Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Sneller over het bericht dat de voormalig Oostenrijkse vice-kanselier een Oostenrijkse krant wilde verkopen aan een Russische investeerder
Vragen van het lid Sneller (D66) aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over het bericht dat de voormalig Oostenrijkse vicekanselier een Oostenrijkse krant wilde verkopen aan een Russische investeerder (ingezonden 22 mei 2019).
Antwoord van Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media), mede namens
de Minister van Justitie en Veiligheid (ontvangen 1 juli 2019).
Vraag 1
Kent u het bericht «Kurz: mogelijk vervolging Strache»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe duidt u het feit dat de voormalig vicekanselier Strache goede – dan wel betere
– publiciteit door het overnemen van de krant Kronen Zeitung aan een zogenaamde nicht
van een Russische oligarch aanbood, in ruil voor lucratieve bouwdeals en overheidsprojecten?
Antwoord 2
Het handelen van voormalig vicekanselier Strache en FPÖ-fractievoorzitter Gudenus
wordt in Oostenrijk als een zeer zorgelijke kwestie beschouwd. Deze gebeurtenissen
raken aan de kern van het institutionele vertrouwen in Oostenrijk en hebben niet alleen
geleid tot het aftreden van de vicekanselier, maar ook van de voltallige regering
aldaar. Bondskanselier Kurz heeft daarnaast gesuggereerd dat er mogelijk strafrechtelijke
consequenties zijn. Het past mij niet om in te gaan op de toedracht van de zaak, aangezien
het hier een interne Oostenrijkse aangelegenheid betreft.
Vraag 3, 5
Welke regels gelden er momenteel voor het overnemen van Nederlandse kranten of gedrukte
pers door buitenlandse spelers? In welke mate gelden hier andere regels voor overnames
door private bedrijven, overheden of staatsbedrijven?
Welke waarborgen worden in acht genomen wanneer Nederlandse kranten in aanmerking
komen om overgenomen te worden door een buitenlandse entiteit?
Antwoord 3, 5
Er gelden geen sectorspecifieke regels die toezien op overnames van Nederlandse kranten
of gedrukte pers. De ACM en de Europese Commissie hebben als generieke taak het toezicht
houden op naleving van de mededingingsregels. De mededingingsautoriteiten beoordelen
als gevolg van deze wet alle meldingsplichtige concentraties, ongeacht de sector.
Of een voorgenomen concentratie moet worden gemeld, en of dat bij de ACM of de Europese
Commissie is, is afhankelijk van de omzet van de betrokken bedrijven. Bij de beoordeling
onderzoekt de ACM de mogelijke effecten van de concentratie op de mededinging. De
ACM kijkt daarbij, conform haar wettelijke taak, niet naar andere belangen.
In Nederland is in de Mediawet geen bepaling opgenomen die specifiek ziet op de overname
van media door buitenlandse spelers. Op basis van de Mediawet monitort het Commissariaat
voor de Media jaarlijks de Nederlandse mediamarkten, waarbij ook de pluriformiteit
van de media wordt beoordeeld.
Vraag 4
In hoeverre acht u het in het kader van weerbare democratie wenselijk dat Nederlandse
kranten overgenomen kunnen worden door buitenlandse entiteiten of mogendheden?
Antwoord 4
Nederland kent een pluriform en kwalitatief hoogstand media-aanbod. Op de Nederlandse
markt zijn verschillende mediabedrijven actief. De twee grootste mediabedrijven die
in Nederland actief zijn op het gebied van de geschreven pers, de Persgroep en Mediahuis,
zijn Belgische ondernemingen. De betreffende kranten beschikken over een redactiestatuut,
dat een waarborg biedt tegen inmenging van eigenaren en/of aandeelhouders in de redactionele
koers.
Bij een gezonde, open economie horen ook buitenlandse investeringen. Buitenlands eigenaarschap
vormt in beginsel dan ook geen belemmering om op de Nederlandse mediamarkt actief
te zijn. Dat neemt niet weg dat ondernemingen naast economische motieven ook andere
motieven kunnen hebben. Zoals aangegeven in de Kamerbrief2 die de Minister van Justitie en Veiligheid op 18 april jl. aan uw Kamer heeft gestuurd,
werkt het kabinet momenteel aan maatregelen om nationale veiligheidsrisico’s bij overnames
en investeringen te adresseren.
De berichtgeving uit Oostenrijk is zorgelijk, omdat hieruit een betrokkenheid van
politici blijkt die ver voorbij gaat aan reguliere, internationale, zakelijke interactie
tussen bedrijven. De berichtgeving maakt ook melding van buitenlandse financiering
van politieke partijen. De Nederlandse regering is zich bewust van het toegenomen
risico op buitenlandse beïnvloeding van onze democratie. In het voorstel tot aanpassing
van de Wet financiering politieke partijen dat na de zomer van 2019 in procedure zal
worden gebracht, zal daarom een verbod op giften van buiten de Europese Unie aan Nederlandse
politieke partijen en hun neveninstellingen worden opgenomen Ook moeten alle giften
vanuit andere EU-lidstaten dan Nederland openbaar worden gemaakt. Voorts werkt het
kabinet momenteel aan een Wet op de politieke partijen3. Bij de voorbereiding van dit wetsvoorstel worden ook de adviezen van de Staatscommissie
Parlementair Stelsel over regelgeving over (digitale) politieke campagnes en advertenties
en microtargeting betrokken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media -
Mede namens
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.