Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kuiken over het ongevraagd ontvangen van seksueel getinte afbeeldingen
Vragen van het lid Kuiken (PvdA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het ongevraagd ontvangen van seksueel getinte afbeeldingen (ingezonden 14 augustus 2019).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 17 september
2019). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 3870.
Vraag 1
Kent u het bericht «Waarom vrouwen ongevraagd dickpics krijgen (en mannen ermee wegkomen)»
en kent u de site «Pak de dickpics strafrechtelijk aan»?1 en 2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat het ongevraagd aan iemand anders sturen van zogenaamde «dickpics»
strafbaar kan zijn op grond van onder andere artikel 240 lid 2 van het wetboek van
Strafrecht en dat daartegen aangifte mogelijk moet zijn? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
In artikel 240 lid 2 Sr. is het strafbaar gesteld om een afbeelding of voorwerp dat
aanstotelijk is voor de eerbaarheid aan iemand, anders dan op diens verzoek, toe te
zenden. Onder aanstotelijk voor de eerbaarheid wordt volstaan de in Nederland heersende
zeden, de opvattingen van een belangrijke meerderheid van de Nederlandse bevolking.
Vraag 3
Op grond van welke andere strafbare bepalingen kan het versturen van dickpics eventueel
strafbaar zijn?
Antwoord 3
Wanneer een dergelijke afbeelding naar een zestienminner wordt verstuurd kan sprake
zijn van strafbaarheid. Art. 240a Sr stelt nl. strafbaar het zenden van een schadelijke
afbeelding naar iemand die de leeftijd van zestien nog niet heeft bereikt.
Wanneer de verzender van een dergelijke afbeelding de leeftijd van achttien nog niet
heeft bereikt, kan o.a. sprake zijn van het vervaardigen en verspreiden van kinderpornografie
als bedoeld in art. 240b Sr.
Vraag 4
Hoeveel aangiftes zijn er het afgelopen jaar gedaan vanwege het ongevraagd toesturen
van dickpics of andere afbeeldingen die aanstotelijk zijn voor de eerbaarheid?
Antwoord 4
Het ongevraagd toesturen van seksueel getinte afbeeldingen naar volwassenen, die aanstootgevend
zijn voor de eerbaarheid van personen (zoals dergelijke afbeelding) wordt bij de politie
niet als zodanig bijgehouden.
Vraag 5, 6
Deelt u de mening dat het ontmoedigend werkt voor het doen van aangifte en dat het
delict onbestraft zal blijven als de politie geen onderzoek zal gaan doen naar een
aangifte van één enkele dickpic, zoals gesteld door een woordvoerder van de politie
in het genoemde bericht? Zo ja, waarom deelt u die mening en wat vindt u van de uitspraak
van die woordvoerder? Zo nee, waarom deelt u die mening niet?
Deelt u de mening dat aangiftes wegens het ongevraagd toezenden van afbeeldingen die
aanstotelijk zijn voor de eerbaarheid serieus genomen moeten worden en wel zouden
moeten kunnen leiden tot onderzoek en eventueel vervolging? Zo ja, waarom, hoe verhoudt
zich dat tot de uitspraak van de woordvoerder van de politie en hoe gaat u zorgen
dat dergelijke aangiftes wel serieus genomen gaan worden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5, 6
Iedere melding van een zedendelict wordt serieus genomen en behoeft maatwerk waarbij
in de behandeling ervan onderscheid wordt gemaakt of er sprake is van acuut gevaar
voor herhaling of wanneer er zogeheten vluchtige sporen bij een slachtoffer veiliggesteld
kunnen worden. Ook misbruikzaken waarbij kinderen of mensen met een verstandelijke
beperking slachtoffer zijn, krijgen altijd voorrang. In prioritering van opsporingszaken
kan het voorkomen dat een zaak waarbij sprake is van aanstoot voor de eerbaarheid
een lagere prioriteit krijgt dan een acute (kinder)misbruikzaak. Hierbij speelt de
beoordeling van het OM een grote rol.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.