Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van den Hul over het inzichtelijk maken van (de gevolgen van) het lerarentekort
Vragen van het lid Van den Hul (PvdA) aan de Minister voor Basis en Voortgezet Onderwijs en Media over het inzichtelijk maken van (de gevolgen van) het lerarentekort (ingezonden 20 mei 2019).
Antwoord van Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) (ontvangen 16 juli
2019).
Vraag 1
Kent u het voorstel van de Algemene Onderwijsbond om scholen te verplichten de gevolgen
van het lerarentekort te melden bij de onderwijsinspectie?1 Wat is up reactie daarop?
Antwoord 1
Ja, dat voorstel ken ik. Tijdens het notaoverleg over de Staat van het Onderwijs op
17 juni heb ik aangegeven dat ik er geen voorstander van ben om registratie te verplichten.
Inmiddels is de motie van u, de heer Kwint en mevrouw Westerveld over registratie
van het lerarentekort door OCW aangenomen. Ik ga daarom de komende tijd kijken hoe
ik hier uitvoering aan kan geven.
Vraag 2
Deelt u de mening dat elk kind elke schooldag zeker moet zijn van goed onderwijs?
Zo ja, op welke manier garandeert u dat alle kinderen elke schooldag goed onderwijs
krijgen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
De kwaliteit van het onderwijs staat voorop, ook als er tijdelijk noodmaatregelen
moeten worden getroffen door het lerarentekort. Bij signalen dat zaken uit de hand
lopen, of dat de veiligheid of kwaliteit op een school in het geding is, zal de inspectie
contact opnemen met het bestuur. De inspectie vraagt altijd eerst naar de aard en
achtergrond van een situatie, en naar mogelijke oplossingen. Mocht de situatie voortduren,
dan kan de inspectie vragen om een plan van aanpak, waarin het bestuur aangeeft hoe
het gaat sturen op herstel van de situatie.
Vraag 3
Bent u bekend met de geluiden dat sommige klassen maanden achtereen een bepaald vak
niet krijgen en er kinderen zijn die vier in plaats van vijf dagen naar school gaan
vanwege het ontbreken van leraren? Vindt u het wenselijk om in beeld te hebben voor
hoeveel en welke kinderen een dergelijke situatie geldt? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Voor het primair onderwijs geldt dat er bij de Inspectie geen gevallen bekend zijn
waarin leerlingen structureel vier in plaats van vijf dagen naar school gaan. In het
voortgezet onderwijs moeten scholen per schooljaar ten minste 189 dagen onderwijs
verzorgen. Daarbij kunnen zij op jaarbasis twaalf voor leerlingen roostervrije dagen
inplannen, waarvan maximaal zes rondom de centraal vastgestelde zomervakantie. Ook
hebben VO-scholen de wettelijke ruimte om het onderwijs naar eigen (professioneel)
inzicht in te richten en te plannen. Dat kan door elk vak elke week op het lesrooster
te zetten, maar ook bijvoorbeeld door sommige vakken modulair aan te bieden, zodat
leerlingen zo’n vak niet het hele jaar volgen, maar bijvoorbeeld alleen de eerste
of tweede helft van het jaar. Belangrijk daarbij is dat de verplichte onderwijsinhouden
aan bod komen en dat leerlingen voldoende onderwijs volgen, zodat zij aan het eind
van elk leerjaar goed toegerust kunnen doorstromen naar de volgende klas, na de onderbouw
in beginsel alle profielen nog kunnen kiezen en uiteindelijk goed voorbereid zijn
op de examens, het vervolgonderwijs en hun (toekomstige) plek in de samenleving.
Voor mijn reactie op uw vraag over het in beeld brengen van dergelijke situaties,
zie het antwoord op vraag 1.
Vraag 4
Klopt het dat er nu geen volledig en accuraat overzicht is van waar het lerarentekort
tot problemen leidt, en welke oplossingen scholen daarvoor inzetten? Zo nee, bent
u bereid dit actuele overzicht te delen? Zo ja, deelt u de conclusie dat dit betekent
dat onbekend is hoeveel en welke kinderen niet elke schooldag goed onderwijs krijgen
en u daarmee niet kan garanderen dat alle kinderen elke schooldag goed onderwijs krijgen?
Antwoord 4
Zie het antwoord op vraag 1.
Vraag 5
Deelt u de opvatting dat bij het huidige grote lerarentekort het onverantwoord is
om niet in beeld te hebben hoeveel en welke kinderen elke schooldag goed onderwijs
krijgen? Zo ja, welke mogelijkheden ziet u om een dergelijk overzicht te realiseren?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Zie het antwoord op vraag 1.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.