Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van den Hul en Nijboer over de grote klappen voor de werkgelegenheid in Groningen
Vragen van de leden Van den Hul en Nijboer (beiden PvdA) aan de Ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de grote klappen voor de werkgelegenheid in Groningen (ingezonden 28 juni 2019).
Antwoord van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap), mede namens
de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 26 augustus 2019). Zie
ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 3677.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Banenverlies RUG klap voor de zorg»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is uw reactie op het bericht?
Antwoord 2
Ik betreur de onrust en het beeld dat wordt geschetst. Zoals ik ook in het notaoverleg
met uw Kamer op 1 juli jongstleden over de herziening van de bekostigingssystematiek
hoger onderwijs en onderzoek heb aangegeven, is er geen sprake van gedwongen interne
herverdeling. Het is dus niet zo dat ik de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) dwing
om intern te herverdelen van sociale wetenschappen, letteren en geneeskunde naar bètatechniek,
zoals het artikel suggereert. Dat is niet mijn bevoegdheid en zou in strijd zijn met
het principe van lumpsumbekostiging en bestedingsvrijheid. Het is de verantwoordelijkheid
van het bestuur van de instelling om de rijksbijdrage intern te verdelen.
Vraag 3
Waarom kiest u ervoor om te bezuinigen op de kwaliteit van de alfastudies en de geneeskunde
in Groningen en elders, terwijl het kabinet beloftes over investeringen in de publieke
sector toch al niet nakomt en 5,2 miljard euro op de plank liet liggen, en bovendien
een overschot heeft van 11 miljard euro?
Antwoord 3
Zoals ik in het antwoord op vraag 2 heb aangegeven, is er geen sprake van gedwongen
interne herverdeling. Wel heb ik ervoor gekozen om in de bekostiging een aantal wissels
om te zetten om tegemoet te komen aan de meest urgente knelpunten ten aanzien van
de bekostiging. Zoals ik in mijn brief van 21 juni 20192 heb aangegeven, heb ik de onderwijsbekostiging stabieler gemaakt om de concurrentie
tussen instellingen om de student te matigen. Bovendien investeer ik in bètatechniek
en gelijke kansen. Een herziening van de bekostiging binnen het bestaande macrokader
leidt onvermijdelijk tot herverdeeleffecten tussen instellingen. Ik heb gezorgd voor
een zachte landing en beheerste herverdeeleffecten door een ingroeipad van 3 jaar
te hanteren en door de extra middelen uit de Voorjaarsnota (€ 37 miljoen) in te zetten
ter verzachting van de negatieve herverdeeleffecten.
Vraag 4
Heeft u een analyse gemaakt van de gevolgen voor individuele universiteiten van het
besluit om te bezuinigen op de alfawetenschappen en geneeskunde? Zo ja, wat zijn de
financiële gevolgen voor de Rijksuniversiteit Groningen? Wat zijn de gevolgen voor
de andere universiteiten? Zo nee, vindt u ook niet dat dit wel zou moeten voordat
u overgaat tot dergelijke bezuinigingen en bent u dan bereid dit alsnog te doen?
Antwoord 4
Ja, ik heb een analyse gemaakt van de gevolgen voor individuele universiteiten van
de herziening van de bekostigingssystematiek hoger onderwijs en onderzoek. In bijlage 1,
tabel 2, bij mijn brief van 21 juni 2019 zijn de effecten per universiteit weergegeven.
De effecten voor de RUG zijn in 2020 en 2021 0,0% (als % van de rijksbijdrage 2019),
in 2022 –1,1% en in 2023 –0,9%. Dat komt neer op een bedrag van –€ 3,8 miljoen.
Vraag 5
Deelt u de mening dat de overheid de werkgelegenheid in Groningen juist zou moeten
bevorderen? Klopt het dat de werkgelegenheid in Groningen hard wordt geraakt door
deze bezuinigingen, en dat meer dan 180 mensen hun baan dreigen te verliezen? Tot
hoeveel banenverlies leidt deze bezuiniging in andere sectoren?
Antwoord 5
De overheid draagt bij aan het bevorderen van de werkgelegenheid in Groningen. Beschikbaarheid
van werk is cruciaal voor de leefbaarheid en het toekomstperspectief van de regio
Groningen. Gelet op dossiers krimp, werkgelegenheid en gaswinning is in de aardbevingsregio
sprake van een aantal bijzondere problemen die moeten worden opgelost op basis van
een regio-gerichte aanpak. Het kabinet zet, in samenwerking met regionale partijen,
vol in op het verbeteren van de werkgelegenheid in Groningen. Zo is er vorig jaar
een convenant met de Minister van SZW en relevante partijen uit de regio afgesloten
om te komen tot 1.000 nieuwe banen in de periode 2018–2021.
Als ik naar de cijfers kijk dan zie ik in 2020 en 2021 geen negatieve herverdeeleffecten voor de RUG. In 2022 heeft de RUG een min van 1,1% van de rijksbijdrage
en vanaf 2023 een min van 0,9%. Daar staan andere investeringen in hoger onderwijs
en onderzoek tegenover waardoor de budgetten van alle universiteiten, ook die van
de RUG, jaarlijks stijgen. Als ik naar deze cijfers kijk kan ik mij niet voorstellen
dat ontslagen aan de orde zijn Maar uiteindelijk is dat de verantwoordelijkheid van
de RUG, die is werkgever.
Vraag 6
Deelt u de mening dat ook Groningers, Friezen en Drenten zeker moeten kunnen zijn
van toegankelijke zorg? Wat vindt u ervan dat uw bezuinigingsambitie de toegankelijkheid
van de zorg dreigt te verminderen? Heeft u onderzocht hoeveel ziekenhuizen en huisartsen
zullen moeten verdwijnen? Gaat u compenserende maatregelen nemen om de toegang tot
de zorg in Groningen, Friesland en Drenthe te waarborgen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
De herziening van de bekostiging zal de toegankelijkheid van de zorg niet veranderen.
Er zijn geen aanwijzingen dat de RUG de numerus fixus op geneeskunde naar beneden
bijstelt als gevolg van de herziening van de bekostigingssystematiek. Er zullen dus
evenveel basisartsen opgeleid worden als nu het geval is. Daarnaast is de opleiding
tot huisarts een medische vervolgopleiding van geneeskunde. De bekostiging van de
medische vervolgopleidingen loopt via het Ministerie van VWS. De bekostiging van de
medische vervolgopleidingen is geen onderdeel van de herziening van de bekostiging
van OCW. Groningen kan dus even veel huisartsen blijven opleiden als nu het geval
is. Compenserende maatregelen zijn om die reden dus ook niet nodig.
Vraag 7
Deelt u de mening dat u de leefbaarheid in verschillende regio’s zou moeten bevorderen?
Heeft u onderzocht wat de gevolgen van uw bezuinigingsambitie zijn voor de leefbaarheid
in de verschillende regio’s? Bent u bereid de Kamer daarover te informeren?
Antwoord 7
Zoals ik in het antwoord op vraag 5 heb aangegeven, verwacht ik geen negatieve effecten
op de werkgelegenheid en toegang tot zorg in de regio. Desalniettemin deelt het kabinet
de mening dat het verbeteren van de leefbaarheid een belangrijke nationale en regionale
taak is. Regio’s hebben verschillende kenmerken waardoor elke regio behoefte heeft
aan een eigen aanpak en afweging bij het aanpakken van de regionale opgave.
De verschillende krachten en uitdagingen die specifiek zijn voor Groningen vormen
de basis voor het in 2018 gestarte Nationaal Programma Groningen, waarbij de nationale
overheid in samenwerking met lokale partners investeert in de economische versterking
en de kwaliteit van de leefomgeving in het gebied. Het kabinet heeft uw Kamer in oktober
2018 over de start van het Nationaal Programma Groningen geïnformeerd.3
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.