Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Brenk over het bericht ‘ABP ontdekt deelnemers met recht op arbeidsongeschiktheidspensioen’
Vragen van het lid Van Brenk (50PLUS) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht «ABP ontdekt deelnemers met recht op arbeidsongeschiktheidspensioen» (ingezonden 24 juni 2019).
Antwoord van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 30 augustus
2019).
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten «ABP ontdekt deelnemers met recht op arbeidsongeschiktheidspensioen»1 en «ABP op zoek naar deelnemers die miljard laten liggen»?2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kan aangenomen worden dat dit fenomeen zich op vergelijkbare wijze voordoet bij andere
pensioenfondsen? Indien nee, waarom niet?
Antwoord 2
Het kan zijn dat ook bij andere pensioenfondsen sprake is van nog niet uitgekeerd
arbeidsongeschiktheidspensioen (AOP). Hetzelfde geldt voor wat betreft premievrije
voortzetting van pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid (PVA).
Vraag 3
Klopt het dat als het bij het ABP gaat om 1 miljard euro en 16.000 (ex) deelnemers,
het voor heel Nederland waarschijnlijk op een veelvoud daarvan zal uitkomen?
Antwoord 3
Ik beschik niet over de relevante data om hier een antwoord op te kunnen geven. De
Pensioenfederatie schat in dat het niet uitkomt op een veelvoud voor de gehele sector.
Duidelijk is wel dat arbeidsongeschiktheidsregelingen kunnen verschillen van elkaar.
In alle gevallen is het cruciaal dat de pensioenuitvoerder beschikt over informatie
dat een deelnemer arbeidsongeschikt is. Die informatie moet soms komen van een melding
door de arbeidsongeschikte deelnemer zelf en soms van een melding door bijvoorbeeld
het UWV. Soms krijgt een melding achteraf toch terugwerkende kracht tot aan het moment
van arbeidsongeschikt worden, soms is terugwerkende kracht niet aan de orde vanwege
geautomatiseerde gegevensuitwisseling met het UWV, afhankelijk van het pensioenreglement.
Vraag 4
Wat vindt u ervan dat het ABP deze doelgroep actief gaat opsporen?
Antwoord 4
Laat ik vooropstellen dat ik het ongelukkig vind voor de betreffende deelnemers dat
zij, zonder dit zich te realiseren, recht hadden op een AOP en/of PVA. Dit betekent
namelijk dat die deelnemers hebben moeten wachten op hun geld. Ik vind het getuigen
van handelen in het belang van de betreffende deelnemers dat het ABP na ontdekking
van de niet aangevraagde pensioenen onderzoekt wie recht heeft op een AOP en/of PVA.
Evenzeer als dat het ABP de betreffende deelnemers hierover benadert en helpt te krijgen
waar zij recht op hebben. Ik waardeer dit handelen van het ABP.
Vraag 5, 6
Acht u het acceptabel dat één of enkele fondsen deze doelgroep actief gaan opsporen
terwijl andere pensioenfondsen dat niet doen? Indien ja, graag een toelichting.
Deelt u de mening dat ook andere pensioenfondsen een vergelijkbaar actief opsporingsbeleid
zouden moeten gaan uitvoeren?
Antwoord 5, 6
Het uitgangspunt is dat pensioenfondsen primair verantwoordelijk zijn voor de correcte
uitvoering van de pensioenregeling en het pensioenreglement. Deelnemers hebben recht
op pensioen, waaronder een AOP en/of PVA, in overeenstemming met de pensioenregeling.
Het bestuur van elk pensioenfonds legt verantwoording af over de reglementaire toekenning
van pensioen, dus ook van AOP en/of PVA. Om het risico te beheersen dat er mogelijk
arbeidsongeschikte deelnemers zijn, die recht hebben op een AOP en/of PVA maar dat
niet krijgen, doen pensioenfondsen er verstandig aan hier onderzoek naar te doen.
Naar ik heb begrepen van de Pensioenfederatie hanteren veel pensioenfondsen een actief
zoekbeleid. Zij maken daartoe gebruik van gegevens van de personeelsadministratie
van de onderneming waarmee zij verbonden zijn (ondernemingspensioenfondsen). Of van
gegevens van de beroepsvereniging (beroepspensioenfondsen). In geval van bedrijfstakpensioenregelingen
geeft veelal het UWV relevante data door aan de betreffende bedrijfstakpensioenfondsen.
Ik roep voor zover nu nog nodig alle pensioenuitvoerders op een actief zoekbeleid
te hanteren.
De Ombudsman Pensioenen heeft in zijn Jaarverslag 2015 een belangrijke aanbeveling
gedaan voor de aanpak van de problematiek van nog niet uitgekeerd AOP. Ik wil aan
pensioenuitvoerders, die deze problematiek oppakken, die aanbeveling meegeven:
«(...) verdient (...) de aanbeveling voor pensioenuitvoerders om in voorkomende gevallen
over de gehele periode pensioenreparatie door te voeren: tot 1 januari 2009 op basis
van redelijkheid en billijkheid (coulancehalve), na 1 januari 2009 ter uitvoering
van artikel 37 PW.»3
Deze aanbeveling heeft de Ombudsman Pensioenen niet voor niets gedaan en verdient
brede naleving door pensioenuitvoerders.
Vraag 7
Wat kunt u doen om ervoor te zorgen dat alle pensioenfondsen een vergelijkbaar actief
opsporingsbeleid gaan uitvoeren? Bent u daar ook toe bereid?
Antwoord 7
Indien in een pensioenreglement is bepaald dat deelnemers hun arbeidsongeschiktheid
moeten melden om een AOP en/of PVA te krijgen, is het zaak dat zij weten dat zij moeten
melden. Pensioenuitvoerders geven daartoe brochures uit. Daarnaast verschaffen zij
informatie over arbeidsongeschiktheid op hun website en bij aanvang en einde deelneming
aan de pensioenregeling. Pensioenuitvoerders doen er goed aan deelnemers zo actief
mogelijk te begeleiden bij het verkrijgen van een AOP en/of PVA. En om werkgevers
te vragen dat te doen, wat naar ik begrijp ook gebeurt. In zoverre heb ik nu geen
aanleiding tot maatregelen van mijn kant. Punt blijkt echter wel dat deelnemers verwachten
dat hun pensioenuitvoerders (of werkgevers) hen actief wijst op de noodzaak tot melding
van arbeidsongeschiktheid. Dit vergt met name van alle pensioenuitvoerders zij, nogmaals,
een actief zoekbeleid hanteren.
Mijn beeld van de mate waarin pensioenuitvoerders zich inspannen om deelnemers, die
arbeidsongeschikt zijn geworden, te geven waar zij recht op hebben is overigens genuanceerd.
Ik baseer mij daarbij op wat de Ombudsman in 2017 concludeerde over de opvolging,
die respectievelijk verzekeraars en pensioenfondsen hebben gegeven aan die aanbeveling
waaraan ik eerder refereerde.4 De Ombudsman leek toen namelijk positiever te oordelen over verzekeraars dan over
pensioenfondsen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.