Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Laan-Geselschap en Weverling over de ‘bewapening van boswachters’
Vragen van de leden Weverling en Laan-Geselschap (beiden VVD) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid, voor Rechtsbescherming en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de berichten inzake bewapening van boswachters (ingezonden 19 juli 2019).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid), mede namens de Ministers
voor Rechtsbescherming en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (ontvangen 6 september
2019). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 3579.
Vraag 1
Kent u de berichten «Noord-Hollandse boswachters moeten na tien jaar wapenstok en
pepperspray inleveren, crimineel heeft vrij spel in natuurgebieden»1 en «Boswachters Recreatie Noord-Holland krijgen wapenstok en pepperspray terug»2?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Herinnert u zich het Besluit van de Minister voor Rechtsbescherming van 2 juli 2019
nr. BOACAT2019/034, strekkende tot aanwijzing van buitengewoon opsporingsambtenaren
bij de Recreatie Noord-Holland N.V.?3
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3, 4
Deelt u de mening dat boswachters en andere buitengewoon opsporingsambtenaren in het
buitengebied, de zogenaamde groene BOA’s, een zeer waardevolle bijdrage leveren aan
het houden van toezicht in het buitengebied?
Deelt u voorts de mening dat groene BOA’s de beschikking moeten hebben over de juiste
instrumenten om hun taak uit te voeren?
Antwoord 3, 4
Ja, deze meningen deel ik.
Het bredere vraagstuk rondom een adequate handhaving in het buitengebied komt aan
de orde in het plan van aanpak «Versterking van toezicht en handhaving in het buitengebied»
(Kamerstuk 33 576, nr. 138) dat ik samen met mijn ambtgenoot van LNV op 30 oktober 2018 naar de Kamer heb gestuurd.
Ik heb de Kamer toegezegd om begin 2020 over de voortgang hiervan te rapporteren.
In de uitwerking van het plan van aanpak wordt ook gekeken naar de uitrusting van
boa’s.
Vraag 5, 7
Kunt u uitgebreid toelichten waarom het besluit is genomen dat een bepaald aantal
boswachters opeens hun wapenstok en pepperspray moesten inleveren? Kunt u hierbij
ook ingaan op de totstandkoming van het negatieve advies van de politie en het openbaar
ministerie, dat mede heeft geleid tot het besluit?
Kunt u aangeven hoe de huidige procedure van vergunningverlening ingericht is?
Antwoord 5, 7
De procedure voor de aanvraag of verlenging van een akte van opsporingsbevoegdheid
met toekenning van geweldsmiddelen en de beoordelingscriteria is geregeld in het Besluit
buitengewoon opsporingsambtenaar (https://wetten.overheid.nl/BWBR0007013/2018-07-01) en de Beleidsregels buitengewoon opsporingsambtenaar (https://wetten.overheid.nl/BWBR0039766/2018-10-26). Samengevat is de aanvraagprocedure als volgt ingericht. De aanvragende instantie
vraagt de korpschef en de hoofdofficier van justitie advies ten aanzien van de noodzaak
van de gevraagde opsporingsbevoegdheid en toekenning van geweldsmiddelen. De aanvragende
instantie stuurt vervolgens – ingeval van verlenging uiterlijk drie maanden voor het
verlopen van de geldigheidsduur – de aanvraag, samen met de adviezen, aan de Minister
voor Rechtsbescherming (Dienst Justis). Zo spoedig mogelijk doch in elk geval binnen
drie maanden wordt daarop beslist. Tegen dit besluit kan de aanvragende instantie
in bezwaar en beroep.
In dit specifieke geval is op 6 juni 2019 een aanvraag tot verlenging van het categoriale
besluit van 24 juni 2014, BOACAT2014/036 ingediend. Gelet op het gegeven dat het bestaande
categoriale besluit op 7 juli 2019 zou aflopen en daarmee de opsporingsbevoegdheid
zou komen te vervallen is, na overleg met de aanvrager, de ingediende aanvraag met
spoed beoordeeld. Omdat de toezichthouders in dit geval negatief hadden geadviseerd
over het toekennen van de wapenstok en de pepperspray, is het categoriaal besluit
(bij besluit van 2 juli 2019, nr. BOACAT2019/034) verlengd met enkel de toekenning
van het geweldsmiddel handboeien. Hiermee is het vervallen van de opsporingsbevoegdheid
per 7 juli 2019 voorkomen. Een zorgvuldig te nemen besluit omtrent toekenning van
de pepperspray en de wapenstok vergde meer tijd. Omdat de procedure ten aanzien van
een eventuele toekenning van deze geweldsmiddelen nog loopt, onthoud ik mij van een
nadere toelichting op deze zaak.
Vraag 6, 8, 9, 10
Kunt u aangeven waarom een aantal dagen later voornoemd besluit is teruggedraaid?
Kan, naar aanleiding van het teruggedraaide besluit, de conclusie getrokken worden
dat de huidige procedures met betrekking tot het aanvragen van geweldsmiddelen niet
duidelijk genoeg zijn? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat gaat u doen om deze procedures
te verduidelijken zodat groene BOA’s de Nederlandse buitengebieden op een adequate
manier kunnen blijven beschermen?
Bent u bereid met de Nederlandse BOA Bond (NBB) in overleg te treden over voornoemde
situatie en afspraken te maken hoe dit in de toekomst kan worden voorkomen? Zo nee,
waarom niet?
Bent u bekend met soortgelijke situaties die zich in het verleden hebben voorgedaan?
Zo ja, kan in deze gevallen worden bekeken of een herbeoordeling op zijn plaats is?
Antwoord 6, 8, 9, 10
Er is – verwijzend naar mijn antwoord op de vragen 5 en 7 – geen sprake van het terugdraaien
van voornoemd categoriaal besluit. Er zijn mij geen andere soortgelijke gevallen bekend.
De huidige procedures zijn duidelijk genoeg en ik zie op dit moment geen aanleiding
deze te verduidelijken
Ik heb periodiek overleg met de boa-bonden. Daarin komen thema’s aan bod die mijn
verantwoordelijkheid raken. Het thema veiligheid van boa’s en welke bewapening daarbij
passend is, kan in algemene zin in een volgend overleg met de boa-bonden worden besproken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Mede namens
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.