Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Ploumen over het groeiend tekort aan doktersassistenten
Vragen van het lid Ploumen (PvdA) aan de Minister voor Medische Zorg over het groeiend tekort aan doktersassistenten (ingezonden 19 juli 2019).
Antwoord van Minister Bruins (Medische Zorg) (ontvangen 19 augustus 2019). Zie ook
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 3541.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Zorgen om groeiend tekort doktersassistenten»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is uw reactie op het bericht?
Antwoord 2
De uitdaging op het gebied van arbeidsmarkt voor de huisartsenzorg en de gehele sector
zorg en welzijn is mij bekend. Ik vind het belangrijk dat de huisartsenzorg toegankelijk
is voor iedereen, nu en in de toekomst. Ook in gebieden waar de balans in vraag en
aanbod in de huisartsenzorg verstoord is of dreigt te raken.
Vraag 3
Kunt u bevestigen dat in 23 procent van de huisartsenpraktijken tekorten worden ervaren
aan assistenten en ondersteuners en kunt u aangeven hoe deze tekorten verspreid zijn
over verschillende regio’s? Zo nee, kunt u hier onderzoek naar laten doen?
Antwoord 3
Het Nivel heeft in alle arbeidsmarktregio’s enquêtes uitgezet onder huisartsenpraktijken
in het kader van een onderzoek waarvoor ik samen met de Landelijke Huisartsen Vereniging
(LHV) vorig jaar opdracht heb gegeven. Op 20 december 2018 heb ik dit rapport met
mijn reactie aan de Tweede Kamer aangeboden.2 De aanbevelingen uit het onderzoek zijn verwerkt in het plan van aanpak dat ik u
in april van dit jaar heb toegezonden3 en ik in de komende periode met de LHV verder zal uitwerken.
Uit het onderzoek blijkt dat landelijk gezien 18% van de huisartsenpraktijken op het
moment van bevragen aangeeft dat zij in de komende 12 maanden grote tekorten verwachten
aan doktersassistenten. Regionaal lopen deze verwachte tekorten aan doktersassistenten
sterk uiteen van 0% tot 48%. Bevraagde huisartsenpraktijken in de arbeidsmarktregio’s
Utrecht (48%), Zuid-Limburg (45%) en Groningen (33%) verwachten relatief gezien het
vaakst grote tekorten aan doktersassistenten.
Wat betreft praktijkondersteuners (POH) geldt dat landelijk gezien 15% van de huisartsenpraktijken
op het moment van bevragen aangeeft dat zij in de komende 12 maanden grote tekorten
verwachten aan praktijkondersteuners. Regionaal lopen deze verwachte tekorten aan
doktersassistenten sterk uiteen van 0% tot 24%. Bevraagde huisartsenpraktijken in
de arbeidsmarktregio’s Achterhoek (24%), Zeeland (24%) en Noordoost-Brabant (22%)
verwachten relatief gezien het vaakst grote tekorten aan praktijkondersteuners.
Vraag 4
Wat vindt u ervan dat de kwaliteit en toegankelijkheid van de zorg onder druk staan
door het groeiende tekort aan doktersassistenten, zeker gezien de belangrijke functie
die doktersassistenten tegenwoordig vervullen als poortwachter of door middel van
triage?
Antwoord 4
We staan momenteel voor een grote personele opgave die in de hele zorgsector wordt
gevoeld, ook in de huisartsenzorg. Daar waar dreigt dat een patiënt niet binnen een
redelijke tijd toegang heeft tot voldoende en goede huisartsgeneeskundige zorg, heeft
de zorgverzekeraar vanuit zijn zorgplicht de verantwoordelijkheid om na te gaan of
deze patiënt bij een andere zorgverlener kan worden geholpen. Zorgverzekeraars hebben
mij laten weten dat zij deze bemiddelende rol uitvoeren om patiënten op korte termijn
bij een huisartsenpraktijk te kunnen plaatsen. Zij bieden daarnaast regionaal ondersteuning,
gezamenlijk met relevante partijen, bij het oplossen van ervaren problemen van een
tekort aan huisartsen. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft mij laten weten ook
te zien dat er regionale oplossingen worden ontwikkeld door betrokken partijen, vaak
in samenwerking met de zorgverzekeraar.
Indien mensen signalen hebben over de geleverde zorg, kunnen zij zich melden bij het
Landelijk Meldpunt Zorg. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) kan naar aanleiding
van deze signalen onderzoek doen en/of de signalen meenemen in haar risicogestuurde
toezicht. Navraag bij de IGJ leert dat bij de inspectie tot nu toe geen signalen zijn
binnengekomen waarbij een tekort aan doktersassistenten wordt genoemd.
Vraag 5
Wanneer is voor u het moment aangebroken om over te gaan tot wettelijke erkenning
van deze belangrijke beroepsgroep in de Wet BIG (Wet op de Beroepen in de Individuele
Gezondheidszorg)?
Antwoord 5
Op 2 juli jl. ben ik in mijn beantwoording op vragen van het lid Ploumen inzake het
tekort aan doktersassistenten4, waarin onder andere wordt gevraagd naar de erkenning van de doktersassistent in
de Wet BIG, reeds ingegaan op deze vraag. Ik verwijs dan ook naar de beantwoording
van 2 juli jl. op vraag 8 en 9.
Daarnaast heb ik in het AO Eerstelijnszorg van 3 juli jl. aangegeven dat als het profiel
van doktersassistent ingrijpend zou wijzigen het een mogelijkheid is dat ik Zorginstituut
Nederland, dat nieuwe aanvragen aan de criteria voor beroepenregulering in de Wet
BIG toetst, om advies vraag. Aangezien de aanvraag tot regulering van de doktersassistent
in april 2018 is afgewezen, verwacht ik niet dat het profiel in een jaar tijd ingrijpend
gewijzigd is en zie ik dus momenteel geen aanleiding om advies te vragen.
Vraag 6
Op welke wijze bent u voornemens de terugloop in het aantal doktersassistenten te
keren? Kunt u cijfermatig onderbouwen of uw maatregelen voldoende effect sorteren?
Zo nee, kunt u hier onderzoek naar laten doen? Indien uw maatregelen niet tot voldoende
groei leiden, bent u bereid aanvullende maatregelen te treffen?
Antwoord 6
De verwachte tekorten aan personeel in de gehele zorgsector worden via het actieprogramma
Werken in de Zorg aangepakt, samen met het veld. Zoals de voortgangsrapportage van
het actieprogramma Werken in de Zorg van 22 mei jl. laat zien, is het helder dat we
voor een forse personele opgave staan in zorg en welzijn, maar zien we aan de hand
van de inspanningen die in de regio zijn verricht en in de afname van het verwachte
personeelstekort in 2022 dat het mogelijk is de arbeidsmarkttekorten aan te pakken
en het tij te keren. Dit betekent dat naast focus op instroom ook meer focus op behoud
en anders werken moet komen te liggen, ook voor de teams werkzaam in de huisartsenzorg.
Het vraagt om alle zeilen bij te zetten. Over de voortgang van het actieprogramma
Werken in de Zorg aanpak wordt de Tweede Kamer tweemaal per jaar geïnformeerd, voor
het eerst weer in het najaar van dit jaar.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.