Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Fritsma, Emiel van Dijk en Wilders over het bericht dat stelende asielzoekers in Ter Apel de gedupeerde ondernemers uit eigen zak gaan compenseren
Vragen van de leden Fritsma, Emiel vanDijk en Wilders (allen PVV) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht dat stelende asielzoekers in Ter Apel de gedupeerde ondernemers uit eigen zak gaan compenseren (ingezonden 29 juli 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Broekers-Knol (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 25 september
2019). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 3624.
Vraag 1
Bent u bekend met bovenstaand bericht?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Vindt u het acceptabel dat stelende asielzoekers (of ze nu uit veilige landen komen
of niet) hier met Nederlands belastinggeld in de watten worden gelegd?
Antwoord 2
Nee. Overlastgevend en/of crimineel gedrag van asielzoekers wordt niet getolereerd.
Er is een breed palet aan (bestuursrechtelijke en strafrechtelijke) maatregelen ingezet
voor de aanpak van de groep asielzoekers die zich misdraagt. Voor een uiteenzetting
van deze maatregelen verwijs ik u naar de brieven die mijn voorganger en ik in dit
kader eerder aan uw Kamer hebben gezonden2.
Vraag 3
Vindt u het normaal dat in het geval een asielzoeker steelt een boete wordt ingehouden
van «zijn» leefgeld in plaats van hem het land uit te mieteren?
Antwoord 3
Ja. Ten aanzien van personen die in aanmerking komen voor een asielvergunning in Nederland
geldt dat daarmee is vastgesteld dat zij zelf bescherming van de Nederlandse overheid
nodig hebben. Het is duidelijk dat de vreemdelingrechtelijke maatregelen die worden
genomen omdat de vreemdeling een strafbaar feit heeft gepleegd, in verhouding moeten
staan tot het risico dat de vreemdeling loopt bij terugkeer. Daarom is in de Europese
regelgeving opgenomen wanneer een asielvergunning kan worden ingetrokken. Als betrokkene
moet worden aangemerkt als verdragsvluchteling, moet er sprake zijn van een «bijzonder
ernstig misdrijf» alvorens de vergunning kan worden geweigerd of ingetrokken. Hiervan
is in het huidige beleid sprake als de rechter een onvoorwaardelijke en onherroepelijke
gevangenisstraf van 10 maanden heeft opgelegd. Als de vreemdeling in aanmerking komt
voor subsidiaire bescherming, moet sprake zijn van een «ernstig misdrijf».Hiervoor
is in ons beleid een grens gesteld van zes maanden gevangenisstraf. Het vorige kabinet
heeft het beleid op dit punt tweemaal aangescherpt. Uw Kamer is daarover geïnformeerd
bij brieven van 25 november 20153en 25 mei 20164.
Vraag 4
Deelt u de mening dat dit leefgeld niet van de asielzoeker is, maar van de Nederlandse
belastingbetaler en dat ons belastinggeld nu dus misbruikt wordt om de boetes van
deze parasiterende criminelen te betalen?
Antwoord 4
Een asielzoeker die een overtreding/misdrijf begaat, moet worden aangepakt en is zelf
verantwoordelijk is voor het betalen van de door hem aangerichte schade. Om die reden
wordt er een pilot gestart in Ter Apel, die als doel heeft dat een asielzoeker die
een winkeldiefstal heeft gepleegd de indirecte financiële schade voor de winkelier
die gepaard ging met de diefstal vaker zelf betaalt. Met deze pilot wordt getracht
de verhaalkans van deze schade te verhogen door kortere lijnen tussen de Service Organisatie
Directe Aansprakelijkstelling (SODA) en het COA, zodat de SODA sneller een vorderingen
kan uitzetten bij de daders. Uitgangspunt daarbij is dat de asielzoeker de vordering
uit eigen financiële middelen betaalt. Een asielzoeker heeft, afhankelijk van de fase
van zijn asielprocedure en financiële situatie, recht op leefgeld. Indien de dader
geen andere middelen heeft, moet het slachtoffer daarvan niet de dupe worden. Ik sta
dan ook achter het idee dat de dader het wekelijks door COA verstrekte leefgeld kan
aanwenden om de SODA vordering te betalen.
Vraag 5 en 6
Worden deze boetes, die u stelt te gaan inhouden, direct aan de ondernemer overgemaakt
ter compensatie? Betekent dit dat er geen boetes in de strafrechtelijke zin worden
uitgeschreven die normaliter aan het Centraal Justitieel Incassobureau zouden moeten
worden betaald?
Betekent deze inhouding van het leefgeld de facto een vrijstelling van strafrechtelijke
vervolging?
Antwoord 5 en 6
Criminele gedragingen, zoals winkeldiefstal, worden primair aangepakt via het strafrecht.
De strafrechtelijke vervolging met daaraan eventueel verbonden executie van de opgelegde
straf staat los van de SODA regeling. De financiële compensatie die wordt gevorderd
door de SODA betreft indirecte civielrechtelijke schade. Het Centraal Justitieel Incassobureau
kan (vervolgens) bij de dader dus nog steeds een door het OM of rechter opgelegde
geldboete innen.
Vraag 7 en 8
Wat vindt u van de uitspraken van sjapjanus en «ketenmarinier» Henk Wolthof dat 99%
van de asielzoekers echte asielzoekers zijn en dat het dus maar een kleine groep is
die het voor de rest verpest?5 Onderschrijft u deze cijfers?
Deelt u de mening en onderschrijft u de feiten dat het hier echter om een grote groep
overlastgevers gaat die hier de boel voor de Nederlandse bevolking verpest en zo snel
mogelijk retour afzender dient te worden gestuurd? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7 en 8
Laat ik voorop stellen ik een dergelijke bejegening van de ketenmarinier door leden
van uw Kamer volstrekt ongepast vind.
Het percentage asielzoekers dat overlast veroorzaakt, hangt af van de definitie die
wordt gehanteerd. Overlast is een subjectief begrip, wat kwantificatie lastig maakt.
Het genoemde percentage is overdrachtelijk bedoeld. De ketenmarinier heeft aangegeven
dat het aantal overlastgevende asielzoekers in context moet worden gezien van het
totaal aantal asielzoekers in Nederland en dat de groep overlastgevende asielzoekers
niets te zoeken heeft in Nederland.
De zaken van overlastgevende asielzoekers worden al langere tijd door de IND met voorrang
behandeld en de DT&V inzet is gericht op een zo spoedig mogelijk vertrek uit Nederland
van overlastgevende vreemdelingen die niet in Nederland mogen blijven.
Vraag 9
Kunt u ons een overzicht verschaffen van alle diefstallen, bedreigingen, vernielingen,
aanrandingen, verkrachtingen, pogingen tot moord en kindermisbruik gepleegd door asielzoekers
in en rond Ter Apel en alle overige asielzoekerscentra in Nederland? Gelieve niet
onder de categorie «overig» plaatsen, maar uitgesplitst per locatie en overtreding/strafbaar
feit.
Antwoord 9
Zoals in mijn brief van 1 juli 20196 geduid, ben ik van mening dat openheid en transparantie essentieel zijn voor het
maatschappelijk draagvlak voor het asielbeleid. Mede daarom vind ik het van belang
dat incidenten rond asielzoekers zo duidelijk mogelijk in beeld worden gebracht en
dat uw Kamer daarover adequaat wordt geïnformeerd. De landelijke cijfers zijn bekendgemaakt
in de RVK 2018. Zoals aangegeven in de brief van 14 mei 20197 is ervoor gekozen om de politie- en OM-cijfers in de RVK 2018 niet te beperken tot
registraties op- en rond COA-locaties, maar om een landelijk overzicht te geven. De
achterliggende reden is om een beter en actueler beeld te schetsen met betrekking
tot de omvang en reikwijdte van incidenten waarbij asielzoekers in beeld zijn gekomen.
Bij de brief van 16 mei 20198 is een overzicht verschaft van alle geregistreerde incidenten die onder de noemer
«overig» zijn opgenomen in de RVK 2018. Ik beraad mij op de wijze waarop een volgend
incidentoverzicht zal worden vormgegeven.
Vraag 10
Kunt u deze vragen voor uw werkbezoek aan ter Apel op maandag 26 augustus 2019 beantwoorden?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10
Op 26 augustus 2019 hebben een aantal leden van uw Kamer een werkbezoek aan Ter Apel
afgelegd. Hier was ik niet bij aanwezig. Wel heb ik op 10 juli 2019 een werkbezoek
aan Ter Apel afgelegd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.