Schriftelijke vragen : Het werkbezoek School en Veiligheid (Oost-Brabant)
Vragen van het lid Van Toorenburg (CDA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het werkbezoek School en Veiligheid (Oost-Brabant) (ingezonden 4 juli 2019).
Vraag 1
Klopt het dat het de gebruikelijke werkwijze is dat geringe vergrijpen, gepleegd door
minderjarigen, kunnen worden doorgezet naar Halt zonder dat daarvoor eerst uitvoerig
proces-verbaal moet worden opgemaakt? Herkent u de werkwijze dat dan met een mutatie
kan worden volstaan? Zo nee, waarom niet?
Vraag 2
Herkent u de beperking dat deze werkwijze niet kan worden gevolgd bij het aantreffen
van softdrugs, waarvoor een proces-verbaal moet worden opgemaakt en contact moet worden
gelegd met de Officier van Justitie (contact ZSM)? Zo nee, wat is dan de werkwijze
bij het aantreffen van softdrugs?
Vraag 3
Bent u ermee bekend dat functionarissen binnen School en Veiligheid er de voorkeur
aan zouden geven om lichte vergrijpen met betrekking tot softdrugs te kunnen doorgeleiden
naar Halt ten behoeve van de snelheid van het proces, nu de huidige werkwijze stroperig
is en veelal spaak loopt (ook wegens andere prioriteiten)? Kunt u aangeven waar de
beperking precies in gelegen is waardoor de aan softdrug-gerelateerde vergrijpen niet
vlot naar Halt kunnen worden doorgezet? Is dat lokaal beleid (lokale driehoek) of
vormen richtlijnen de belemmering? Indien de beperking veroorzaakt wordt door wet-
en of regelgeving, bent u dan bereid met een voorstel te komen om deze wet- en regelgeving
te wijzigen? Zo nee, waarom niet? Indien de beperking niet uit wet- of regelgeving
voortvloeit, maar gebaseerd is op afspraken, kunt u deze werkwijze ter discussie stellen
in het belang van kinderen om hen sneller met hun gedrag te kunnen confronteren?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Madeleine van Toorenburg, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.