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u dit toelichten?
Vraag 15
Hoe beoordeelt u de waarschuwing van de AIVD dat door deze paspoorthandel «inlichtingenofficieren
met kwade bedoelingen vrij kunnen reizen binnen de EU»?
Vraag 16
In hoeverre is het u bekend dat deze zorgen ook bij inlichtingendiensten van andere
lidstaten leven? Welke kansen ziet u om samen op te trekken met andere lidstaten en
hun inlichtingendiensten om deze handel aan banden te leggen?
Vraag 17
In welke andere EU-lidstaten is het mogelijk paspoorten en visa te kopen? Hoeveel
paspoorten en visa hebben deze lidstaten individueel verkocht? Welke nationaliteiten
hebben de personen die deze paspoorten en visa hebben gekocht? Welke zaken vallen
u op als u deze informatie bekijkt?
Vraag 18
Welk verband is er volgens u tussen de moord op journaliste Caruana Galizia, die veel
onderzoek deed naar de paspoorthandel, en de Maltese overheid die verantwoordelijkheid
draagt voor de paspoorthandel in Malta? Hoe kijkt u naar het besluit dat is genomen
door de Maltese overheid om een openbaar en onafhankelijk onderzoek in te stellen
naar de moord?
Vraag 19
Hoe beoordeelt u de rol van de Nederlandse hoogleraar bij deze paspoorthandel?
Vraag 20
Bent u van mening dat hij voldoende onafhankelijk is om te kunnen opereren als onafhankelijk
academicus op de Rijksuniversiteit Groningen? Zo ja, waarom? Zo nee, welke consequenties
verbindt u daaraan?
Vraag 21
Herinnert u zich de antwoorden op de Kamervragen van de leden Groothuizen en den Boer,
ingezonden op 24 januari 2019?6
Vraag 22
Bent u van mening dat u het probleem van gouden paspoorten en visa voldoende serieus
neemt, gelet op uw eerdere antwoorden dat «het een probleem kan zijn als bij de afgifte
van «gouden paspoorten» en «gouden visa» door lidstaten onvoldoende wordt getoetst
op openbare orde en nationale veiligheid»? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 23
Hoeveel mensen hebben er sinds de invoering van de toelatingsregeling voor buitenlandse
investeerders7 in 2013 gebruik gemaakt van deze regeling? Kunt u aangeven of de regeling sinds hij
van kracht is wel eens misbruikt is, doordat het bijvoorbeeld is ingezet voor corrupte
doeleinden?
Vraag 24
Hoe effectief beoordeelt u de regeling? Bent u van mening dat de regeling wordt ingezet
waarvoor het oorspronkelijk bedoeld was? In hoeverre overweegt u de regeling stop
te zetten, gelet op het feit dat de Europese Commissie zorgen heeft over zogehete
«investor citizenship?
Vraag 25
Wat vindt u van het idee om bijvoorbeeld EuropOL of de Europese Commissie onafhankelijk
onderzoek te laten doen naar de paspoorthandel in Malta en andere lidstaten om onafhankelijk
te kunnen vaststellen wat de effecten, gevolgen en gevaren zijn van deze handel? Zo
nee, waarom niet? Zo ja, bent u bereid hiervoor te pleiten bij uw Europese collega’s?
Vraag 26
Zijn er Nederlandse bedrijven, dan wel in Nederland ingeschreven bedrijven die actief
zijn in de handel in paspoorten? Zo ja, hoe beoordeelt u deze activiteiten vanuit
het oogpunt van het bestrijden van witwassen en corruptie?
Vraag 27
Hoe rijmt u de Nederlandse en Europese inzet op het bestrijden van grensoverschrijdende
criminaliteit zoals witwassen en corruptie tegenover de visa- en paspoorthandel die
zich in Malta en andere lidstaten afspeelt? Deelt u de mening dat dit tegenstrijdig
is met elkaar? Zo nee, waarom niet?
Vraag 28
Bent u nog steeds van mening dat «EU-regelgeving op dit gebied niet wenselijk [is]
en naar verwachting ook geen oplossing [biedt]», zoals geschetst in uw brief van 7 februari
jl.?8 Deelt u de mening dat het bestrijden van witwassen en corruptie een Europese aanpak
vraagt, zoals tevens ook bepleit door dit kabinet, en dat er dus ook kritisch gekeken
moet worden naar regelingen voor het verkrijgen van paspoorten en verblijfsvergunningen
in ruil voor investeringen, zowel door Nederland als door de andere lidstaten en de
Europese Unie tezamen?
Vraag 29
Bent u bereid deze vragen individueel te beantwoorden?
Vraag 30
Bent u bereid deze vragen uiterlijk te beantwoorden voor aanvang van het plenaire
debat over de paspoorthandel in Malta?
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Omtzigt,
Van Toorenburg en Van der Molen (allen CDA), ingezonden 26 september 2019 (vraagnummer
2019Z18132).
Indieners
-
Gericht aan
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Gericht aan
W.B. Hoekstra, minister van Financiën -
Gericht aan
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Gericht aan
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken -
Gericht aan
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Indiener
M. Groothuizen, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
K. Verhoeven, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
M.G.W. den Boer, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.