Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Futselaar over de situatie op het Archimedes-instituut van de Hogeschool Utrecht
Vragen van het lid Futselaar (SP) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de situatie op het Archimedes-instituut van de Hogeschool Utrecht (ingezonden 9 mei 2019).
Antwoord van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen
26 juni 2019)
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «De puzzel is soms erg complex bij Instituut Archimedes»?1
Antwoord 1
Ja, daar ben ik mee bekend.
Vraag 2
Is het waar dat de meerderheid van de (leraren)opleidingen bij het Instituut Archimedes
onrendabel is door beperkte studenteninstroom? Is het naar uw mening wenselijk dat
onderwijsinstellingen financieel nadeel hebben van het aanbieden van lerarenopleidingen
in een tijd van lerarentekort?
Antwoord 2
De overheid bekostigt hogescholen en universiteiten en bekostigt niet per opleiding.
Juist om hogescholen die een publieke taak hebben de ruimte te geven hun primaire
opdracht – opleiden voor de brede verscheidenheid aan beroepen op de arbeidsmarkt
– goed uit te voeren is de bekostiging van hogescholen zo ingericht dat colleges van
bestuur zelf beleidsmatige keuzes kunnen maken bij de allocatie van de beschikbare
middelen. Vanuit hun maatschappelijke verantwoordelijkheid bieden hogescholen zowel
opleidingen aan die veel studenten trekken, als opleidingen die minder studenten trekken,
maar wel opleiden voor maatschappelijk relevante beroepen zoals de lerarenopleidingen.
Zoals aangekondigd in mijn reactie op het Advies «Wissels om» van de Adviescommissie
bekostiging hoger onderwijs en onderzoek zal ik een kostenonderzoek laten uitvoeren
waarin ik ook aandacht zal hebben voor de kosten van kleine opleidingen, zorg- en
lerarenopleidingen.
Vraag 3
Klopt het volgens u dat het beëindigen van het «blended learning»-programma Maestro
Kompas heeft geleid tot tekorten van het Instituut Archimedes? Zo ja, hoe valt dit
te verklaren, aangezien dergelijke subsidies niet bedoeld zijn om de instituutsbegroting
rond te krijgen? Hoeveel docenten zijn er opgeleid in het programma Maestro Kompas
en hoeveel heeft dit project in totaal gekost?
Antwoord 3
Het college van bestuur meldt dat er geen verband is tussen het beëindigen van Maestro
Kompas en tekorten bij het Instituut Archimedes. Er is wel een indirect negatief effect
door het vervallen van het schaalvoordeel dat in de uitvoering van Maestro Kompas
ten gunste kwam aan Instituut Archimedes. Het produceren van een «blended learning»
omgeving in het kader van Maestro Kompas bracht als voordeel mee dat deze omgeving
ook toegepast wordt in het Instituut Archimedes.
Het project Maestro Kompas liep van 2012 tot 2017, onder verantwoordelijkheid van
de Open Universiteit. Met het project was een totaal subsidiebedrag van ruim 8 mln.
gemoeid. Ongeveer 1,5 mln daarvan werd besteed aan de inzet van expertise vanuit de
Hogeschool Utrecht. Het doel van Maestro Kompas was te komen tot een regionale opleidings-
en professionaliseringsinfrastructuur voor Caribisch Nederland.
Met Maestro Kompas hebben alle docenten die op 10-10-2011 nog onbevoegd lesgaven op
Caribisch Nederland de kans gekregen alsnog, om niet, hun bevoegdheid te halen. Daarvan
is goed gebruik gemaakt. Ook zijn er onderwijsassistenten op Sint Eustatius geschoold
tot bevoegd docent po, zijn grotere sommen geld voor de scholen beschikbaar gekomen
om te professionaliseren en is een traject opgezet om te komen tot één gezamenlijke
aanpak van het opleiden van leraren op de Cariben.
Vraag 4
Is het waar dat het Instituut Archimedes meedoet met de pilot flexibilisering?2 Zo ja, kunt u duidelijk maken welke (deeltijd)opleidingen van het Instituut Archimedes
vanaf welk moment meedoen aan deze pilot? Kunt u duidelijk maken of deze opleidingen
voldoen aan de voorwaarden voor de pilot flexibilisering en daar ook vanaf het moment
van deelname aan hebben voldaan?
Antwoord 4
Ja, deeltijdse lerarenopleidingen van Instituut Archimedes nemen inderdaad deel aan
de pilot flexibilisering (het experiment leeruitkomsten). Het gaat om in totaal 14
opleidingen. De deeltijdse Tweedegraads lerarenopleidingen Wiskunde, Nederlands en
Engelsen nemen sinds september 2017 deel. De deeltijdse Tweedegraads lerarenopleidingen
Frans, Duits, Spaans, Omgangskunde, Gezondheidszorg, Aardrijkskunde, Geschiedenis,
Natuurkunde, Techniek, Scheikunde en Biologie nemen sinds 2018 deel aan het experiment.
De Hogeschool Utrecht heeft toestemming gekregen voor deelname aan het experiment
leeruitkomsten met deze en andere opleidingen, op grond van een positief advies van
NVAO en inspectie naar aanleiding van de door de Hogeschool Utrecht ingediende aanvraag
voor deelname. Op grond van de uitgewerkte plannen was het oordeel dat voldaan werd
aan de gestelde voorwaarden.
Met alle instellingen die deelnemen aan het experiment leeruitkomsten worden zogeheten
«vinger-aan-de-pols-ontwikkelingsgesprekken» gevoerd door de projectgroep flexibilisering
van OCW, NVAO en inspectie. Naar aanleiding van de gesprekken dit studiejaar met Hogeschool
Utrecht zijn vragen gesteld over de implementatie van het flexibele onderwijsconcept
op basis van leeruitkomsten bij de deeltijdse lerarenopleidingen. Dat heeft ertoe
geleid dat aanvullende informatie is opgevraagd bij het Instituut Archimedes betreffende
definitieve studiegidsen 2019–2020. Het proces voor instemming loopt op dit moment
nog en zal voor 1 juli a.s. worden afgerond, wanneer de gemeenschappelijke opleidingscommissie
vóór deze datum instemt.
Mede naar aanleiding van de «vinger-aan-de-pols-ontwikkelingsgesprekken» en de jaarcyclus
heeft het college van bestuur in februari 2019 opdracht gegeven om een interne kwaliteitsaudit
te laten plaatsvinden bij de flexibele deeltijd opleidingen van Instituut Archimedes
over de inhoudelijke voortgang van deze opleidingen. De rapportage hierover is gepland
in najaar 2019.
Vraag 5
Is het waar dat de medezeggenschap binnen het Instituut Archimedes al verschillende
malen geen instemming heeft verleend aan de organisatieplannen rondom de pilot flexibilisering?
Is het waar dat deze zaak een van de redenen was voor het opzeggen van het vertrouwen
van de medezeggenschap in de directie vorig jaar?
Antwoord 5
De Instituutsraad (IR) heeft in 2017 de beleidsnotitie «Gepersonaliseerd leren» goedgekeurd.
In deze notitie ligt de basis voor de vernieuwing van de programma’s van de opleidingen.
Vervolgens heeft de Instituutsraad gedurende twee achtereenvolgende jaren (2017–2018
en 2018–2019) niet ingestemd met de uitwerking van de beleidsnotitie. Inmiddels wordt
in goed overleg met de Instituutsraad verder gewerkt aan de vernieuwing van de opleidingen.
Advisering over de uitwerking van de pilot flexibilisering is voorbehouden aan de
Hogeschoolraad (HSR); de Instituutsraad heeft hier geen rol.
Conform de AMvB is de HSR in de gelegenheid gesteld over de inrichting van het experiment
te adviseren. De HSR heeft op 28 oktober 2016 positief geadviseerd over de inrichting
van het experiment.
Instemming op de studiegidsen – waarin de programma’s van de opleidingen worden vastgelegd
– was belegd bij de Gemeenschappelijke opleidingscommissie. De Gemeenschappelijke
Opleidingscommissie van Instituut Archimedes heeft ingestemd met de studiegidsen van
afgelopen studiejaren, i.c. 2017–2018 en 2018–2019. De studiegids voor het studiejaar
2019–2020 ligt op dit moment ter instemming voor bij de Gemeenschappelijke opleidingscommissie
van het instituut. Voor uiterlijk 1 juli 2019 wordt de Gemeenschappelijke opleidingscommissie
geacht een oordeel over de studiegids te geven.
Op verzoek van de directeur van Instituut Archimedes heeft het college van bestuur
een bemiddeling gedaan naar aanleiding van het niet instemmen door de Instituutsraad
op de begroting 2019 en het managementplan 2019 van het instituut. In deze bemiddeling
zijn afspraken gemaakt over begroting en managementplan die geleid hebben tot instemming
door de Instituutsraad. Ook zijn er aanvullende afspraken gemaakt die erop gericht
zijn om de basis van samenwerking te versterken. Het college van bestuur heeft mij
verzekerd dat zij zich regelmatig laat informeren over de samenwerking door het voeren
van gesprekken met direct betrokkenen.
Vraag 6
Hoeveel middelen heeft het Instituut Archimedes tot nu toe in het kader van de pilot
flexibilisering ontvangen? Zijn deze middelen besteed conform de voorwaarden van het
ministerie?
Antwoord 6
De Hogeschool Utrecht heeft in 2017 in het kader van de tweede tranche van de subsidieregeling
flexibel hoger onderwijs voor volwassenen een subsidie toegekend gekregen van 2 mln.
euro, voor de periode tot en met 2020. De totale projectbegroting bedraagt ruim 6,3
mln.; de Hogeschool investeert dus 4,3 mln. eigen middelen. In de jaren 2017 en 2018
is in totaal ruim 1,1 mln. euro aan subsidievoorschotten overgemaakt naar de Hogeschool
Utrecht. Het college van bestuur geeft aan dat van dit bedrag in 2017 en 2018 in totaal
€ 350.000 naar het Instituut Archimedes is gegaan voor de ontwikkelactiviteiten bij
de betreffende deeltijdse lerarenopleidingen.
De verantwoording loopt via de jaarrekening van Hogeschool Utrecht en wordt gecontroleerd
door de accountant. Na afronding van de werkzaamheden in het kader van dit subsidieproject
vindt in 2021 de subsidievaststelling plaats op basis van de eindverantwoording door
de Hogeschool Utrecht. Op dat moment vindt ook een beoordeling door DUS-I (DUO) plaats
of de middelen zijn besteed aan activiteiten die op grond van de regeling subsidiabel
zijn.
Vraag 7
Deelt u de mening dat het Instituut Archimedes als grootste docentenopleiding van
Nederland (zo’n 3.500 studenten) een bijzondere waarde heeft, zeker in tijden van
oplopende lerarentekorten? Deelt u de mening dat wanneer er zorgelijke signalen zijn,
dit extra betrokkenheid van de Minister vraagt?
Antwoord 7
Ik ben het met u eens dat het Instituut Archimedes, net als de andere lerarenopleidingen,
een belangrijke functie te vervullen hebben bij het tegengaan van het lerarentekort.
Over de aanpak van de lerarentekorten trekken de Minister voor basis- en voortgezet
onderwijs en media en ik intensief samen op. Dat doen we onder andere aan de bestuurlijke
tafel lerarentekort waar vertegenwoordigers van scholen en lerarenopleidingen elkaar
treffen. Verder voer ik afzonderlijk (periodiek) overleg met de Vereniging Hogescholen
over de rol van de lerarenopleidingen bij het oplossen van de problemen op de onderwijsarbeidsmarkt
en de vraag hoe ik de lerarenopleidingen daarbij kan ondersteunen.
Vraag 8
Deelt u de mening dat het erop lijkt dat het Instituut Archimedes herhaaldelijk gebruikt
maakt van tijdelijke projectsubsidies om structurele tekorten op te vangen en dat
dit onwenselijk is?
Antwoord 8
Het college van bestuur van de Hogeschool Utrecht heeft mij verzekerd dat instituten
binnen de instelling, inclusief Instituut Archimedes, bekostiging ontvangen gebaseerd
op studentenaantallen en de opdracht het onderwijs naar behoren uit te voeren binnen
deze bekostiging.
Instituut Archimedes heeft de afgelopen jaren daarnaast actief andere financieringsbronnen
ingezet – deels door middel van daartoe verkregen subsidies, en door middel van inkomsten
uit contractonderwijs – om kwaliteitsverbeteringen en innovatie te realiseren. De
daarmee gepaard gaande schaal- en efficiency voordelen zijn het indirecte gevolg van
deze projecten; het stelt Instituut Archimedes in staat om te innoveren en te verbeteren
tegen lagere kosten.
Vraag 9
Bent u bereid in gesprek te gaan met het bestuur van de Hogeschool Utrecht over de
situatie op het Instituut Archimedes, zowel waar het gaat om eventuele bekostigingsproblemen
als de moeizame verhoudingen tussen het instituutsbestuur en de medezeggenschap?
Antwoord 9
Wanneer daar aanleiding toe is ben ik te allen tijde bereid in gesprek te gaan met
de Hogeschool Utrecht.
Naar aanleiding van deze schriftelijke vragen heb ik reeds contact opgenomen met de
voorzitter van het college van bestuur.
Vraag 10
Bent u bereid om met specifieke maatregelen te komen voor het probleem van kleine
docentenopleidingen die een relatief hoge maatschappelijke waarde hebben maar door
hun beperkte omvang voor onderwijsinstellingen niet rendabel zijn?
Antwoord 10
Zoals gemeld in mijn antwoord op vraag 7 ben ik op regelmatige basis in gesprek met
lerarenopleidingen en/of hun vertegenwoordigers over de aanpak van het lerarentekort
en over de vraag wat de opleidingen nodig hebben hun rol daarbij goed te vervullen.
Ook zal ik, zoals vermeld in mijn antwoord op vraag 2, in het kostenonderzoek als
vervolg op het advies van de commissie Van Rijn in het bijzonder aandacht hebben voor
de kosten van kleine opleidingen, zorg- en lerarenopleidingen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.