Schriftelijke vragen : Het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 50
Vragen van het lid Wiersma (VVD) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 50 (ingezonden 27 juni 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 50?1
Vraag 2
Deelt u de mening dat het ronduit zorgelijk is dat volgens de Nationaal Coördinator
Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) naar schatting enkele honderden jihadistische
echtparen en tientallen gezinnen zijn, waarvan één ouder het jihadistische gedachtengoed
aanhangt en hun kinderen dus worden opgenomen in jihadistische netwerken en daardoor
mogelijk op latere leeftijd een dreiging vormen?
Vraag 3
Gegeven het feit dat gemeenten een regierol hebben als het gaat om een integrale aanpak
preventie radicalisering, kunt u aangeven of zij op de hoogte zijn gebracht van het
risico dat specifiek deze kinderen lopen op radicalisering naar aanleiding van de
analyse van de NCTV? Zo nee, wat gaat u er aan doen om te zorgen dat zij voldoende
informatie hebben om daadwerkelijk succesvol te interveniëren?
Vraag 4
Kunt u aangeven of de gemeenten/regio’s waar deze echtparen en gezinnen wonen versterkingsgelden
ontvangen en/of ook daadwerkelijk beleid voeren ter voorkoming van radicalisering?
Zo nee, kunt u aangeven welke gemeenten/regio’s het betreft en hoe u er voor gaat
zorgen dat zij deze noodzakelijke taak alsnog oppakken?
Vraag 5
Welke middelen hebben gemeenten tot hun beschikking om in te kunnen spelen op de concrete
risico’s van radicalisering, die de NCTV beschrijft teneinde te voorkomen dat deze
kinderen op latere leeftijd een dreiging gaan vormen? Hebben alle gemeenten toegang
tot deze middelen of enkel de circa 150 die middels versterkingsgelden worden bereikt?
Vraag 6
Deelt u de mening dat het belangrijk is het beschikbaar komen van de «toolkit evidence
based werken en preventie radicalisering» geen verdere vertraging oploopt, omdat het
van groot belang is dat alle gemeenten op basis van een gevalideerde aanpak werk maken
van het voorkomen van radicalisering, zoals ook eerder door de Kamer verzocht middels
motie Becker c.s.?2 Zo nee, waarom niet?
Indieners
-
Gericht aan
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Indiener
A.D. Wiersma, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.