Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Aartsen en Kwint over tal van constructies om het salarisplafond (WNT-norm) bij de publieke omroep te omzeilen
Vragen van de leden Aartsen (VVD) en Kwint (SP) aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over tal van constructies om het salarisplafond (WNT-norm) bij de publieke omroep te omzeilen (ingezonden 26 augustus 2019).
Antwoord van Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) (ontvangen 13 september
2019).
Vraag 1 t/m 3
Heeft u zicht of er op dit moment constructies zijn van betalingen aan presentatoren
of andere medewerkers in dienst van de NPO en/of de omroepen, waarmee de WNT-norm
wordt omzeild, bijvoorbeeld door constructies via buitenproducenten? Zo nee, waarom
heeft u daar geen zicht op?
Hoeveel programma’s bij de publieke omroep worden geproduceerd door rechtspersonen
(zoals besloten vennootschappen) die (deels) in eigendom zijn van dezelfde personen
die tevens programma’s bij de publieke omroep presenteren? Heeft u zicht op deze aantallen?
Zo nee, waarom niet en aan welke organen wordt hier wel over gerapporteerd of verantwoording
over afgelegd? Zo ja, hoe wordt dit aan u gerapporteerd?
Worden deze rechtspersonen geregistreerd in het register voor nevenfuncties journalistieke
functionarissen, dat sinds de Governancecode 2018 verplicht is bij de publieke omroep?
Antwoord 1 t/m 3
Door de NPO en de omroepen worden vele verschillende soorten overeenkomsten gesloten.
Het gaat dan om arbeidsovereenkomsten (vast of tijdelijk), opdrachtovereenkomsten
en (co)productieovereenkomsten. Deze overeenkomsten kunnen verschillende vormen aannemen.
Voor de arbeidsovereenkomsten gelden voor de topfunctionarissen de bepalingen van
de Wet normering topinkomens. Daarnaast gelden voor alle werknemers de bepalingen
van de Governancecode Publieke Omroep 2018 (hierna: Governancecode) en voor presentatoren
met een dienstbetrekking of opdrachtovereenkomst het Beloningskader Presentatoren
in de Publieke Omroep (hierna: BPPO). Bij een productieovereenkomst, waarbij de producent
de presentator levert, dient zoveel mogelijk in lijn met het BPPO te worden gehandeld,
dat wil zeggen dat de omroep toetst of het salaris van de presentator conform het
BPPO is.
Omdat overeenkomsten niet aan mij voorgelegd hoeven te worden, heb ik geen overzicht.
Het is aan de NPO en de omroepen om conform de daarvoor geldende regels te handelen.
De omroepen hebben mij, via de NPO, te kennen gegeven dat er geen sprake is van constructies
als verondersteld in vraag 1.
Op grond van de Governancecode dienen verschillende registers te worden bijgehouden.
Voor alle functionarissen geldt de verplichting (relevante) nevenfuncties te melden,
zodat deze kunnen worden getoetst aan (het voorkomen van) mogelijke belangenverstrengeling.
Goedgekeurde nevenfuncties van topfunctionarissen en belangrijke journalistieke functionarissen
dienen in een openbaar register nevenfuncties te worden opgenomen.
Op grond van de Governancecode hebben medewerkers of hun partners geen financiële
belangen of beleggingen in sectorgerelateerde ondernemingen of in bedrijven waarmee
de mediaorganisatie een zakelijke verhouding heeft, tenzij hiervoor schriftelijke
toestemming van de mediaorganisatie is verkregen. Toegestane financiële belangen of
beleggingen worden in een openbaar register (register financiële belangen of beleggingen)
opgenomen. Voor zover ik heb kunnen nagaan zijn er geen meldingen gedaan.
De Commissie Integriteit Publieke Omroep (hierna: CIPO) heeft een adviserende en toezichthoudende
rol bij de naleving van de Governancecode. Zo heeft CIPO bij de melding van nevenfuncties
op grond van de zogenoemde CCC-code (Crossmediale Content Classificatie) geadviseerd
welke programma’s als journalistieke programma’s aangemerkt kunnen worden en wanneer
er dus sprake is van belangrijke journalistieke functionarissen (hoofdredacteuren,
eindredacteuren en presentatoren). Deze systematiek wordt ook gebruikt door de ombudsman
publieke omroep die journalistieke uitingen van de publieke omroepen volgt en onderzoekt.
Ook is een aanbeveling gedaan door CIPO om bij opdrachtovereenkomsten te bekijken
in welke gevallen het relevant is om van nevenfuncties melding te maken in het register
nevenfuncties. Het betreft hier regelmatig een opdracht voor bepaalde tijd. Het is
volgens deze aanbeveling van belang kenbaar te maken dat de omroep met opdrachtnemers
afspraken heeft gemaakt ter voorkoming van het verrichten van functies die voor de
omroep – mede gelet op de Governancecode – ongewenst zijn. Het is uiteindelijk aan
de NPO en de omroepen om op basis hiervan al dan niet tot registratie over te gaan.
De NPO en de omroepen treden regelmatig in overleg met CIPO om aan de uitwerking van
de Governancecode verder inhoud te geven.
Vraag 4 t/m 6
Hoeveel presentatoren of andere medewerkers in dienst van de NPO en/of omroepen ontvangen
ook betalingen van buitenproducenten die programma’s maken voor de publieke omroep?
Heeft u zicht op deze aantallen en bedragen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe wordt
dit aan u gerapporteerd?
Indien u geen zicht heeft op deze aantallen en bedragen, welke instanties houden hier
dan wel zicht op? Aan welke organen wordt hierover vervolgens gerapporteerd of verantwoording
afgelegd?
Antwoord 4 t/m 6
Daar heb ik geen zicht op. «In dienst van de omroep» is voor meerdere uitleg vatbaar.
Bedoeld kan zijn vaste of tijdelijke loondienst of opdrachtnemer voor een beperkte
tijd. De beoordeling is afhankelijk van de aard en duur van de werkzaamheden en de
desbetreffende overeenkomst. Indien iemand bijvoorbeeld wordt ingehuurd voor het presenteren
van een beperkt aantal afleveringen zal zo iemand niet in vaste dienst zijn. Het staat
hem of haar dan ook vrij werkzaamheden voor anderen te verrichten. Zie verder het
antwoord op vraag 1 tot en met 3.
CIPO houdt toezicht op de naleving van de Governancecode. De raad van bestuur van
de NPO kan, als het toezicht op en de naleving van deze code tekort schiet, gebruik
maken van de wettelijke bevoegdheden als bedoeld in artikel 2.154 van de Mediawet
2008 (inhouding op vastgestelde bedragen).
In de Beleidsregels Governance en Interne beheersing geeft het Commissariaat voor
de Media een nadere uitleg over de Mediawettelijke normen ten aanzien van de bestuurlijke
organisatie (artikel 2.142a Mediawet 2008), belangenverstrengeling (artikel 2.142
Mediawet 2008) en interne bedrijfsprocessen (artikel 2.178 Mediawet 2008). Het Commissariaat
is belast met het toezicht op de naleving van genoemde bepalingen in de Mediawet 2008.
Het Commissariaat kan handhavend optreden bij overtreding van deze bepalingen. Op
basis van het principe toezicht op maat bepaalt het Commissariaat wat het meest passende
instrument is om in te zetten.
Vraag 7
Worden deze betalingen door buitenproducten geregistreerd in het register nevenfuncties
journalistieke functionarissen, dat sinds 2018 verplicht is bij de publieke omroep?
Antwoord 7
Zie het antwoord op vraag 1 tot en met 6. In het register nevenfuncties hoeven geen
bedragen te worden genoemd. Volstaan kan worden met de melding of een nevenfunctie
al dan niet bezoldigd is.
Vraag 8 t/m 12
Hoe kwalificeert u de toepassing en het functioneren van het register nevenfuncties
journalistieke functionarissen 2018? Bent u hier tevreden over?
Met welke frequentie wordt het «register nevenfuncties journalistieke functionarissen»
door de betrokkenen bijgewerkt? Acht u deze frequentie voldoende? Zo ja, waarom? Zo
nee, welke maatregelen gaat u nemen om dit aan te passen?
Hoe vaak en waar publiceert de publieke omroep het «register nevenfuncties journalistieke
functionarissen»? Is deze informatie openbaar toegankelijk voor iedereen? Acht u de
frequentie van publicatie voldoende om voldoende transparantie te verschaffen? Zo
ja, waarom?
Bent u bereid om afspraken te maken met de publieke omroep om het «register nevenfuncties
journalistieke functionarissen» maandelijks bij te werken en maandelijks te vernieuwen
en te publiceren op de website van publieke omroep? Zo nee, waarom niet?
Kunt u de meest actuele versie van het «register nevenfuncties journalistieke functionarissen»
aan de Kamer doen toekomen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8 t/m 12
Uit een inventarisatie van CIPO blijkt dat de omroepen en de NPO, overeenkomstig de
Governancecode, op hun websites nevenfuncties van topfunctionarissen en belangrijke
journalistieke functionarissen openbaar maken. Het toezicht op de naleving van de
bepalingen over de openbare registers ligt bij CIPO. CIPO heeft begin dit jaar geadviseerd
over de registers nevenfuncties. De registers van de verschillende mediaorganisaties
zijn openbaar en bevatten de actuele stand van zaken. Ik wil u dan ook verwijzen naar
de website van CIPO waar een index is opgenomen. https://www.npointegriteit.nl/2019/04/29/index-registers-nevenfuncties-…
Vraag 13
Kunt u deze vragen beantwoorden voor het algemeen overleg over de visiebrief mediabeleid
op 11 september aanstaande?
Antwoord 13
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.