Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Nispen en Groothuizen over het bericht dat Justitie de integriteitsproblemen te lijf gaat met een tarotlezeres
Vragen van de leden Van Nispen (SP) en Groothuizen (D66) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht dat Justitie de integriteitsproblemen te lijf gaat met een tarotlezeres (ingezonden 9 september 2019).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 24 september
2019).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het artikel «Justitie gaat integriteitsproblemen te lijf met
tarotlezeres»?1 Wie heeft dit programma en de genoemde activiteiten bedacht? Heeft u hier goedkeuring
voor gegeven? Zo ja, waarom?
Antwoord 1
Het artikel bevat deels onjuiste informatie en schetst een eenzijdig beeld van de
«Week van het Onbesproken Gedrag», die is gehouden in de week van 2 tot en met 6 september
jl. Het programma is met inbreng van en door medewerkers uit diverse dienstonderdelen
bedacht en georganiseerd. De week van het onbesproken gedrag is een van de activiteiten
die het ministerie onderneemt om bespreekbaarheid van integriteit en ethiek te bevorderen
en te stimuleren2. Vorig jaar augustus is de deze week voor het eerst georganiseerd. Ik heb zelf op
maandag 2 september jl. de aftrap gegeven voor de editie van dit jaar. Ik heb u daarover
al geïnformeerd in de eerste voortgangsrapportage follow-up WODC rapporten van 3 juli
jl. (Kamerstuk 28 844, nr. 185). Ik heb in mijn aftrap benadrukt dat ik grote waarde hecht aan de bespreekbaarheid
van handelen en gedrag en de mogelijkheden die er zijn dit bespreekbaar te maken.
Ik heb de aanwezigen opgeroepen hun bespiegelingen en kritische gedachten te delen.
Elke werkdag, maar ook tijdens deze eerste bijeenkomst van de Week van het Onbesproken
gedrag.
Vraag 2
Waarom was een «Week van het onbesproken gedrag» volgens u precies nodig? Wat betekent
dit voor de andere weken van het jaar? Kunt u een overzicht geven van de activiteiten
die gehouden zijn in deze week in het kader van de «Week van het Onbesproken Gedrag»
en daarbij vermelden wat de kosten zijn voor de organisatie van die activiteiten?
Wat waren de doelstellingen van al die activiteiten?
Antwoord 2
Deze week is nodig om te blijven werken aan een open, integere en veilige organisatie.
In de Week van het Onbesproken Gedrag konden medewerkers leren en oefenen hoe ze de
kleine én grotere (morele) dilemma’s waar ze op hun werk mee te maken kunnen krijgen
bespreekbaar kunnen maken. Ieder dag stond in het teken van een thema. Elk thema werd
ingeleid door een persoonlijk gekleurd verhaal van mij respectievelijk leden van de
Bestuursraad. Daarna deelden deskundigen (w.o. wetenschappers) van buiten JenV hun
kennis over deze thema’s. Vervolgens zijn de deelnemers zelf aan de slag gegaan, in
een afwisseling van interactieve onderdelen, aan de hand van concrete casussen. Voor
het volledige programma verwijs ik naar de bijlage.
De kosten voor de inzet van de externe sprekers waren € 6.276. De kosten voor de uitgevoerde
regietheaters waren € 8.073. De overige kosten waren € 1.156.
Vraag 3
Kunnen de medewerkers op het ministerie in de toekomst vaker dit soort activiteiten
verwachten? Worden al deze in het artikel genoemde activiteiten door de medewerkers
wel serieus genomen? Welke activiteiten zijn er nog meer gepland om tot een open,
veilig en integer ministerie te komen?
Antwoord 3
Volgend jaar zal er weer een Week van het Onbesproken Gedrag georganiseerd worden.
Verder wordt volop gestimuleerd dat beschikbare instrumenten ter bevordering van een
integere en veilige organisatie door leidinggevenden en medewerkers worden benut en
ingezet. Dat betekent dat voorlichting en presentaties worden gehouden en dat instrumenten
als onder meer moreel beraad, koerskaart, regietheater, conflicthantering, andere
werkvormen en vertrouwenswerk actief onder de aandacht worden gebracht en aangeboden.
Dat de verschillende activiteiten door in ieder geval een substantieel deel van de
medewerkers serieus worden genomen blijkt uit het feit dat er 600 inschrijvingen zijn
geregistreerd.
Vraag 4
Wat is uw reactie op de opmerkingen van ambtenaren die in het artikel zeggen dat de
activiteiten «absurd» en «geldverspilling» zijn? Had dit geld niet beter anders kunnen
worden besteed?
Antwoord 4
Het is het goed recht van ambtenaren om uit te spreken dat ze bepaalde activiteiten
zien als «absurd» en «geldverspilling». Het zou hen hebben gepast om deze kritiek
uit te spreken naar mij, de secretaris-generaal, de organisatoren van de Week, of
naar hun collega’s in plaats van zich anoniem te beklagen bij het AD.
Vraag 5
Wist u dat de «tarotsessies» in 2018 op het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
zijn afgeblazen na kritiek? Hadden hier geen lessen uit getrokken moeten worden voor
andere ministeries? Zo ja, hoe kan het dan dat dit soort sessies nu op het Ministerie
van Justitie en Veiligheid zijn aangeboden?
Antwoord 5
Nee, dat wist ik niet. Er zijn door deze medewerker van het ministerie geen «tarotsessies»
aangeboden en uitgevoerd. Omdat zij in dienst is van het ministerie is er geen vergoeding
betaald voor haar inzet.
Vraag 6
Wat is uw reactie op de kritiek dat bij de start van deze cursussen niemand is ingegaan
op recente incidenten en affaires, zoals de aangifte tegen het lek in de WODC-zaak?
Waarom worden dit soort zaken dan niet juist besproken?
Antwoord 6
In de verhalen en lezingen van diverse sprekers en in diverse workshops zijn deze
incidenten aan de orde geweest en besproken.
Vraag 7
Deelt u de mening dat het goede voorbeeld aan de top van het ministerie altijd gegeven
moet worden? Op welke wijze denkt u daadwerkelijk een sfeer van integriteit en betrokkenheid
te creëren op het gehele ministerie?
Antwoord 7
De top van het ministerie dient altijd het goede voorbeeld te geven. Dat is precies
de reden waarom de eerste dag van de Week in het teken stond van ethisch leiderschap,
ik zelf de aftrap heb genomen en iedere dag begonnen is met een persoonlijk verhaal
van een lid van de Bestuursraad om het goede voorbeeld te geven. Verder verwijs ik
naar mijn antwoord op vraag 3.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.