Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Ellemeet over het bericht ‘Analyse jaarverslagen: ziekenhuizen uit gevarenzone’
Vragen van het lid Ellemeet (GroenLinks) aan de Minister voor Medische Zorg over het bericht «Analyse jaarverslagen: ziekenhuizen uit gevarenzone» (ingezonden 18 juni 2019)
Antwoord van Minister Bruins (Medische Zorg) (ontvangen 3 juli 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Analyse jaarverslagen: ziekenhuizen uit gevarenzone»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u bevestigen dat de gemiddelde financiële positie van ziekenhuizen in 2018 is
verbeterd?
Antwoord 2
De analyse van Prismant is gebaseerd op de tot dusver aangeleverde jaarrekeningen
van ziekenhuizen. Prismant concludeert dat de gemiddelde financiële positie van ziekenhuizen
in 2018 is verbeterd. Dit beeld is herkenbaar, ook de recente analyse van inkoopcoöperatie
Intrakoop schetst een positieve ontwikkeling. Uiteraard is hier sprake van gemiddelden;
het ene ziekenhuis staat er financieel beter voor dan het andere. Hierbij is relevant
dat de Nederlandse Zorgautoriteit de financiële gegevens uit de jaarrekeningen meeneemt
bij de doorontwikkeling van het systeem van vroegsignalering van zorgaanbieders in
financiële problemen2. Om een goed beeld te schetsen van wat deze gegevens betekenen voor de continuïteit
van een individuele zorgaanbieder, neemt de NZa overigens ook andere (voorspellende)
indicatoren mee. Denk bijvoorbeeld aan ratio’s op het vlak van liquiditeit, ziekteverzuim,
een hoog percentage extern ingehuurd personeel. Maar ook andere zaken zoals verzoeken
tot extra bevoorschotting door de zorgverzekeraar en wisselingen in de raad van bestuur.
Ik zal uw Kamer na de zomer nader informeren over de werking van dit verbeterde systeem
van vroegsignalering.
Vraag 3
Herkent u het beeld dat de rentelasten zijn gedaald met 14,8 procent vanwege de steeds
lagere kapitaalbehoefte van de ziekenhuizen en de dalende rentetarieven?
Antwoord 3
Dat beeld is inderdaad herkenbaar. Zo heeft het Waarborgfonds voor de Zorgsector (WFZ)
mij desgevraagd laten weten dat het totaal aan langlopende geborgde leningen is afgenomen
doordat er meer is afgelost dan dat er aan nieuwe leningen is afgesloten. Daarnaast
geldt dat ziekenhuizen bij nieuwe leningen en herfinancieringen profiteren van de
lage renteniveaus, aldus het WFZ.
Vraag 4
Kunt u aangeven of het Waarborgfonds voor de Zorgsector solvabiliteitseisen stelt
aan ziekenhuizen? Zo ja, kunt u aangeven hoe hoog deze solvabiliteitseisen zijn? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord 4
Bij de beoordeling van borgingsverzoeken kijkt WFZ niet naar de solvabiliteit (eigen
vermogen/balanstotaal), maar naar het weerstandsvermogen (eigen vermogen/omzet). Het
weerstandsvermogen van een zorgorganisatie is volgens het WFZ een betere indicator
voor de mate waarin een zorginstellingen in staat is zijn financiële tegenvallers
op te vangen. Het WFZ noemt indicatief een niveau van 20% á 25% weerstandvermogen
voldoende, maar benadrukt dat bij de boordeling van borgingsverzoeken alle relevante
factoren altijd in onderlinge samenhang worden beoordeeld. Er is derhalve geen sprake
van een strikte norm.
Vraag 5
Hoe verklaart u dat het eigen vermogen van ziekenhuizen in 2018 is gestegen naar 7,0
miljard euro, een ruime verdubbeling ten opzichte van 2011?
Antwoord 5
De ontwikkeling van het eigen vermogen van ziekenhuizen heeft verschillende oorzaken.
Gemiddeld genomen hebben ziekenhuizen in de periode 2011–2018 positieve resultaten
gerealiseerd. Deze resultaten hebben bijgedragen aan een groei van het eigen vermogen.
Voor ziekenhuizen is een voldoende omvang van het eigen vermogen van belang om eventuele
tegenslagen te kunnen opvangen.
Vraag 6
Deelt u de mening dat het in het licht van deze cijfers er meer zou kunnen worden
geïnvesteerd in het schreeuwend tekort aan zorgpersoneel, noodzakelijke ICT-investeringen
en leningen voor dure innovaties in ziekenhuizen?
Antwoord 6
Uiteraard is het hebben van voldoende zorgpersoneel, goede ICT-voorzieningen etcetera
van groot belang. Dat ziekenhuizen daarin moeten en kunnen investeren is een keuze
van ziekenhuizen zelf. Dit is afhankelijk de lokale situatie en de financiële positie
van het ziekenhuis.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.