Schriftelijke vragen : Het artikel ‘Zembla doet onderzoek naar Tuindorp-Oost: Careyn zette inspectie op het verkeerde been’
Vragen van het lid Kerstens (PvdA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het artikel «Zembla doet onderzoek naar Tuindorp-Oost: Careyn zette inspectie op het verkeerde been» (ingezonden 1 juli 2019).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het artikel «Zembla doet onderzoek naar Tuindorp-Oost: Careyn
zette inspectie op het verkeerde been»?1
Vraag 2
Hoe verhoudt het door de Inspectie Gezin en Jeugd (IGJ) van tevoren aankondigen van
een bezoek zich tot de beleidslijn dat inspectiebezoeken (standaard) onaangekondigd
uitgevoerd worden en anders in elk geval zoveel mogelijk onaangekondigde elementen
bevatten, zeker tegen de achtergrond van het feit dat sprake was van een verschil
van mening over de gang van zaken bij Careyn tussen (een deel van) de bewoners en
Careyn?
Vraag 3
Bent u ook van oordeel dat het juist in deze situatie logisch was geweest als de IGJ
ook een of meerdere onaangekondigde bezoeken zou hebben afgelegd?
Vraag 4
Wat vindt u ervan, juist gelet op het onder vraag 2 hierboven bedoelde meningsverschil,
dat de IGJ er klaarblijkelijk voor heeft gekozen nagenoeg alleen met medewerkers van
Careyn te spreken en niet of nauwelijks met bewoners, familieleden en de ook in het
complex wonende jongeren?
Vraag 5
Heeft de IGJ overwogen ook met de inmiddels 101-jarige in het complex woonachtige
mevrouw, die zich in de media duidelijk heeft uitgesproken over haar ervaringen met
Careyn, te spreken? Waarom is ervoor gekozen niet met haar in gesprek te gaan? Zou
u dat niet voor de hand liggend hebben gevonden?
Vraag 6
Wat vindt u ervan dat de IGJ klaarblijkelijk niet met de regionale cliëntenraad van
Tuindorp-Oost heeft gesproken? Had het niet voor de hand gelegen dat wel te doen?
Welke beleidslijn hanteert de IGJ in dezen?
Vraag 7
Wat vindt u ervan dat de IGJ met medewerkers van Careyn heeft gesproken in aanwezigheid
van (een of meerdere leden van) de Raad van Bestuur van Careyn? Vindt u dat een wenselijke
werkwijze? Kunt u zich voorstellen dat medewerkers in een dergelijk geval mogelijk
niet het gevoel hebben in vrijheid te kunnen spreken? Welke beleidslijn hanteert de
IGJ in dezen? Waarom is er in dit geval voor gekozen niet met medewerkers te spreken
zonder dat daarbij (een of meerdere leden van) de Raad van bestuur dan wel leidinggevenden
aanwezig waren?
Vraag 8
Onderschrijft u de stelling van professor Klein dat Careyn de IGJ op het verkeerde
been heeft gezet door alleen het (gerenoveerde) sanitair in de aangepaste woningen
te laten zien?
Vraag 9
Op welke conclusie uit het rapport van de IGJ baseert Careyn haar bewering dat «de
inspectie de juistheid van ons besluit (tot verhuizing van bewoners) bevestigt»?
Vraag 10
Vindt u het een gemiste kans dat nu Careyn klaarblijkelijk nieuwe cliënten in de leeggekomen
appartementen huisvest, zij er niet voor kiest ook weer appartementen aan jongeren
te (doen) verhuren, gelet op het feit dat dat beide groepen in het verleden uitstekend
bevallen, of heeft u het idee dat Careynzich in het verleden wellicht verkeken heeft
op de solidariteit tussen jong en oud die zij door haar eigen eerdere handelwijze
heeft bevorderd en daarmee niet nog een keer wil worden geconfronteerd?
Vraag 11
Hoe kwalificeert u de handelwijze van Careyn tijdens de totstandkoming van het rapport
van de IGJ zoals in het artikel beschreven en hierboven onder 8 bedoeld als ook na
de totstandkoming ervan daar waar het gaat om het baseren van conclusies erop zoals
in het artikel beschreven en hierboven onder vraag 9 bedoeld?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.W.M. Kerstens, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.