Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Weverling en Remco Dijkstra over aanrijdingen met wild
Vragen van de leden Weverling en RemcoDijkstra (beiden VVD) aan de Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Infrastructuur en Waterstaat over aanrijdingen met wild (ingezonden 26 augustus 2019).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit), mede namens
de Minister van Infrastructuur en Waterstaat (ontvangen 26 september 2019).
Vraag 1
Kent u het bericht «Dit is het topje van de ijsberg»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de constatering dat het aantal doodgereden wilde dieren met een kwart toeneemt
en dat lang niet alle incidenten worden gemeld? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
De gegevens die ik tot mijn beschikking heb, bevestigen deze constatering niet. Zie
verder antwoord op vraag 3 over het melden van aangereden dieren.
Vraag 3
Kunt u een inschatting maken hoe vaak aangereden dieren aan hun lot worden overgelaten?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Door de Jagersvereniging wordt geschat dat er jaarlijks zo’n 10.000 aanrijdingen met
wild plaatsvinden. Hiervan worden er jaarlijks ca. 6.300 gemeld bij de politie.
Daarnaast registreert Rijkswaterstaat de bij hen binnengekomen meldingen van dode
of loslopende dieren op of langs rijkswegen. Jaarlijks gaat het om ca. 6.500 meldingen,
waarvan ca. 2.000 met wild.
Vraag 4 en 5
Kunt u aangeven in welk gedeelte van Nederland de Stichting Wildaanrijdingen Nederland
(SWN) de registratie van aangereden dieren verzorgt, aangezien in het artikel wordt
aangegeven dat dit maar in een beperkt deel van Nederland gebeurt?
Voeren andere organisaties dezelfde taken uit in de gedeelten van Nederland waar de
SWN niet actief is?
Antwoord 4 en 5
De Stichting Wildaanrijdingen Nederland verzorgt de registratie van aangereden dieren
in Gelderland, Noord-Brabant, Overijssel en delen van Noord-Holland. De registratie
van de aangereden dieren wordt ook verzorgd door het merendeel van de provinciale
faunabeheereenheden. In de provincie Utrecht wordt deze taak verzorgd door de Stichting
Valwild Utrecht. Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 3 houdt ook Rijkswaterstaat
een registratie bij van aangereden dieren op of langs rijkswegen.
Vraag 6
Kunt u aangeven op welke plaatsen in Nederland maatregelen zijn genomen om de aanrijdingen
met wilde dieren te verminderen (op basis van meldingen van aanrijdingen met wilde
dieren) en om wat voor maatregelen het hier gaat?
Antwoord 6
Op veel plaatsen in ons land worden maatregelen genomen om aanrijdingen met dieren
te verminderen. In de eerste plaats betreft dit het beheren van de omvang van de populaties
van dieren die regelmatig bij aanrijdingen zijn betrokken. De omvang van de populaties
wordt vastgesteld in de provinciale faunabeheerplannen. In de tweede plaats worden
door wegenbeheerders maatregelen getroffen. Dit varieert van het plaatsen van afrasteringen
tot het aanbrengen van wildviaducten en ecoducten.
Vraag 7
Heeft u, gezien het feit dat aanrijdingen met wild zorgen voor schade aan dier en
aan voertuig en daarnaast mensen in gevaar brengen, gegevens van verzekeraars, waardoor
schade en letsel inzichtelijker worden? Zo nee, is daaraan te komen?
Antwoord 7
Schade aan dieren en aan voertuigen als gevolg van aanrijdingen met wild worden niet
bij het Rijk geregistreerd. Degene die over deze gegevens wil beschikken kan zich
wenden tot de Stichting Wildaanrijdingen Nederland respectievelijk de verzekeraars.
Vraag 8
Is naar uw mening de wettelijke verplichting om aanrijdingen met wild te melden algemeen
bekend? Zo ja, hoe verklaart u dat veel aanrijdingen met wilde dieren niet worden
gemeld? Zo nee, kunt u aangeven hoe u dit gaat verbeteren?
Antwoord 8
Een ieder wordt geacht de wet te kennen. Desondanks worden niet alle aanrijdingen
met wild gemeld. Ik zal mij met de provincies verstaan om te bezien hoe de aanmeldingen
met aangereden wild kunnen worden verbeterd.
Vraag 9 en 10
Onderschrijft u de noodzaak om aanrijdingen met wilde dieren beter en uniformer te
registreren, zodat maatregelen genomen kunnen worden waar nodig en een reëler beeld
ontstaat van de omvang van de problematiek? Zo nee, waarom niet?
Welke rol ziet u voor de provincies om de registratie van aanrijdingen met wilde dieren
te verbeteren?
Antwoord 9 en 10
Het nemen van maatregelen om aanrijdingen met dieren te voorkomen vergt lokaal maatwerk
tussen wegbeheerder en faunabeheereenheid die, samen met de provincie, verantwoordelijk
zijn voor een goede balans tussen populatieomvang en verkeersveiligheid, zie ook mijn
antwoord op vraag 6. Het faunabeheer is gedecentraliseerd, waardoor het aan de provincies
is om te bepalen hoe invulling gegeven kan worden aan de registratie van wildaanrijdingen.
Vraag 11
Bent u bereid om dit onderwerp aan te kaarten bij vertegenwoordigers van provincies,
zodat gekeken kan worden of de provincies tot een gezamenlijke aanpak kunnen komen,
juist omdat het beeld ontstaat dat dit onderwerp geen bestuurlijke prioriteit heeft,
en om daarnaast uw kennis en expertise met de provincies te delen? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 11
Bij het opstellen van de provinciale faunabeheerplannen wordt reeds nadrukkelijk gekeken
naar de omvang van de wildpopulaties in relatie tot het risico op aanrijdingen met
wild. Daarbij kan gebruik worden gemaakt van de expertise die bij de kennisinstituten
van het rijk aanwezig is.
Vraag 12
Deelt u de mening dat verkeersveiligheid bovenaan dient te staan en beheer van de
wildstand een goed middel kan zijn om het aantal aanrijdingen te verminderen?
Antwoord 12
Ja.
Vraag 13
Bent u voornemens aanrijdingen met wilde dieren ook mee te nemen in de evaluatie van
het faunabeheer later dit jaar? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 13
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Mede namens
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.