Schriftelijke vragen : Het aanstaande Buitengewone Congres van de Wereldpostunie
Vragen van de leden Weverling en Van Haga (beiden VVD) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over het aanstaande Buitengewone Congres van de Wereldpostunie (ingezonden 17 september 2019).
Vraag 1
Bent u voornemens aanwezig te zijn bij het aanstaande Buitengewone Congres van de
Wereldpostunie (UPU) dat van 24 tot en met 25 september plaatsvindt?1 Zo nee, door wie wordt de Nederlandse regering daar vertegenwoordigd?
Vraag 2
Met welke reden is besloten een Buitengewoon Congres bijeen te roepen? Heeft Nederland
het voorstel tot het bijeenroepen van dit Buitengewone Congres gesteund?
Vraag 3
Klopt het dat de regering van de Verenigde Staten (VS) bereid is af te zien van terugtrekking
uit de UPU indien het Buitengewone Congres van de UPU hervormingen aanneemt die naar
oordeel van de VS verstoringen van de postmarkt voldoende wegnemen?
Vraag 4
Hebt u kennisgenomen van de door de VS voorgestelde dan wel geaccepteerde hervormingen?
Kunt u toelichten wat de gevolgen zouden zijn van de voorstellen en eisen van de VS,
en toelichten wat de gevolgen zouden zijn van de voorgestelde tarieven, drempels en
uitzonderingen? Steunt Nederland (één van) de voorstellen van de VS? Zo nee, waarom
niet?
Vraag 5
Is er sprake van een gezamenlijke EU-positie inzake de voorstellen van de VS? Zo nee,
waarom niet? Zijn hier wel pogingen toe ondernomen?
Vraag 6
Deelt u de mening dat een vertrek van de VS uit de UPU onwenselijk is? Zo ja, wat
hebt u, al dan niet samen met andere landen, ondernomen om de VS van een vertrek te
weerhouden?
Vraag 7
Welke gevolgen heeft een terugtrekking van de VS uit de UPU voor de UPU enerzijds,
en voor de Nederlands-Amerikaans betrekkingen anderzijds? Heeft een terugtrekking
van de VS nog gevolgen voor de bilaterale afhandeling van (civiel dan wel militair)
postverkeer? Zo ja, welke?
Vraag 8
Hebt u kennisgenomen van het in maart 2019 door het Witte Huis gepubliceerde «Economic
Report of the President», in het bijzonder hoofdstuk 10? Hoe beoordeelt u de volgende
passage: «Given these changes in the international postal stream and its underlying
economics, realizing the vision of «undistorted and unrestricted competition» articulated
in the Presidential Memorandum would deliver benefits to both developing and developed
countries, a reality reflected in the unanimous endorsement of the concerns voiced
by the U.S. by the 28 members of the Postal Union of the Americas, Spain, and Portugal
(2018). Other countries, including China and the Netherlands, seem to favor the UPU,
embracing a remuneration system for items likely to contain goods that dates to an
era when the international mail comprised many fewer goods and many more letters.
To minimize the distortions created by postal remuneration policy given the underlying
economics of the postal sector, the U.S. intends to adopt a system of self-declared
and nondiscriminatory rates of remuneration for items likely to contain goods. The
U.S. would welcome the opportunity to realize this forward-looking vision for its
role in the international postal system as a member of the international postal union
that it helped to found»?2
Vraag 9
Deelt u de mening, zoals verwoord in het hierboven vermelde rapport, dat Nederland
ten aanzien van de internationale postmarkt op dezelfde – volgens de auteurs achterhaalde
– lijn zit als de Volksrepubliek China en de zorgen van onder andere de VS en enkele
EU-lidstaten niet deelt? Zo ja, hoe verklaart u dit?
Vraag 10
Hoe past de uit dit rapport blijkende overeenstemming met de Chinese positie en in
afwijking van de positie van de VS en – in elk geval – een deel van de EU in uw voornemen
om samen met de VS en de EU op te trekken teneinde marktverstoringen van bijvoorbeeld
China aan te pakken, zoals geuit in uw recente China-notitie?3
Vraag 11
Welke belangen weerhouden de regering ervan om de VS tegemoet te komen? Kunt u deze
belangen onderbouwen aan de hand van cijfers?
Vraag 12
Kunt u deze vragen voor de aanvang van het Buitengewone Congres van de UPU beantwoorden?
Indieners
-
Gericht aan
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat -
Indiener
A. Weverling, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
W.R. van Haga, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.