Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kwint over de kaartverkoop van de Formule-1
Vragen van het lid Kwint (SP) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de kaartverkoop van de Formule-1 (ingezonden 24 juli 2019).
Antwoord van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap), mede namens
de Minister voor Medische Zorg en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
(ontvangen 13 september 2019) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019,
nr. 3675
Vraag 1
Bent u niet verrast dat de kaarten voor de Formule-1 heel snel waren uitverkocht en
binnen een paar minuten voor een veel hogere prijs werden doorverkocht? Zo nee, hoe
kan dat, nu dit vrijwel bij elk populair evenement gebeurt?1
Antwoord 1
Graag verwijs ik naar eerdere beantwoording van Kamervragen2, waarin ook gevraagd wordt naar mijn bekendheid met de snelle beschikbaarheid van
kaarten op doorverkoop websites.
Vraag 2
Deelt u de mening dat een evenement dat met belastinggeld wordt gesponsord ook toegankelijk
moet zijn voor mensen die niet de hoofdprijs kunnen betalen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Graag verwijs ik naar eerdere beantwoording van Kamervragen3 waarbij ik onder andere in ga op de toegankelijkheid van zowel sportieve als culturele
evenementen.
Vraag 3
Hoeveel kost de Formule-1 in totaal aan publiek geld, inclusief eventueel aan te leggen
extra spoorlijnen?
Antwoord 3
De rijksoverheid draagt niet in financiële zin bij aan de organisatie van de GP Formule
1. Het is de organisatie gelukt om het benodigde budget zonder financiële steun vanuit
het Rijk bij elkaar te krijgen. Daar waar nodig en mogelijk, zal facilitaire ondersteuning
worden geboden om dit evenement tot een succes te maken. Er is geen integraal beeld
van hoeveel publieke middelen hier op lokaal en regionaal overheidsniveau mee gemoeid
zullen zijn. De rol van de (Rijks)overheid bij een dergelijk evenement bestaat vooral
uit het waarborgen van een aantal publieke randvoorwaarden, bijvoorbeeld met betrekking
tot belastingregels, veiligheid, verstrekken van visa en verkeersinfrastructuur. Dat
geldt overigens voor alle grote internationale sportevenementen die in Nederland worden
georganiseerd. Daarover worden meestal op lokaal en regionaal niveau afspraken gemaakt.
Conform motie Martels c.s.4 is het Ministerie van IenW bijvoorbeeld in gesprek met alle betrokken partijen over
mogelijke verbetering van de capaciteit op het spoor van en naar Zandvoort en over
een redelijke bijdrage van deze partijen aan de financiering hiervan. Hierover heeft
nog geen besluitvorming plaatsgevonden. De afronding wordt spoedig na de zomer verwacht.
De Staatssecretaris van IenW zal hier vervolgens uw Kamer ook over informeren.
Vraag 4
Hoe staat het met de aangekondigde voorlichtingscampagne over het doorverkopen van
tickets en ziet u zelf wel enig resultaat? Zo ja, welke? Zo nee, hoe vindt u zelf
dat de strijd tegen woekerhandel gaat?
Antwoord 4
In het najaar wordt de voorlichtingscampagne gestart. Hiervan zijn dus nog geen resultaten
bekend. Verder heb ik in eerdere beantwoording van vragen over dit onderwerp5 aangegeven dat het Europees parlement en de Raad recent in Brussel voorlopige overeenstemming
hebben bereikt over een richtlijn met maatregelen om het Europese consumentenrecht
te moderniseren. Eén van deze maatregelen is een verbod voor handelaren om met gebruik
van software meer kaartjes dan toegestaan te kopen met het doel om deze vervolgens
door te verkopen. In het najaar van 2019 wordt over deze richtlijn een definitief
besluit genomen. Tot slot zie ik dat de sector zelf maatregelen neemt om de doorverkoop
van tickets tegen hoge prijzen aan te pakken, zo ook de organisatie van de Formule
1.6 Maar ik denk hierbij ook aan de kaartverkoop op naam bij concerten, platforms die
een maximumpercentage op de verkoopprijs zetten of technische oplossingen die door
de markt worden ontwikkeld. Ik vind dit hoopvol en volg deze ontwikkelingen met belangstelling.
Vraag 5
Bent u ervan op de hoogte dat er naar buiten is gekomen dat er een samenwerking is
tussen artiesten/primaire en secundaire tickethandelaren, zodat er meer verdiend wordt
aan één ticket?7
Antwoord 5
Ja.
Vraag 6 en 7
Deelt u de mening dat dit soort praktijken niet voor zouden mogen komen? Zo nee, waarom
niet?
Bent u bereid onderzoek te laten doen naar dit soort ongeoorloofde prijsafspraken
tussen artiesten en/of primaire en secundaire tickethandelaren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6 en 7
Graag verwijs ik naar de eerdere beantwoording van de Kamervragen8 over onder andere banden tussen primaire en secundaire ticketverkopers.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede namens
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg -
Mede namens
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede namens
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.