Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Rutte over de berichten ‘Waarom is bekostiging e-health zo complex, het kan zoveel simpeler’ en ‘Dankzij een app hebben hartpatiënten minder vaak spoedeisende hulp nodig’
Vragen van het lid ArnoRutte (VVD) aan de Minister voor Medische Zorg over de berichten «Waarom is bekostiging e-health zo complex, het kan zoveel simpeler» en «Dankzij een app hebben hartpatiënten minder vaak spoedeisende hulp nodig» (ingezonden 16 mei 2019).
Antwoord van Minister Bruins (Medische Zorg) (ontvangen 5 juli 2019). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 2902.
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten «Waarom is bekostiging e-health zo complex, het kan
zoveel simpeler»?1, «Dankzij een app hebben hartpatiënten minder vaak spoedeisende hulp nodig»?2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat slimme zorg thuis een noodzakelijke oplossing is om de zorg
beschikbaar, betaalbaar en bereikbaar te houden?
Antwoord 2
Ja, slimme zorg thuis kan een oplossing zijn om de zorg beschikbaar, betaalbaar en
bereikbaar te houden. Zie ook mijn reactie op de motie Rutte in de brief «moties en
toezeggingen» van 20 december 20183.
Vraag 3
Kunt u toelichten waarom effectieve slimme zorgoplossingen voor chronische patiënten
slechts sporadisch opgeschaald worden, terwijl dit wel in het belang van de patiënt
is?
Antwoord 3
Het opschalen van effectieve slimme zorgoplossingen voor chronische patiënten thuis
blijkt een complexe veranderkundige opgave. Ik zie dat er volop beweging is op dit
terrein, maar dat er ook nog diverse uitdagingen zijn. Bijvoorbeeld als het gaat om
samenwerken in netwerkzorg, financiering, bekostiging en het beschikbaar hebben van
de juiste informatie op de juiste plaats op het juiste moment. Ik heb recent bijvoorbeeld
een bezoek gebracht aan het initiatief Hartwacht, waarbij dat beeld werd bevestigd.
In de hoofdlijnenakkoorden is, in lijn met het rapport van de taskforce «De Juiste
Zorg op de Juiste Plek»4, afgesproken dat veldpartijen slimme zorg thuis in de praktijk gaan brengen.
Onder andere de transformatiegelden uit het hoofdlijnenakkoord medisch specialistische
zorg kunnen daar een impuls aan geven. Hierover kunnen zorgverzekeraars met zorgaanbieders
afspraken maken, zoals bijvoorbeeld Zilveren Kruis en het Isala ziekenhuis hebben
gedaan.
Zie verder ook de voortgangsrapportages Juiste Zorg op de Juiste Plek5 en Innovatie en Zorgvernieuwing6 die uw Kamer onlangs ontving en waarin tal van activiteiten benoemd staan die (ook)
een impuls geven aan de transformatie naar slimme zorg thuis.
Vraag 4
Deelt u de oplossingsrichting om de benodigde apparatuur te vergoeden vanuit de basisverzekering,
als een verstrekking in het kader van de hulpmiddelenwet? Zo ja, op welke wijze gaat
u dat realiseren? Zo nee, op welke wijze gaat u er aan bijdragen dat de geschetste
problematiek opgelost wordt en de opschaling van slimme zorg thuis versnelt, zodat
binnen nu en twee jaar iedere patiënt die daar baat bij kan hebben er ook daadwerkelijk
gebruik van kan maken?
Antwoord 4
Versnelling van slimme zorg thuis is voor mij een belangrijke prioriteit en loopt
langs meerdere sporen waar VWS bij betrokken is of (mede-) initiatiefnemer van is.
Voorbeelden hiervan zijn: de vliegwielcoalitie van de Patiëntenfederatie Nederland,
Zorg op de juiste plek en Innovatie en zorgvernieuwing.
Daarnaast heb ik Zorgverzekeraars Nederland (ZN) gevraagd om voor de begrotingsbehandeling
een uitwerking te maken van de wijze waarop verzekeraars, individueel en gezamenlijk,
een bijdrage kunnen leveren aan het versnellen van de gewenste opschaling van bewezen
vormen van slimme zorg thuis. ZN pakt dit verzoek op.
Ook ga ik de komende tijd in gesprek met zorgverzekeraars, zorgaanbieders, professionals
en patiënten en mantelzorgers om scherp te krijgen wat hen nog meer kan helpen om
over enkele jaren slimme zorg thuis regulier onderdeel van «zorg van nu» te laten
zijn. Ik onderzoek in samenspraak met de NZa, het Zorginstituut en IGJ de mogelijkheden
om meer financiële prikkels te geven via prestaties en tarieven. Verder ga ik door
met de gesprekken over de digitale transformatie die ik samen met VNO-NCW voer met
leveranciers, werkgevers en financiers. Ook zal ik Health~Holland en de kennisinstellingen
hierbij betrekken.
De combinatie van deze actielijnen leidt naar mijn oordeel tot betere resultaten dan
het separaat vergoeden van de benodigde apparatuur als hulpmiddel in de zin van de
Zorgverzekeringswet (Zvw).
De huidige wet- en regelgeving biedt voldoende ruimte aan partijen om onderling afspraken
te maken over het bieden van slimme zorg thuis, inclusief de daarvoor benodigde apparatuur.
De NZa e-health wegwijzer bekostiging7geeft een overzicht op hoofdlijnen van de ruimte in de bekostiging in de verschillende
sectoren om e-health in te zetten. Tot deze conclusie kom ik na consultatie van o.a.
de Nederlandse Zorgautoriteit en het Zorginstituut.
Vraag 5
Deelt u onze mening dat het onwenselijk is dat innovatieve, slimme zorg niet op een
uniforme wijze geïmplementeerd wordt en dat het daarom wenselijk is te zoeken naar
een uniforme wijze van financieren?
Antwoord 5
Uniforme implementatie en financiering is waar mogelijk en wenselijk een middel om
opschaling te bevorderen. Tegelijk is altijd de (regionale) context belangrijk en
moet er ruimte blijven voor maatwerk in financiering, implementatie en gebruik. Passend
bij de regionale context, uitgaand van het functioneren van mensen en gericht op het
voorkomen, verplaatsen of vervangen van zorg waar mogelijk en wenselijk.
Ook ben ik van mening dat het opschalen van innovatieve, slimme zorg geen complexe
zoektocht moet zijn waarbij iedereen de weg zelf opnieuw moet vinden. Daarom ben ik
dan ook blij met bouwstenen en andere handvatten zoals die geboden worden vanuit de
initiatieven die ik noemde bij de beantwoording van vraag 4, om processen te stroomlijnen
en daarmee partijen te faciliteren en te helpen keuzes te maken over implementatie
en financiering van innovatieve, slimme zorg.
Aanvullend ga ik met partijen dan ook afspreken hoe te komen tot meer uniforme implementatie
en financiering, die het makkelijk en lonend maakt voor zorgaanbieders om slimme zorg
thuis actief aan te gaan bieden aan patiënten/burgers.
Vraag 6
Kunnen voor het versnellen van de implementatie van slimme zorg thuis de zogeheten
«transitiegelden» ingezet worden? Zo ja, hoe werkt dat in de praktijk? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 6
Ja dat is mogelijk.
In mijn antwoorden op de vragen van het Kamerlid Ploumen (PvdA) over de rol van verzekeraars
bij «de Juiste Zorg op de Juiste Plek» (2019Z05982)8 heb ik aangegeven hoe dit in de praktijk in zijn werk gaat.
In het hoofdlijnenakkoord medisch-specialistische zorg 2019–2022 is afgesproken dat
het macrokader medisch-specialistische zorg voor de betreffende jaren incidentele
ruimte bevat voor de financiering van initiatieven die bijdragen aan de beweging naar
de Juiste Zorg op de Juiste Plek (de zogenaamde transformatiegelden). Zorgaanbieders
en zorgverzekeraars kunnen hierover lokaal afspraken maken in de reguliere contractering.
Deze afspraken kunnen gedurende het gehele jaar gemaakt worden. De uitgangspunten
voor de initiatieven die hiervoor in aanmerking komen zijn vastgelegd in het inkoopbeleid
van de zorgverzekeraars.
Mijn verwachting is dat transformatiemiddelen gedurende de looptijd van het hoofdlijnenakkoord
in toenemende mate zullen worden benut, in samenhang met andere (meerjarige) contractafspraken.
Er is uniformiteit in die zin dat elke zorgverzekeraar de initiatieven toetst aan
de afspraken zoals deze in het hoofdlijnenakkoord zijn vastgelegd. Dat wil zeggen
dat initiatieven moeten voldoen aan de volgende uitgangspunten:
i. Ze dragen bij aan de transformatie zoals beschreven in het rapport van de Taskforce
«Juiste Zorg op de Juiste Plek»
ii. Ze zijn passend bij het gedeelde meerjarenperspectief
iii. Ze zijn substantieel van aard
iv. Ze hebben een blijvend effect
v. De door de initiatieven bespaarde omzet bij de zorgaanbieder wordt niet opgevuld
vi. De initiatieven worden binnen de contractering op hun eigen merites beoordeeld
vii. Ten minste één medisch-specialistische zorgaanbieder en één zorgverzekeraar zijn partij
in het initiatief.
Deze uitgangspunten zijn door alle zorgverzekeraars opgenomen in hun inkoopbeleid.
Zorgverzekeraars zullen bij het maken van de afspraken over de inzet van transformatiegelden
congruent gedrag vertonen met inachtneming van eigen verantwoordelijkheid van zorgverzekeraars.
Verdere uniformering van de afspraken acht ik niet wenselijk. Er moet ruimte blijven
bestaan om in te spelen op de lokale situatie. Zorgverzekeraars en zorgaanbieders
kunnen op basis van de situatie in de regio en de belangrijkste knelpunten bepalen
welke initiatieven het meest bijdragen aan de opgave in de regio.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.