Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Drost over het bericht ambtenaren steeds vaker en luxer in businessclass naar de Caraïben
Vragen van het lid Drost (ChristenUnie) aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht ambtenaren steeds vaker en luxer in businessclass naar de Caraïben (ingezonden 14 juni 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Knops (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede
namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 9 juli
2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Bericht ambtenaren steeds vaker en luxer in businessclass
naar de Caraïben»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3
Deelt u de mening dat juist gezien de beperkte omvang van de eilanden en het financieel
toezicht vanuit Nederland, het niet gepast is wanneer bovenmatig veel geld wordt uitgegeven
aan (luxe) reiskosten?
Wat is de verklaring voor de toename van het aantal vluchten? Valt inzichtelijk te
maken welk gedeelte van de toename direct toe te schrijven is aan de gevolgen van
orkaan Irma?
Antwoord 2, 3
Ik ben niet van mening dat er bovenmatig veel geld wordt uitgegeven aan reiskosten.
De reisbewegingen die door bewindspersonen en ambtenaren van de verschillende ministeries
naar het Caribisch gebied worden gemaakt, zijn noodzakelijk om de ambities van het
kabinet vorm te geven. Denk hierbij aan reizen om de openbare lichamen van Caribisch
Nederland te ondersteunen bij bijvoorbeeld het opzetten van een goed functionerend
en veilig vliegveld, het verbeteren van het financieel beheer, het versterken van
het bestuur, en het uitvoeren van projecten op het gebied van kinderopvang en landbouwontwikkeling.
Deze ondersteuning op locatie is een onmisbare schakel in de praktische samenwerking
die het kabinet voorstaat. Daarnaast is de investering noodzakelijk om het leven en
het voorzieningenniveau van de inwoners van de eilanden te verbeteren. Dit zorgt in
de huidige kabinetsperiode voor een toegenomen inzet op bestuurlijk en ambtelijke
vlak en resulteert in een verhoging van het aantal reisbewegingen. De toename van
het aantal reizen is naast de genoemde ambities van het kabinet ook te verklaren uit
de nasleep van orkaan Irma in 2017, waarbij er veel schade was op Sint Maarten, Saba
en Sint Eustatius. Overigens gaan de gemaakte reiskosten niet ten koste van de middelen
die beschikbaar zijn voor Caribisch Nederland, noch Sint Maarten.
Vraag 4, 7
Hoe kan het dat er weliswaar sprake is van een toename in de kosten van de vluchten,
maar niet van de hotelverblijven? Betekent dit dat er sprake is van meer maar wel
kortere dienstreizen? Zo ja, is dit het meest efficiënt?
Wat is grosso modo het afwegingskader dat wordt gemaakt bij het besluit tot een dienstreis
voor de noodzaak, de kosten, het aantal personen, de duur en de klasse waarin wordt
gevlogen? Is hierin voldoende op het netvlies dat deze reizen vanuit publiek geld
worden betaald? Zou een aanscherping van dit afwegingskader nodig zijn?
Antwoord 4, 7
Ik heb geen overzicht van de duur van de dienstreizen. Er wordt bij elke dienstreis
zorgvuldig gekeken naar het nut en de noodzaak van de reis. Het doel van het bezoek
wordt afgewogen tegen de kosten en er wordt rekening gehouden met de reisduur in combinatie
met de beperkte uitvoeringskracht van de eilanden. Aanscherping van het afwegingskader
acht ik niet nodig.
Vraag 5, 6
Wat is de verklaring voor de toename van het aandeel in de kosten dat uit businessclasstickets
komt? Is het mogelijk het aantal businessclasstickets uit te splitsen naar ministerie?
Hoe verhoudt bij deze reizen het aandeel in de kosten dat uit businessclasstickets
komt zich tot reizen naar andere bestemmingen die verder dan zes uur vliegen liggen?
Antwoord 5, 6
In aanvulling op de antwoorden 2 en 3 over de toename van de reisbewegingen, kan ik
u informeren dat er in de rijksbrede Reisregeling buitenland een urennorm is opgenomen.
Wanneer een vliegreis zes uur of langer duurt, mag een ambtenaar businessclass vliegen.
Voor de opsplitsing per ministerie verwijs ik u naar het gepubliceerde WOB-verzoek
waar deze gegevens in zijn opgenomen.2
Ik heb geen overzicht van de rijksbrede reisbewegingen naar andere bestemmingen die
langer dan zes uur vliegen zijn.
Vraag 8
Bent u bereid binnen uw eigen ministerie en bij andere bewindspersonen aandacht te
vragen voor een meer selectief gebruik van businessclasstickets, is het denkbaar dat
de keuze bij vluchten langer dan zes uur niet bij de ambtenaar zelf maar bij een leidinggevende
wordt gelegd?
Antwoord 8
De rijksoverheid wil werken als één organisatie, in binnen- en buitenland. In dit
kader is het reisbeleid per 1 januari 2017 rijksbreed geharmoniseerd. Dit heeft geresulteerd
in een wijziging van de Reisregeling buitenland. In de Reisregeling is een urennorm
opgenomen. Wanneer een vliegreis zes uur of langer duurt, heeft de ambtenaar recht
om businessclass te vliegen. Dit is echter geen verplichting; deze beslissing wordt
door de ambtenaar zelf genomen. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
en ik zien geen reden om de Reisregeling buitenland aan te passen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.W. Knops, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede namens
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.