Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van der Linde en Bosman over de berichten ‘Sint Maarten heeft nog paar maanden voor wetgeving rond witwassen’ en ‘Sint Maarten weigert strijd tegen witwassen en terrorismefinanciering aan te gaan’
Vragen van de leden Van der Linde en Bosman (beiden VVD) aan de Minister van Financiën en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de berichten «Sint Maarten heeft nog paar maanden voor wetgeving rond witwassen» en «Sint Maarten weigert strijd tegen witwassen en terrorismefinanciering aan te gaan» (ingezonden 6 juni 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Knops (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede
namens de Minister van Financiën (ontvangen 15 juli 2019). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2018–2019, nr. 3216.
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten «Sint Maarten heeft nog paar maanden voor wetgeving
rond witwassen»1 en «Sint Maarten weigert strijd tegen witwassen en terrorismefinanciering aan te
gaan?»2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u de omvang van de witwasproblematiek in Sint Maarten schetsen? Hoeveel crimineel
geld wordt er naar schatting witgewassen op Sint Maarten?
Antwoord 2
Zoals opgenomen in de beantwoording van eerdere schriftelijke vragen3 is de aanpak van witwassen een landsverantwoordelijkheid. Over schattingen over de
grootte van de problematiek op Sint Maarten beschik ik niet.
Vraag 3
Kunt u een opsomming, voorzien van een tijdlijn, geven van de antiwitwaswetgeving
die niet is doorgevoerd of niet effectief wordt nageleefd, daar het artikel stelt
dat Sint Maarten de afgelopen jaren steeds heeft verzuimd zijn wetgeving aan te passen
aan de richtlijnen van de Financial Action Taskforce?
Antwoord 3
De Financial Action Taskforce (FATF) heeft de afgelopen decennia zogenaamde aanbevelingen
(recommendations) geformuleerd. Deze gelden als dé internationale normen voor het
voorkomen en bestrijden van het gebruik van het financiële stelsel voor witwassen
en financieren van terrorisme. Lidstaten van de FATF worden op basis van deze aanbevelingen
geëvalueerd.
Sint Maarten is lid van de Caribbean Financial Action Task Force (CFATF). Dit is een
zogeheten FATF-Style Regional Body, die behoort tot het wereldwijde netwerk van de
FATF. Tijdens de plenaire vergadering van de CFATF in november 2012 is het evaluatierapport
van Sint Maarten vastgesteld. Sint Maarten voldeed niet aan 14 van de 16 kernaanbevelingen
en werd in een follow-up traject geplaatst waarbij de voortgang periodiek is gemonitord
middels follow-up rapporten. Er zijn inmiddels negen follow-up rapporten verschenen4. Sint Maarten is het enige Caribische land dat nog in de derde evaluatieronde zit.
Na vijf jaar follow-up traject bestond nog steeds non-compliance met de aanbevelingen.
Hierdoor is Sint Maarten in november 2017 in het eerste stadium van verscherpte follow-up
geplaatst. Gevolg hiervan is een meer frequente follow-up rapportage en de mogelijkheid
voor het invoeren van gefaseerde tegenmaatregelen. Er is reeds een tweetal zachte
maatregelen genomen. In 2018 heeft het bestuur van de CFATF aan de regering van Sint
Maarten een waarschuwingsbrief gestuurd. Daarnaast is op de plenaire vergadering van
mei 2017 besloten dat door CFATF een High Level Mission naar Sint Maarten zou worden
ondernomen waarbij met ministers en onder andere met het Meldpunt Ongebruikelijke
Transacties (MOT) en het OM is gesproken. De High Level Mission heeft eind augustus
2018 plaatsgevonden. In november 2017 was nog sprake van non-compliance ten aanzien
van 11 kernaanbevelingen.
In 2018 heeft de CFATF afspraken gemaakt met Sint Maarten over de invoering en wijziging
van zes cruciale wetten tegen witwassen en terrorismefinanciering. Begin mei 2019
hebben de Staten van Sint Maarten alsnog enkele wetten aangenomen, te weten de Landsverordening
aanmeldingsplicht van grensoverschrijdende geldtransporten, Landsverordening meldpunt
ongebruikelijke transacties en de Landsverordening bestrijding witwassen en terrorismefinanciering.
Eerstgenoemde landsverordening is op 14 juni 2019 in het Afkondigingsblad geplaatst.
Als autonoom land binnen het Koninkrijk is Sint Maarten zelf verantwoordelijk voor
de invoering daarvan. De komende maanden zal hoge prioriteit gegeven moeten worden
aan de verankering van de aanbevelingen van de FATF in wet- en regelgeving. Dit omvat
onder meer wijzigingen van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Strafrecht en het
Wetboek van Strafvordering. De regering van Sint Maarten heeft zich verbonden aan
het doorvoeren van de door de CFATF gewenste aanpassingen.
Vraag 4, 5 en 6
Bent u ermee eens dat het schandalig is dat de overheid van Sint Maarten het tegengaan
van crimineel geld en witwassen niet serieus lijkt te nemen? Hoe kijkt u aan tegen
de politieke onwil op Sint Maarten om regelgeving rond witwassen te implementeren?
Is er een verband tussen het niet aannemen van antiwitwaswetgeving en de corruptie
op het eiland? Hebben bepaalde politici, zoals de in het artikel genoemde Theo Heyliger,
zelf actief stappen ondernomen om het aannemen van antiwitwaswetgeving of het effectief
bestrijden van witwassen tegen te gaan? Zo ja, wat vindt u hiervan en welke stappen
kunnen tegen deze politici genomen worden? Zo nee, hoe weet u dat zo zeker?
Hoe kan het zijn dat politici niet kwamen opdagen bij het aannemen van de antiwitwaswetgeving,
zoals het artikel stelt? Is hier vervolgens onderzoek naar verricht?
Antwoord 4, 5 en 6
Zoals opgenomen in de beantwoording van eerdere schriftelijke vragen5 betreft het een zorgwekkend beeld. Alle landen ter wereld worden geacht te voldoen
aan de FATF-aanbevelingen om de integriteit van het internationale financiële systeem
te beschermen. Daarbij wordt opgemerkt dat Sint Maarten een autonoom land binnen het
Koninkrijk is en dat parlementsleden, net als in Nederland, zelf bepalen bij welke
debatten ze aanwezig zijn. Daar wordt geen onderzoek naar verricht.
Wat betreft vermeende vermenging van boven- en onderwereld, is het aan de opsporingsdiensten
in Sint Maarten om hier onderzoek naar te doen. Zo is het Team Bestrijding Ondermijning
(TBO) -met Nederlandse middelen – ingericht om ondermijnende activiteiten te onderzoeken,
te vervolgen en te berechten. Zoals per brief van 17 juni 2019 aan de Kamer gemeld6, zijn de Minister van Justitie en Veiligheid en ik van plan de Kamer zo mogelijk
voor de begrotingsbehandeling van Hoofstuk IV Koninkrijksrelaties te informeren over
de resultaten en het effect van de aanpak van het TBO.
Vraag 7
Kent u de in het artikel genoemde openbare verklaring? Ondersteunt u de hierin genoemde
kritiek? Kan deze openbare verklaring openbaar gemaakt worden, of in elk geval naar
de Kamer gestuurd worden?
Antwoord 7
Ja, ik ben bekend met een mogelijke openbare verklaring zoals genoemd in het artikel.
Op de plenaire vergadering van de CFATF op 29 mei 2019 is de status quo van Sint Maarten
echter vooralsnog gehandhaafd. Het uitbrengen van een openbare verklaring zou de volgende
stap zijn in het proces van tegenmaatregelen. De genoemde verklaring betreft een vertrouwelijk
intern concept van een internationaal orgaan, dat na besluitvorming in de CFATF niet
is vastgesteld en daarom niet is gepubliceerd. Openbaarmaking zou het diplomatieke
verkeer van het Koninkrijk en binnen de CFATF kunnen schaden. Voor de teneur van een
dergelijke openbare verklaring verwijs ik naar het antwoord op vraag 9 hieronder.
De CFATF kan in november 2019 overigens alsnog besluiten een openbare verklaring uit
te brengen. Als dit het geval is dan wordt deze gepubliceerd op de website van de
CFATF.
Ik houd de situatie nauwgezet in de gaten. Het land Sint Maarten heeft al de nodige
aanpassingen doorgevoerd, maar het blijft van belang dat Sint Maarten de komende maanden
de vereiste stappen zet en hier de nodige prioriteit aan geeft.
Vraag 8
Welke gevolgen heeft de slechte naleving van antiwitwaswetgeving op de eilanden voor
het tegengaan van witwassen in Nederland? Wordt de effectieve opsporing en het tegengaan
van witwassen in Nederland ondermijnd door slechte naleving op Sint-Maarten? Zo ja,
welke stappen worden er gezet om dit tegen te gaan? Zo nee, hoe weet u dit zeker?
Antwoord 8
Slechte naleving van de antiwitwaswetgeving op Sint Maarten heeft in de eerste plaats
gevolgen voor het land Sint Maarten, het is onder meer niet bevorderlijk voor een
effectieve opsporing aldaar. Witwassen kent verder veelal grensoverschrijdende aspecten
en vergt dus een internationale aanpak. Vandaar dat er internationale standaarden
zijn opgesteld om het gebruik van het financiële stelsel voor witwassen en het financieren
van terrorisme tegen te gaan. Op die manier wordt bewerkstelligd dat in internationaal
verband uniforme regels op dit terrein worden gehanteerd. Alle landen, dus ook Nederland,
hebben baat bij een goede naleving van die standaarden.
Zoals opgenomen in de beantwoording van eerdere schriftelijke vragen7, stimuleert Nederland de rechtshandhavingsketen van het land Sint Maarten door middel
van het Recherchesamenwerkingsteam (RST), het Team Bestrijding Ondermijning (TBO),
en de bemensing van het OM en het Gemeenschappelijk Hof. Hiermee wordt capaciteit
en expertise geleverd die ook deels wordt ingezet in de opsporing en vervolging van
witwassen en terrorismefinanciering. Daarnaast versterkt Nederland (Koninklijke Marechaussee,
Douane, Kustwacht) op basis van de Onderlinge regeling versterking grenstoezicht Sint
Maarten (Stcrt. 2019, 72542) het grenstoezicht middels capaciteit, opleiding, expertise en extra middelen, waarbij
één van de doelen is ongecontroleerde geldstromen tegen te gaan.
Vraag 9
Welke gevolgen heeft de slechte naleving van antiwitwaswetgeving door Sint Maarten
voor het bancaire stelsel op Saba en Sint Eustatius?
Antwoord 9
Zoals opgenomen in de beantwoording van eerdere schriftelijke vragen8 betekent een openbare waarschuwing – mocht de CFATF deze afgeven – dat Sint Maarten
wordt beschouwd als een land dat wegens zijn strategische tekortkomingen een risico
vormt voor het internationale financiële systeem. De lidstaten worden dan opgeroepen
om tegenmaatregelen te nemen. Deze kunnen inhouden dat internationale banken dan extra
voorzorgsmaatregelen moeten nemen bij het betalingsverkeer met Sint Maarten. In het
uiterste geval kunnen zij afzien van het doen van transacties met het Caribische land.
Beide gevolgen zouden ernstige repercussies kunnen hebben voor het buitenlands betalingsverkeer.
De bankensector op de BES-eilanden bestaat vrijwel volledig uit bijkantoren van banken
met zetel op Curaçao of Sint Maarten. Op dit moment leidt de situatie op Sint Maarten
niet tot beperkingen voor het bancaire verkeer op de BES-eilanden. Het is niet uit
te sluiten dat wanneer Sint Maarten zou worden beschouwd als een land dat wegens zijn
strategische tekortkomingen een risico vormt voor het internationale financiële systeem,
buitenlandse banken extra voorzorgsmaatregelen zullen moeten treffen of in het uiterste
geval afzien van het doen van transacties met banken die onderdeel uitmaken van banken
op Sint Maarten. Als dit scenario zich manifesteert, dan geldt dit voor één bijkantoor,
namelijk het bijkantoor van de Windward Island Bank (WIB) op Sint Eustatius, die haar
zetel heeft op Sint Maarten. In zijn brief van 3 juni jl. heeft de Minister van Financiën
aangegeven dat het functioneren van de bancaire dienstverlening en het betalingsverkeer
op de BES-eilanden de aandacht heeft. Signalen van problemen in de bancaire of betaaldienstverlening
worden in overleg met lokale partijen en autoriteiten opgepakt, en eind dit jaar wordt
uw Kamer over de voortgang geïnformeerd.9
Vraag 10
Kunt u aangeven hoe het met het opsporen van en het tegengaan van witwassen gesteld
is in de andere landen van het Koninkrijk?
Antwoord 10
Het staat voorop dat het hier autonome landen betreft die zelf de verantwoordelijkheid
dragen om de aanbevelingen van de FATF in wetgeving te waarborgen. De andere landen
van het Koninkrijk zijn aangesloten bij de CFATF. De CFATF is zoals hiervoor aangegeven
een zogeheten FATF-Style Regional Body en vormt een onderdeel van het wereldwijde
netwerk dat de FATF kenmerkt. Periodiek worden landen geëvalueerd en wordt middels
een rapport inzichtelijk gemaakt in welke mate wordt voldaan aan aanbevelingen in
het kader van tegengaan van witwassen en terrorismefinanciering.
In 2009 heeft de CFATF voor het laatst een evaluatierapport opgesteld over Aruba.10 In dit rapport is geconcludeerd dat nog onvoldoende maatregelen waren ingesteld als
het gaat om het opsporen en tegengaan van witwassen. De CFATF erkent dat Aruba de
afgelopen jaren aanzienlijke progressie heeft gemaakt om de situatie te verbeteren.
Zo is het wettelijk en regelgevend kader aangepast om de strategische tekortkomingen
aan te pakken. De CATF heeft besloten dat Aruba door de doorgevoerde verbeteringen
in voldoende mate opvolging heeft gegeven aan de aanbevelingen uit het evaluatierapport.
Curaçao is door de CFATF voor laatste keer in 2012 aan een evaluatie onderworpen.11 De afgelopen jaren heeft Curaçao het wettelijk en regulerend kader ten aanzien van
witwassen versterkt. Ook ten aanzien van Curaçao heeft de CFATF besloten dat het land
door de doorgevoerde verbeteringen in voldoende mate opvolging heeft gegeven aan de
aanbevelingen uit het evaluatierapport.
Vraag 11
Bent u in gesprek met uw ambtsgenoot op Sint Maarten over de ontstane problemen bij
implementatie van wet- en regelgeving die witwassen en de daarmee samenhangende druggerelateerde
criminaliteit moeten verminderen? Zo ja, dringt u dan bij de lokale overheid stevig
aan op het aannemen van antiwitwaswetgeving? Zo nee, waarom niet? Bent u bereid uw
ambtsgenoot op Sint Maarten aan te spreken op de ontstane situatie? Bent u bereid
om stappen te nemen dat de witwaswetgeving wel doorgevoerd wordt? Zo ja, welke?
Antwoord 11
Zoals opgenomen in de beantwoording van vraag 8, ondernemen mijn ambtsgenoten van
Justitie en Veiligheid en van Financiën en ik het nodige om Sint Maarten te ondersteunen
bij het tegengaan van witwassen en terrorismefinanciering. Verder zijn er op ministerieel
niveau regelmatig contacten over witwassen en terrorismefinanciering. Tot slot verleent
Nederland al technische assistentie aan Sint Maarten om aan de CFATF-standaarden te
voldoen.
Gelet op deze acties en het feit dat Sint Maarten een autonoom land binnen het Koninkrijk
is, ben ik van mening dat er nu genoeg wordt aangedrongen en gedaan om Sint Maarten
te ondersteunen in het verbeteren van de ontstane situatie rond het aannemen van zijn
antiwitwaswetgeving.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.W. Knops, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede namens
W.B. Hoekstra, minister van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.