Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van der Graaf over het bericht ‘Smalle A7 bij Marum zorgt voor hachelijke situaties’
Vragen van het lid Van der Graaf aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Smalle A7 bij Marum zorgt voor hachelijke situaties» (ingezonden 22 augustus 2019).
Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen
11 september 2019).
Vraag 1
Kent u het bericht «Smalle A7 bij Marum zorgt voor hachelijke situaties»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Erkent u dat deze verkeerssituatie gevaarlijk en onwenselijk is?
Hoeveel ongevallen hebben plaatsgevonden sinds 12 juli 2019 die te wijten zijn aan
de genoemde verkeerssituatie? Wat vindt u ervan dat Rijkswaterstaat het aantal ongevallen
dat sinds 12 juli 2019 heeft plaatsgevonden die te wijten zijn aan de verkeerssituatie
«acceptabel» heeft genoemd?
Antwoord 2 en 3
Het spreekt voor zich dat Rijkswaterstaat als wegbeheerder streeft naar zo min mogelijk
ongevallen; elk ongeluk is er immers één te veel. Het streven blijft ook hier om het
aantal ongevallen terug te dringen.
Als we naar de ongevalscijfers kijken op dit weggedeelte, dan is het aantal ongevallen
in de bovengenoemde periode vergelijkbaar met het beeld van de laatste jaren op deze
drukke weg. Van 10 juli tot en met 25 augustus 2019, de periode waarin de tijdelijke
situatie gold vanwege de werkzaamheden, hebben er negen ongevallen plaatsgevonden
op het betreffende weggedeelte. Het aantal ongevallen op dat weggedeelte varieert
in de jaren ervoor (2014–2018), zonder werkzaamheden, van vier tot negen per jaar
in de genoemde periode. Op dit moment is niet vast te stellen of er een verband is
tussen de ongevallen en de werkzaamheden.
Vraag 4
Deelt u de mening van Rijkswaterstaat? Zo ja, hoe rijmt u dit met het streven tot
nul slachtoffers van verkeersongevallen zoals opgenomen in het nieuwe Strategisch
Plan Verkeersveiligheid 2030?
Antwoord 4
Zoals aangegeven in antwoord 3, wil ik het aantal ongevallen verder terugdringen.
Met verschillende programma’s, zoals het vervolgprogramma Meer Veilig2, draagt ook Rijkswaterstaat iedere dag bij aan het bereiken van het doel van nul
verkeersslachtoffers in 2050.
Vraag 5
Waarom is ervoor gekozen om het verkeer in beide richtingen over één rijbaan te geleiden,
maar blijven er wel twee versmalde rijstroken beschikbaar, waarvan er één extra versmald
is? Wat is de status van het bord bij de werkzaamheden aan de A7 met de aanduiding
«niet naast elkaar rijden»? Als dit is bedoeld als waarschuwing in plaats van een
verbod, deelt u in dat geval de mening dat dit bijdraagt aan een onduidelijke situatie
als er wel twee versmalde rijstroken beschikbaar zijn?
Antwoord 5
Bij alle wegwerkzaamheden wordt de geldende CROW-richtlijn3 toegepast, die beschrijft waaraan de maatregelen op autosnelwegen moeten voldoen.
De richtlijn heeft als hoofddoelen een verkeersveilige situatie en veilige werkomstandigheden
op de weg. Binnen dat kader wordt de keuze voor een optimale oplossing gemaakt.
Het bord «Niet naast elkaar rijden» (T424) was geplaatst voorafgaand aan het wegvak waarin de werkzaamheden plaatsvonden. Dit
bord is bedoeld als advies om de weggebruiker extra op de situatie te attenderen.
Er is voor dit advies gekozen, omdat auto’s met een maximale breedte van 1 meter 80
van beide rijstroken gebruik mogen maken (vrachtwagens en bredere auto’s alleen van
de rechterrijstrook) en het verboden is om van rijstrook te wisselen.
Vraag 6
Zijn bij het opstellen van deze verkeerssituatie de richtlijnen gevolgd die Rijkswaterstaat
hanteert voor een veilige weginrichting? Zo nee, waarom niet? Zo ja, moeten deze richtlijnen,
gezien de gevaarlijke situatie die deze kennelijk hebben toegelaten, niet herzien
worden?
Antwoord 6
Ja, deze richtlijn is gevolgd, zie antwoord 5. Deze CROW-richtlijn is niet statisch,
maar wordt standaard en periodiek geëvalueerd aan de hand van de ervaringen die wegbeheerders
hebben opgedaan met tijdelijke verkeerssituaties.
Vraag 7
Klopt de analyse van de in het artikel aangehaalde woordvoerder Kooistra van Rijkswaterstaat
dat Rijkswaterstaat voor de gevaarlijke situatie heeft gekozen om de verkeersdoorstroming
«optimaal» te houden? Is het waar dat Rijkswaterstaat daarmee de doorstroom van het
verkeer vóór de veiligheid van de weggebruikers heeft geplaatst?
Antwoord 7
De veiligheid voor de weggebruikers en de veiligheid voor de wegwerkers, hebben altijd
de hoogste prioriteit. Zie verder antwoord 5.
Vraag 8
Waarom wordt er gewacht met evalueren tot de werkzaamheden voltooid zijn en wordt
er in de tussentijd een gevaarlijke situatie in stand gehouden?
Antwoord 8
De werkzaamheden worden constant geschouwd door Weginspecteurs van Rijkswaterstaat
(tussen 06:00 en 22:00). Onveilige situaties worden direct aangepakt. Daarbij worden
ook de bij RWS binnengekomen meldingen meegenomen. Dit heeft geleid tot enkele kleine
aanpassingen. Zo merkte een weggebruiker op dat de tekstkarren met het advies «niet
naast elkaar rijden» soms niet zichtbaar waren als er een vrachtwagen voor reed. Naar
aanleiding van deze melding is een fysiek bord met dit advies in de middenberm geplaatst.
Vraag 9
Lopen de werkzaamheden aan de A7 tussen Marum en Boerakker op schema? Tot wanneer
blijft deze aangepaste verkeerssituatie van kracht?
Antwoord 9
Deze werkzaamheden verliepen volgens schema en zijn in het weekend van zaterdag 31 augustus
afgerond. De aangepaste verkeerssituatie is daarmee beëindigd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.