Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van der Linde en Lodders over de berichten “Criminelen wassen 1 miljard wit via export tweedehandsauto’s” en “Autobedrijven frauderen voor miljoenen bij export ex-leaseauto’s”
Vragen van de leden Van der Linde en Lodders (beiden VVD) aan de Minister en de Staatssecretaris van Financiën over de berichten «Criminelen wassen 1 miljard wit via export tweedehandsauto’s» en «Autobedrijven frauderen voor miljoenen bij export ex-leaseauto’s» (ingezonden 2 juli 2019).
Antwoord van Minister Hoekstra (Financiën) en van Staatssecretaris Snel (Financiën)
(ontvangen 5 september 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten «Criminelen wassen 1 miljard wit via export tweedehandsauto’s»1 en «Autobedrijven frauderen voor miljoenen bij export ex-leaseauto’s»?2
Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met die berichten.
Vraag 2
Hoe groot is de omvang van de fraude met export van ex-leaseauto’s? Om hoeveel autohandelaren
gaat het? Om hoeveel tussenpersonen («katvangers») gaat het? Om welke bedragen en
hoeveel auto’s gaat het? Is het voornamelijk de Nederlandse georganiseerde misdaad
die geprofiteerd heeft van de fraude of valt de fraude ook te herleiden naar buitenlandse
criminele bendes? Kunt u de omvang van de fraude uitgebreid toelichten?
Antwoord 2
Het betreffende strafrechtelijk onderzoek richt zich op vier verschillende autobedrijven.
Tezamen zouden zij vanaf 2017 tot en met het eerste kwartaal van 2019 vermoedelijk
voor ongeveer 120 miljoen euro aan auto’s hebben geëxporteerd. Het btw-nadeel in dit
onderzoek wordt berekend op ongeveer 21 miljoen euro. De fiscus gaat dat bedrag naheffen
bij de Nederlandse autodealers. Omdat dit strafrechtelijk onderzoek nog loopt, kunnen
verdere details niet worden vermeld.
Over de omvang van fraude met export van ex-leaseauto’s in zijn algemeenheid zijn
geen cijfers bekend. Wel heeft de contante verkoop van tweedehands (lease)auto’s aan
buitenlandse handelaren al enige tijd de aandacht van politie, FIOD, Openbaar Ministerie
en Belastingdienst. Contante verkopen zijn kwetsbaar voor trade-based money laundering.
Dat geldt niet alleen voor de autohandel, maar ook voor andere sectoren. Het risico
is dat op deze wijze grote hoeveelheden contant geld – afkomstig uit de zware georganiseerde
criminaliteit – witgewassen worden.
Witwassen is een immens en complex probleem. Het is dan ook van groot belang dat witwassen
op een gezamenlijke en effectieve wijze wordt tegengegaan.
Daarom hebben de Ministers van Financiën en van Justitie en Veiligheid een gezamenlijk
plan van aanpak witwassen opgesteld. Dat plan is op 30 juni jl. aan uw Kamer aangeboden.3
Vraag 3
Kunt u aangeven hoeveel leaseauto’s er zijn in Nederland en hoe groot de omvang van
de tweedehandsmarkt is? Hoeveel Nederlandse leaseauto’s zijn in de afgelopen vijf
jaar per jaar na verkoop naar het buitenland gegaan?
Antwoord 3
Zie onderstaande tabel voor de periode 2014 tot en met 2018.
Aantal lease voertuigen (per 31 december)1
Aantal geëxporteerde leasevoertuigen2
Aantal exportmeldingen3
2018
901.472
49.072
371.360
2017
817.652
46.121
340.571
2016
763.426
47.349
337.057
2015
732.405
50.238
341.077
2014
671.219
52.147
356.904
X Noot
1
Het gaat in deze kolom van de tabel om het aantal bij de Dienst Wegverkeer (RDW) op
31 december van het betreffende jaar geregistreerde voertuigen die op naam staan van
een organisatie die bij de RDW geregistreerd is als leasemaatschappij of waarvan minimaal
één van de voertuigverplichtingen (Motorrijtuigenbelasting (MRB), Algemene Periodieke
Keuring (APK), Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen (WAM), boetes) is
overgenomen door een organisatie die bij de RDW geregistreerd is als leasemaatschappij.
X Noot
2
Het gaat in deze kolom van de tabel om het aantal leasevoertuigen dat binnen een jaar
na het einde van het leasecontract is geëxporteerd.
X Noot
3
Het gaat in deze kolom van de tabel om het aantal voertuigen dat in het betreffende
jaar als geëxporteerd is geregistreerd.
De omvang van de tweedehandsmarkt was in 2018 ongeveer 2,6 miljoen.7
Vraag 4
Kunt u toelichten waarom er meer dan twee jaar is gewacht met ingrijpen? Deelt u de
mening dat snellere, gedetailleerde en veelvuldige informatie-uitwisseling tussen
verschillende instanties noodzakelijk is om een adequate respons te leveren in witwaspraktijken?
Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke manier wilt u de uitwisseling bevorderen?
Antwoord 4
Allereerst is van belang om te vermelden dat een gedegen voorbereiding nodig is om
tot een redelijk vermoeden van enig strafbaar feit te komen. Pas dan kan een strafrechtelijk
onderzoek worden gestart.
Effectieve samenwerking en informatiedeling zijn van groot belang bij de bestrijding
van financieel-economische criminaliteit. Hiervoor bestaan reeds diverse samenwerkingsverbanden
waarbinnen verschillende instanties samenwerken, bijvoorbeeld het Financieel Expertise
Centrum (FEC)8 en het Anti Money Laundering Centre (AMLC)9. Binnen deze samenwerkingsverbanden is reeds een publiek-private samenwerking gestart
ten aanzien van trade-based money laundering. In het plan van aanpak witwassen waarnaar
in de beantwoording van vraag 2 wordt verwezen, wordt benadrukt dat dergelijke samenwerkingsverbanden
onmisbaar zijn voor het effectief voorkomen en bestrijden van witwassen en terrorismefinanciering
en dat zij om die reden moeten worden gestimuleerd en verder geïntensiveerd. Daarnaast
bevat het plan van aanpak maatregelen die de informatie-uitwisseling verder moeten
gaan bevorderen. Dat geldt voor informatie-uitwisseling tussen private partijen onderling,
tussen publieke en private partijen alsook tussen publieke partijen. Een voorbeeld
hiervan is de uitwisseling van informatie tussen toezichthouders op de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) en opsporingsorganisaties, waarvoor in het wetvoorstel Implementatiewet wijziging vierde anti-witwasrichtlijn een grondslag is opgenomen.10 Dit wetsvoorstel is bij uw Kamer aanhangig.
Vraag 5
Kunt u toelichten welke rol de regering ziet weggelegd voor Nederlandse instanties
bij de versterking en vervolging van dit soort fraudeurs op internationaal niveau?
Op welke manier wilt u dit in Europees verband agenderen en aanpakken?
Antwoord 5
In de brief van de Staatssecretaris van Financiën van 29 mei 201911 is nader uiteengezet wat we in Nederland en in Europees verband doen in het kader
van de bestrijding van btw-fraude. Zo vindt Europese samenwerking plaats door middel
van Eurofisc. Binnen dat early warning system wisselen lidstaten snel en in een zo
vroeg mogelijk stadium informatie uit over mogelijke fraudeketens. Een van de speciale
aandachtsvelden binnen Eurofisc betreft auto’s, boten en vliegtuigen. Verder wordt
in de brief benoemd dat het Transactie Network Analyse-systeem onlangs is gelanceerd.
Met deze IT-tool kunnen sneller en completer frauduleuze handelsnetwerken in kaart
worden gebracht.
Daarnaast kan een btw-fraudezaak als onderhavige in de toekomst worden vervolgd door
het Europees Openbaar Ministerie.
Ten aanzien van het voorkomen en bestrijden van witwassen wordt ook samengewerkt in
internationaal en Europees verband, zowel op het gebied van het opstellen van bindende
regels als op operationeel niveau. Dat is noodzakelijk en wenselijk nu witwassen veelal
grensoverschrijdende aspecten kent en dus een internationale en Europese aanpak vergt.
Internationale standaarden over het voorkomen van het gebruik van het financiële stelsel
voor witwassen en terrorismefinanciering zijn opgesteld door de Financial Action Task
Force (FATF) en neergelegd in de Europese anti-witwasrichtlijn.
De Financial Intelligence Unit-Nederland (FIU-Nederland), de opsporingsdiensten en
het Openbaar Ministerie hebben veelvuldig contact met internationale en Europese partners
op het terrein van de aanpak van witwassen of daaraan verbonden terreinen zoals de
aanpak van ondermijnende criminaliteit of afpakken. Nederland deelt informatie met
partners via bijvoorbeeld het Egmont Secure Web en FIU.net, Interpol, Europol, Eurojust
en CARIN. Ook worden gezamenlijke initiatieven specifiek op witwassen opgepakt onder
meer binnen de European Multidisciplinary Platform Against Criminal threats (EMPACT),
het Anti-Money laundering Operational Network (AMON) en het platform Joint Chiefs
of Global Tax Enforcement (J5) alsmede het daarin onder gebrachte internationale systeem
voor het matchen van data (Financial Criminal Investigations Net; FCI-Net). Binnen
de FATF wordt een onderzoek uitgevoerd naar nieuwe ontwikkelingen op het gebied van
trade-based money laundering. Dit moet leiden tot best practices en typologieën die
gebruikt kunnen worden om trade-based money laundering beter te kunnen detecteren.
Nederland is naast het Verenigd Koninkrijk co-leader van dit onderzoek. Tot slot wordt
voortdurend geïnvesteerd in internationale en Europese rechtshulp, onder meer door
middel van het plaatsen van Liaison Officers vanuit opsporingsdiensten en het Openbaar
Ministerie in het buitenland.
Vraag 6
Hoeveel meldingen van ongebruikelijke transacties worden jaarlijks vanuit de autobranche
gedaan? Hoeveel afzonderlijke autohandelaren zijn verantwoordelijk voor deze meldingen?
Hoeveel van deze ongebruikelijke transacties worden vervolgens als verdacht aangemerkt?
Kunt u een overzicht geven van het aantal meldingen over de afgelopen vijf jaar, uitgesplitst
per jaar?
Antwoord 6
Het aantal meldingen van ongebruikelijke transacties door handelaren in voertuigen,
het aantal afzonderlijke instellingen en het aantal verdacht verklaarde transacties
door de FIU-Nederland van deze specifieke meldgroep staan vermeld in de openbare jaaroverzichten
van de FIU-Nederland. Deze jaaroverzichten bevatten ook meer achtergrondinformatie
bij de cijfers alsmede de werkwijze van de FIU, en zijn te raadplegen via de website
van de FIU12.
Hieronder zijn de gegevens over de afgelopen vijf jaar, uitgesplitst per jaar, weergegeven.
2018
2017
2016
2015
2014
Aantal ongebruikelijke transacties – handelaren in voertuigen
4.386
4.711
5.041
3.969
3.871
Aantal afzonderlijke instellingen – handelaren in voertuigen
533
522
506
493
513
Aantal verdacht verklaarde transacties – handelaren in voertuigen
1.475
1.493
2.029
174
411
Vraag 7
Welke relatie heeft dit dossier met het onlangs verschenen Plan van aanpak witwassen13? Bevestigt deze inval de gesignaleerde capaciteitsproblemen en geeft het aanleiding
tot aanscherping van de voorgenomen maatregelen?
Antwoord 7
Witwassen is een immens en complex probleem. Het is dan ook van groot belang dat witwassen
op een gezamenlijke en effectieve wijze wordt tegengegaan. Het plan van aanpak witwassen
waarnaar de Kamerleden verwijzen, moet hieraan een bijdrage gaan leveren. De hier
aan de orde zijnde casuïstiek benadrukt de urgentie van het tegengaan van financieel-economische
criminaliteit en vormt geen aanleiding voor verdere aanscherping van het plan. Dat
plan bevat verschillende maatregelen die in gezamenlijkheid het tegengaan van witwassen
naar een hoger niveau moeten tillen. In dit plan is onder meer aangegeven dat voor
het intensiveren van de opsporing van witwassen, fraudebestrijding en ondermijning
o.a. aan de FIOD, de Belastingdienst, de FIU-Nederland en het OM een bedrag ter beschikking
is gesteld oplopend tot een structureel bedrag van € 29 miljoen vanaf 2021. Met dit
bedrag kunnen extra projecten en onderzoeken worden opgezet. De exacte inzet en verdeling
van de middelen worden in onderlinge afstemming bepaald. Uw Kamer zal hierover in
het najaar worden geïnformeerd.
Vraag 8
Onderschrijft u het standpunt dat de Financial Intelligence Unit (FIU) in dit soort
zaken effectiever zou kunnen opereren als het toegang had tot Douane-informatie?
Antwoord 8
De FIU-Nederland is op basis van de Wwft het centrale meldpunt waar Wwft-instellingen
ongebruikelijke transacties dienen te melden. Met haar analyses van ongebruikelijke
transacties legt de FIU-Nederland transacties en geldstromen bloot die mogelijk te
relateren zijn aan witwassen, financieren van terrorisme en/of onderliggende gronddelicten.
Deze fraudezaak heeft betrekking op intracommunautaire btw-fraude. De Douane houdt
toezicht op en heeft gegevens over het goederenverkeer dat de buitengrens van de Europese
Unie overschrijdt.
De Douane vormt een belangrijke schakel in de strijd tegen witwassen en terrorismefinanciering.
De Douane voert controles uit op reizigers gericht op de handhaving van de Verordening
liquide middelen14. Het gaat daarbij om controle op de naleving van de aangifteplicht van een reiziger,
die met een bedrag ter waarde van € 10.000 of meer de Europese Unie binnenkomt of
verlaat. De Douane verstrekt deze aangiftegegevens aan de FIU-Nederland. Daarnaast
heeft de Douane het recht om bij de FIU-Nederland een melding te doen inzake het vervoer
van witwasgevoelige goederen dat niet onder de aangifteplicht valt.
In aanvulling op het bovenstaande verkennen de FIU-Nederland en de Douane momenteel
of de Douane, naast de verstrekte aangiftegegevens van liquide middelen, de beschikking
heeft over additionele informatie, om de FIU-Nederland te ondersteunen in het detecteren
van mogelijke witwas- of terrorismefinancieringsdossiers en, indien dit het geval
is, op welke grondslag en wijze deze informatie ter beschikking van de FIU-Nederland
kan worden gesteld. Controlegegevens van de Douane kunnen van groot belang zijn om
buitengrensoverschrijdende goederenstromen en daaraan mogelijk verbonden ongebruikelijke
geldstromen te analyseren. Deze analyse kan belangrijke inzichten geven ten behoeve
van de voorkoming en bestrijding van grensoverschrijdende fraude en/of complexe gevallen
van witwassen, zoals trade based money laundering.
Vraag 9
Op welke manier wordt geborgd dat na een ongebruikelijke betaling in cash (van ten
minste € 10.000) de gegevens van de katvangers bekend zijn en blijven tot onderzoek
is afgerond?
Antwoord 9
Het bekend zijn en beschikbaar houden van bedoelde gegevens wordt geborgd door de
Wwft. Op grond van die wet zijn degenen die beroeps- of bedrijfsmatig in goederen
handelen verplicht om cliëntenonderzoek te verrichten indien contante betalingen worden
gedaan of ontvangen van EUR 10.000,– of meer. Ook rust op deze handelaren de verplichting
om ongebruikelijke transacties te melden bij de FIU-Nederland.
De informatie die deze handelaren en andere instellingen uit hoofde van het cliëntenonderzoek
hebben verzameld, dienen zij ten behoeve van opsporings- en onderzoeksdoeleinden gedurende
een periode van vijf jaar na het beëindigen van een zakelijkerelatie of het uitvoeren
van een transactie te bewaren. Daarna moeten zij de persoonsgegevens vernietigen met
het oog op de bescherming van persoonsgegevens. Ook informatie m.b.t. een gemelde
ongebruikelijke transactie dient vijf jaar bewaard te worden. De FIU-Nederland kan
verder informatie opvragen bij instellingen.
Vraag 10
Hoe kijkt u aan tegen de btw-fraude in deze casuïstiek? Overweegt u de strafmaat voor
belastingfraude te verhogen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, graag een toelichting op
de manier waarop u dit wilt gaan bewerkstelligen.
Antwoord 10
De wijze waarop in deze casus btw-fraude is gepleegd, is qua systematiek vergelijkbaar
met andere grensoverschrijdende btw-fraude met goederen en/of diensten. Ik overweeg
niet om de strafmaat voor belastingfraude te verhogen. Op dit moment acht ik de mogelijkheid
van een bestuurlijke boete van ten hoogste 100% van het bedrag van de omzetbelasting
dat opzettelijk of grofschuldig niet of niet tijdig is betaald of de inzet van het
strafrecht, afdoende om naleving van de wet te bevorderen. Voor fiscale delicten die
worden begaan door bedrijven geldt nu ook het nieuwe boetemaximum van 10% van de omzet.
Dat maximum kan dus onder omstandigheden uitkomen boven de boetegrens van 100% van
het belastingnadeel.
Vraag 11
Hoeveel mensen doen onderzoek bij de Dienst Landelijke Recherche naar verdachte handelstransacties?
Is dit voldoende om een reëel beeld te krijgen van de wijze waarop witwassen in de
praktijk plaatsvindt?
Antwoord 11
Iedere opsporingsbeambte die werkzaam is bij de Dienst Landelijke Recherche, is bevoegd
onderzoek te verrichten naar verdachte handelstransacties. Hoeveel personen daar op
dit moment feitelijk onderzoek aan het doen zijn, wordt niet als zodanig geregistreerd.
Overigens zij opgemerkt dat ook bij andere politieonderdelen onderzoek naar witwassen
plaatsvindt, zoals bij de gemengde rechercheteams op regionaal en districtsniveau
alsmede de specialistische teams financieel-economische criminaliteit op regionaal
niveau (FinEC teams). Ook is bij de middelen van het huidige Regeerakkoord 171 FTE
aan politiecapaciteit toegekend ten behoeve van de opsporing van ondermijning. Dit
moet ertoe bijdragen dat in de samenwerking robuuste verbanden kunnen ontstaan en
ook slagvaardiger onderzoek kan worden gedaan naar regio-overstijgende criminele samenwerkingsverbanden.
Dat komt ook de aanpak van witwassen ten goede. Er is, gelet op het voorgaande, op
dit moment geen aanleiding om te veronderstellen dat er onvoldoende capaciteit zou
zijn bij de politie om een reëel beeld te krijgen van de wijze waarop witwassen in
de praktijk plaatsvindt.
Vraag 12
Heeft de FIOD voldoende mogelijkheden en capaciteiten om witwaspraktijken en fraude
van deze grootte en professionaliteit aan te pakken?
Antwoord 12
Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik naar het antwoord op vraag 7, waarin reeds
is aangegeven dat in het plan van aanpak witwassen voor het intensiveren van de opsporing
van witwassen, fraudebestrijding en ondermijning aan de FIOD, de Belastingdienst,
de FIU-Nederland en het OM een bedrag ter beschikking is gesteld oplopend tot een
structureel bedrag van € 29 miljoen vanaf 2021. Met dit bedrag kunnen extra projecten
en onderzoeken worden opgezet. Het plan van aanpak witwassen is op 30 juni jl. aan
uw Kamer aangeboden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën -
Mede ondertekenaar
M. Snel, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.