Schriftelijke vragen : Het bericht ‘75-plussers blijven in onzekerheid: mag ik nu wel of niet autorijden’
Vragen van het lid Van der Graaf (ChristenUnie) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «75-plussers blijven in onzekerheid: mag ik nu wel of niet autorijden?» (ingezonden 16 augustus 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «75-plussers blijven in onzekerheid: mag ik nu wel of
niet autorijden?»?1
Vraag 2
Herkent u het probleem dat er een grote groep 75-plussers is van wie het rijbewijs
vóór 1 december 2019 verloopt, ondanks dat zij aan hun verplichtingen in het kader
van de herkeuring en vernieuwing van hun rijbewijs hebben voldaan?
Vraag 3
Wat vindt u van de oproep van het Verbond van Verzekeraars aan hun leden om coulant
te zijn ten aanzien van mensen met een verlopen rijbewijs? Erkent u dat deze stap
voor veel onduidelijkheid kan zorgen voor bezitters van een verlopen rijbewijs en
ertoe kan leiden dat deze mensen denken dat het dan ook niet strafbaar is om met een
verlopen rijbewijs achter het stuur te stappen?
Vraag 4
Erkent u dat veel mensen met een verlopen rijbewijs nu onzekerheid ervaren omdat hen
niet duidelijk is of hun verzekeraar zich ook coulant gaat opstellen in geval van
schade en zich ongelijk behandeld voelen wanneer hun verzekeraar er niet voor kiest
om deze coulance toe te passen?
Vraag 5
Erkent u dat de oorzaak van deze onduidelijkheid, onzekerheid en rechtsongelijkheid
ligt in het feit dat de overheid achterblijft in het oplossen van dit probleem?
Vraag 6
Erkent u dat deze groep geen slachtoffer zou mogen worden van dit gebrekkige handelen
door het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR)? Bent u bereid te voorzien
in een oplossing op korte termijn voor deze groep mensen?
Vraag 7
Erkent u ook dat het daarom van groot belang is dat de eerder aangekondigde administratieve
verlenging van deze rijbewijzen zo spoedig mogelijk in werking treedt? Ziet u mogelijkheden
om deze administratieve verlenging eerder dan 1 december 2019 in werking te laten
treden? Zo nee, waarom niet?
Vraag 8
Deelt u de mening dat er tot het in werking treden van de aangekondigde administratieve
verlenging een coulanceregeling, zoals omschreven in de aangenomen motie Schonis/Von
Martels (Kamerstuk 29 398, nr. 688), op de kortst mogelijke termijn in werking zou moeten treden, teneinde de eerdergenoemde
onduidelijkheid, onzekerheid en rechtsongelijkheid zo snel mogelijk weg te nemen?
Vraag 9
Welke stappen gaat u zetten om bovengenoemde coulanceregeling zo snel mogelijk in
werking te laten treden? Gaat u het eerder genoemde streven van 1 oktober 2019 halen?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 10
Bent u bereid op korte termijn te werken aan een oplossing voor 75-minners die wegens
een beperking of andere gezondheidsreden een gezondheidsverklaring moeten afleveren
bij het CBR alvorens een rijbewijs of rijbewijsverlenging te krijgen, maar nu door
lange wachttijden zonder geldig rijbewijs zitten of binnenkort dreigen te zitten?
Vraag 11
Erkent u dat ook deze groep geen slachtoffer zou mogen worden van dit gebrekkige handelen
door het CBR en er nu ongelijke behandeling dreigt tussen deze twee groepen?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.J.F. van der Graaf, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.