Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Ploumen, Nijboer en Van den Hul over Nederlandse verzekeraars die meer kunnen doen om medicijnen betaalbaar te maken
Vragen van de leden Ploumen, Nijboer en Van den Hul (allen PvdA) aan de ministers voor Medische Zorg, van Financiën en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over Nederlandse verzekeraars die meer kunnen doen om medicijnen betaalbaar te maken (ingezonden 4 juni 2019).
Antwoord van Minister Bruins (Medische Zorg), mede namens de Ministers van Financiën
en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (ontvangen 11 juli 2019)
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 3054
Vraag 1
Bent u bekend met het rapport «Taming Big Pharma»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u het ermee eens dat toegang tot betaalbare medicijnen onderdeel uitmaken van
het universele recht op gezondheid?
Antwoord 2
Ja, toegang tot medicijnen is een onderdeel van het universele recht op gezondheid
volgens zowel de United Nations High Commissioner for Human Rights (OHCHR) als de
World Health Organisation (WHO).
Vraag 3 en 6
Deelt u de mening dat institutionele beleggers invloed kunnen uitoefenen op farmaceutische
bedrijven en op deze manier kunnen bijdragen aan het betaalbaar maken van medicijnen
en eerlijke belastingbetaling door farmaceuten?
Vindt u ook dat de druk van verzekeraars op farmaceuten om betaalbare medicijnen te
maken en eerlijk belasting te betalen omhoog moet? Zo ja, bent u bereid om er bij
Nederlandse verzekeraars op aan te dringen om de investeerdersverklaring van Access
to Medicine Index te tekenen en druk uit te oefenen op de farmaceutische bedrijven
waarin zij investeren? Kunt u een toelichting geven? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3 en 6
Institutionele beleggers, waaronder verzekeraars, zijn verantwoordelijk voor hun eigen
beleggingsbeleid en bepalen zelf in welke bedrijven belegd wordt. Het kabinet verwacht
van institutionele beleggers echter wel dat zij daarbij invulling geven aan hun responsibility to respect onder de United Nations Guiding Principles on Business and Human Rights (UNGP’s)
en dat zij zich houden aan de OESO-richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen (OESO-richtlijnen).
Daarnaast zijn er binnen het Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen
(IMVO)-convenant Verzekeringssector afspraken gemaakt met de overheid, de verzekeringssector
(via Verbond van Verzekeraars en Zorgverzekeraars Nederland), vakbond FNV en niet-gouvernementele
organisaties (NGO’s) over de naleving van de OESO-richtlijnen en UNGP’s en over de
gezamenlijke inzet om IMVO-risico’s aan te pakken en te voorkomen. Gezondheid (waaronder
toegang tot medicijnen) is een van de thema’s waar convenantspartijen gezamenlijk
zoeken naar mogelijkheden voor structurele verbeteringen.
Volgens de OESO-richtlijnen wordt van institutionele beleggers verwacht dat zij hun
invloed aanwenden bij bedrijven waarin zij investeren. Dit kunnen zij bijvoorbeeld
doen door algemene aandeelhoudersvergaderingen bij te wonen en via spreektijd en stemrecht
hun opvattingen over MVO-thema’s, zoals het naleven van de belastingwetten en -regelgeving,
uit te dragen. Ook kunnen zij informatie opvragen bij en contact leggen met de bedrijven
waarin ze investeren om hun verwachtingen duidelijk te maken.
Dit is tevens wat de Access to Medicine Foundation, met steun vanuit de begroting
Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, beoogt met zijn Investeerdersverklaring.
Inmiddels hebben 90 investeerders, die gezamenlijk activa van meer dan USD 12 biljoen
beheren, de Investeerdersverklaring ondertekend. Hiermee zeggen zij toe de resultaten
uit de Index te gebruiken bij zowel hun investeringsbeslissingen, als in hun engagement
met bedrijven (als ze eenmaal in deze bedrijven hebben belegd). Het kabinet moedigt
Nederlandse verzekeraars die dit nog niet hebben gedaan, aan de Investeerdersverklaring
te ondertekenen en opvolging te geven aan de daarbij behorende verplichtingen.
Vraag 4
Wat vindt u ervan dat Nederlandse verzekeraars als Aegon en Allianz in 2019 tezamen
voor maar liefst 11 miljard euro hebben belegd in farmaceutische bedrijven zonder
hen aan te sporen hoge medicijnprijzen terug te dringen?
Antwoord 4
Zoals ook aangegeven in het antwoord op vragen 3 en 6 zijn verzekeraars zelf verantwoordelijk
voor hun beleggingsbeleid. Dit geldt ook voor de twee Nederlandse verzekeraars Aegon
en Allianz. Aegon en Allianz zijn beiden lid van het Verbond van Verzekeraars, een
van de IMVO-convenantspartijen. Daarnaast heeft Aegon N.V. bij de ondertekening van
het IMVO-convenant Verzekeringssector een intentieverklaring ondertekend. Hierin verklaart
Aegon N.V. de geest en de doelstellingen van het IMVO-convenant te ondersteunen en
te trachten daarbij zoveel mogelijk in lijn met de doelstellingen en afspraken te
handelen. De verzekeraar heeft verklaard open te staan voor inzet, samenwerking en
kennisdeling bij de uitvoering van het IMVO-convenant. Binnen het IMVO-convenant wordt
gekeken hoe investeerders hun invloed kunnen gebruiken.
Daarnaast moedigt het kabinet Nederlandse verzekeraars, waaronder Aegon N.V. en Allianz
N.V. aan om de Investeerdersverklaring van de Access to Medicine Foundation te ondertekenen.
Aegon heeft in een reactie aangegeven dat het een engagement programma voert met farmaceutische
bedrijven, waarbij het de dialoog aangaat met deze bedrijven en onder andere excessieve
prijsverhogingen voor medicijnen, frauduleuze accountingpraktijken en de promotie
van patiëntenprogramma’s voor mensen met lage inkomens bespreekt. Ook heeft Aegon
aangegeven dat de Access to Medicine Index nog niet meegenomen wordt in het screeningsproces,
maar dat het dit wel aan het onderzoeken is.
Vraag 5
Wat vindt u ervan dat vijf van de negen onderzochte verzekeraars geen concrete actie
ondernemen tegen oneerlijke belastingbetaling door farmaceuten?
Antwoord 5
Zoals ook aangegeven in het antwoord op vragen 3 en 6 zijn verzekeraars zelf verantwoordelijk
voor hun beleggingsbeleid. Farmaceutische bedrijven zijn zelf verantwoordelijk voor
hun belastingafdracht. Het kabinet moedigt verzekeraars aan om, conform de afspraken
binnen het IMVO-convenant, farmaceutische bedrijven aan te spreken, wanneer uit de
IMVO-risicoanalyse die deel uitmaakt van de gepaste zorgvuldigheid naar voren komt
dat zij niet handelen volgens hoofdstuk XI uit de OESO-richtlijnen. Dit hoofdstuk
ziet op de verantwoordelijkheid van bedrijven met betrekking tot belastingafdrachten.
Vraag 7
Bent u het ermee eens dat het wenselijk is dat Nederlandse investeerders transparant
zijn over hun investeringen? Zo ja, bent u bereid om maatregelen te nemen die transparantie
bevorderen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Het kabinet vindt het wenselijk dat Nederlandse investeerders transparant zijn over
hun investeringen. De afspraken in het IMVO-convenant Verzekeringssector zien toe
op de invulling van het beleggingsbeleid en het toepassen van gepaste zorgvuldigheid
conform OESO-richtlijnen en de UNGP’s. Transparantie is een belangrijk onderdeel van
het IMVO-convenant Verzekeringssector. Zo werkt de overheid, in samenwerking met NGO’s
en verzekeraars, aan het opstellen van ESG-themakaders die handvatten bieden voor
verzekeraars om hun due diligence uit te voeren. Transparantie is hier een onderdeel
van. De hogergenoemde Access to Medicine Index is eveneens bedoeld om transparantie
over de activiteiten van farmaceuten te bevorderen. Ik zie momenteel dan ook geen
aanleiding tot het nemen van extra maatregelen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg -
Mede namens
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Mede namens
W.B. Hoekstra, minister van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.