Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Diertens en Sneller over berichten dat Sint Maarten niet optreedt tegen witwassen
Vragen van de leden Diertens en Sneller (beiden D66) aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties en de Minister van Financiën over berichten dat Sint Maarten niet optreedt tegen witwassen. (ingezonden 3 mei 2019)
Antwoord van Staatssecretaris Knops (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede
namens de Minister van Financiën (ontvangen 18 juni 2019) Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2018–2019, nr. 2795
Vraag 1
Bent u bekend met de artikelen «Sint Maarten weigert op te treden tegen witwassen»
en «Sin Maarten is een aantrekkelijk eiland voor toeristen – en voor criminele bendes
die geld willen witwassen»? Wat is uw reactie op deze artikelen?1
Antwoord 1
Ja, wij zijn bekend met deze artikelen.
Voorop staat dat de verankering van de aanbevelingen van de Financial Action Task
Force (FATF) in wetgeving een verantwoordelijkheid is van het land Sint Maarten. Het
is nu van belang dat het land Sint Maarten de komende maanden hier de nodige prioriteit
aan geeft. De artikelen schetsen een zorgwekkend beeld waarover wij onderling nauw
contact onderhouden. In relatie tot de wederopbouw wordt momenteel onderzocht of er
in het hervormingsprogramma (de Development Policy Operation), maatregelen kunnen
worden opgenomen die zien op een verbetering van de situatie. De berichtgeving omtrent
de Caribbean Financial Action Task Force (CFATF) is met de Wereldbank gedeeld. In
reactie hierop heeft de Bank op 2 juni jl. aangegeven aan Sint Maarten ondersteuning
te willen bieden hieromtrent. De Bank heeft hier ruime en wereldwijde ervaring mee.
Vraag 2
Kunt u uiteenzetten welke economische gevolgen het voor Sint Maarten heeft wanneer
het land niet op tijd de aanbevelingen van de Financial Action Task Force (FATF) in
wetgeving verankert? Wat betekent dit voor toerisme, bedrijvigheid en werkgelegenheid
op Sint Maarten? Hoe kan Sint Maarten die economische klap opvangen? Voorziet u ook
economische gevolgen voor andere landen binnen het Koninkrijk?
Antwoord 2
Sint Maarten is lid van de Caribbean Financial Action Task Force (CFATF). Dit is een
zogeheten FATF-style Regional Body, die behoort tot het wereldwijde netwerk van de
FATF. In 2012 heeft de CFATF voor het laatst een evaluatierapport opgesteld over Sint
Maarten. Omdat uit het rapport bleek dat Sint Maarten niet voldeed aan veertien van
de zestien kernaanbevelingen van de FATF, is het land sindsdien onder verscherpt toezicht
gesteld. Dit behelst een stapsgewijs proces van tussentijdse beoordelingen en van
mogelijke tegenmaatregelen. In 2018 heeft de CFATF een missie op ministerieel niveau
naar Sint Maarten uitgevoerd en afspraken gemaakt over de invoering c.q. wijziging
van zes cruciale wetten tegen witwassen en terrorismefinanciering, uiterlijk in februari
2019. Hieraan heeft Sint Maarten niet tijdig gevolg gegeven.
Begin mei hebben de Staten van Sint Maarten alsnog enkele wetten aangenomen. Het betreft
de Landsverordening Meldpunt Ongebruikelijke Transacties en de Landsverordening bestrijding
witwassen en terrorismefinanciering. De CFATF dient nog te beoordelen of deze regelgeving
toereikend is. Op de plenaire vergadering van de CFATF op 29 mei 2019 is de status
quo van Sint Maarten vooralsnog gehandhaafd. Afhankelijk van de beoordeling van de
aangenomen wetten en van het aannemen van aanvullende regelgeving door de Staten van
Sint Maarten, kan de CFATF in november 2019 een besluit nemen over het uitbrengen
van een openbare verklaring. Dit zou de volgende stap zijn in het proces van tegenmaatregelen.
Indien de CFATF een dergelijke openbare waarschuwing afgeeft, betekent dit dat Sint
Maarten beschouwd wordt als een land dat wegens zijn strategische tekortkomingen een
risico vormt voor het internationale financiële systeem. De lidstaten worden dan opgeroepen
om tegenmaatregelen te nemen. Deze kunnen inhouden dat internationale banken dan extra
voorzorgsmaatregelen moeten nemen bij het betalingsverkeer met Sint Maarten. Om die
reden kunnen zij ook afzien van het doen van transacties met het Caribische eiland.
Beide gevolgen zouden ernstige repercussies kunnen hebben voor het buitenlands betalingsverkeer,
voor de aantrekkelijkheid van Sint Maarten voor buitenlandse investeerders en voor
het toerisme, en daarmee voor de werkgelegenheid. Dit kan de economische groei belemmeren
waardoor de overheidsfinanciën langere tijd niet op orde zullen zijn. Daarnaast levert
het Sint Maarten ook imagoschade op, hetgeen ook negatieve gevolgen kan hebben voor
de economische groei.
Uiteraard houden wij de situatie nauwgezet in de gaten, mede in relatie tot de wederopbouw.
Bij de besteding van de wederopbouwmiddelen is onder meer gekozen voor samenwerking
met de Wereldbank omwille van de degelijke procedures die de Bank hanteert om een
rechtmatige en doelmatige besteding van de middelen te garanderen. Zo wordt momenteel
onderzocht of er in het hervormingsprogramma (de Development Policy Operation) dat
wordt uitgevoerd met geld uit het trustfonds bij de Wereldbank, maatregelen kunnen
worden opgenomen die zien op een verbetering van de situatie zoals geschetst in de
nieuwsberichten.
Vraag 3
Wat vind u van de mogelijkheid dat Sint Maarten mogelijk op dezelfde zwarte lijst
terecht komt als Noord-Korea en Iran? Is aan «non-compliance» ook een boete of andere
vorm van sancties verbonden? Kan Sint Maarten, en daarmee het Koninkrijk, vanuit de
Europese Commissie op de vingers getikt worden voor non-compliance voor niet voldoen
aan de Europese anti-witwasrichtlijn? Wat betekent dit voor uw eigen inspanningen
om witwassen en financiering van terrorisme tegen te gaan? Welke mogelijkheden ziet
u voor uzelf om te stimuleren dat Sint Maarten voldoet aan internationale afspraken
tegen witwassen en financiering van terrorisme?
Antwoord 3
Er is vooralsnog geen sprake van dat Sint Maarten op de dezelfde lijst terecht komt
als Noord-Korea en Iran. Deze zogenoemde zwarte lijst wordt opgesteld door de FATF
en niet door de CFATF. De CFATF kent haar eigen proces om landen te monitoren, dat
weliswaar sterk lijkt op dat van de FATF maar niet dezelfde gevolgen heeft. De mogelijke
gevolgen van een openbare verklaring door CFATF over Sint Maarten zijn bij vraag 2
beschreven.
De FATF publiceert twee lijsten waarop jurisdicties staan met strategische tekortkomingen
in hun nationale regimes ter voorkoming en bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering.
De eerste lijst is het zogeheten public statementen bevat jurisdicties die geen commitmenttonen of die onvoldoende voortgang hebben laten zien bij het aanpakken van hun strategische
tekortkomingen en die een bedreiging kunnen vormen voor het internationale financiële
systeem. Op deze lijst staan Noord-Korea en Iran.2 De FATF roept landen op om tegenmaatregelen te treffen tegen landen op deze lijst3. Dit betreft allerlei maatregelen op het terrein van (toezicht op) het internationale
betalingsverkeer met het betrokken land. Het opleggen van boetes is niet mogelijk
omdat het soevereine staten betreft.
De tweede lijst die de FATF publiceert, is getiteld Improving global AML/CFT compliance.Deze «grijze» lijst bevat landen die strategische tekortkomingen hebben in hun nationale
regimes ter voorkoming en bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering en die
gecommitteerd zijn om deze tekortkomingen aan te pakken. Deze lijst bevat thans twaalf
landen4. Er zijn geen formele tegenmaatregelen verbonden aan plaatsing op deze lijst, maar
de FATF roept alle landen ter wereld wel op om rekening te houden met de geconstateerde
tekortkomingen. Dit kan zijn weerslag hebben op de risicoafwegingen die financiële
instellingen maken ten aanzien van deze landen. Het is niet uit te sluiten dat Sint
Maarten bij gebrek aan verdere voortgang wordt voorgedragen voor plaatsing op deze
grijze lijst van de FATF.
De Europese anti-witwasrichtlijn is alleen van toepassing op het Europese deel van
het Koninkrijk. De Europese Commissie heeft voor wat betreft dit onderwerp geen bevoegdheid
op Sint Maarten. Zoals eerder gemeld5, komt het kabinet voor de zomer met een plan van aanpak tegen witwassen voor Nederland,
inclusief de BES-eilanden. Nederland en de Wereldbank verlenen technische assistentie
aan Sint Maarten om te voldoen aan internationale standaarden tegen witwassen en terrorismefinanciering.
Als autonoom land binnen het Koninkrijk is Sint Maarten zelf verantwoordelijk voor
de invoering daarvan.
Vraag 4
Heeft de Rijksministerraad overwogen om de FATF aanbevelingen in rijkswetten te verankeren?
Zo ja, waarom is daar niet voor gekozen?
Antwoord 4
Ingevolge het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden is het bestrijden van witwassen
en terrorismefinanciering geen aangelegenheid van het Koninkrijk. Het regelen van
deze onderwerpen in een Rijkswet zou alleen in onderling overleg met alle landsdelen
kunnen gebeuren. Hiervan is geen sprake geweest bij de invoering van de Wet ter voorkoming
van witwassen en financieren van terrorisme.
Vraag 5
Hoe kijkt u aan tegen de hoeveelheid ongebruikelijke transacties, dat volgens het
Meldpunt Ongebruikelijke Transacties in omvang zeven keer het totale bruto binnenlands
product van Sint Maarten is? Hoe kijkt u aan tegen de uitspraak dat casino’s sjoemelen
met hun boekhouding en zo het witwassen van zwart geld faciliteren? Klopt dit beeld?
Welke mogelijkheden heeft u om hiertegen op te treden en gaat u dit doen?
Antwoord 5
Het (toezicht op) het melden van ongebruikelijke transacties valt binnen de verantwoordelijkheid
van het land Sint Maarten, alsook het analyseren van die transacties. Het is verder
aan de lokale ketenpartners om onderzoek te doen naar vermeende misstanden en daar
waar nodig handhavend op te treden.
Nederland stimuleert de rechtshandhavingsketen van het land Sint Maarten door middel
van het Recherchesamenwerkingsteam (RST), het Team Bestrijding Ondermijning (TBO),
en de bemensing van het OM en het Gemeenschappelijk Hof. Hiermee wordt capaciteit
en expertise geleverd die ook deels wordt ingezet in de opsporing en vervolging van
witwassen en terrorismefinanciering. Daarnaast versterkt Nederland (Koninklijke Marechaussee,
Douane, Kustwacht) op basis van de Onderlinge regeling versterking grenstoezicht Sint
Maarten (Stcrt. 2019, 72542) het grenstoezicht middels capaciteit, opleiding, expertise en extra middelen, waarbij
één van de doelen is ongecontroleerde geldstromen tegen te gaan.
Vraag 6
Wat vind u ervan dat het cliëntonderzoek volgens het artikel in Sint Maarten omstreden
is? Hoe staat het met de oprichting van de integriteitsautoriteit op Sint Maarten?
Kan die een rol spelen om de regering van Sint Maarten te stimuleren om aan dit soort
integriteitsregels tegen witwassen, financiering van terrorisme en integer bestuur
te voldoen? Zo ja, welke mogelijkheden en autoriteit heeft de integriteitsautoriteit
om dit te bevorderen?
Antwoord 6
Met de inwerkingtreding van de Landsverordening Integriteitskamer Sint Maarten op
28 december 2018 worden momenteel de voorbereidingen getroffen voor het fysiek bemannen
en operationeel krijgen van de Integriteitskamer en het secretariaat, zoals aan u
is bericht in een brief aan uw Kamer.6 De Integriteitskamer geeft in ieder geval advies of doet een voorstel over het beleid
ter algemene integriteitsbevordering met betrekking tot vertrouwenspersonen, compliance
officers en klokkenluiders. De Integriteitskamer is verder bevoegd tot het doen van
onderzoek naar vermoedens van misstanden, ofwel naar aanleiding van een aanmelding
ofwel op eigen initiatief. De Integriteitskamer kan naar aanleiding van voormeld onderzoek
een bindend advies geven aan het bestuursorgaan waarbinnen de vermoedelijke misstand
heeft plaatsgevonden. Het bestuursorgaan dient schriftelijk aan de Integriteitskamer
te melden hoe opvolging wordt gegeven aan het bindend advies. Van een bindend advies
kan door het betreffende bestuursorgaan alleen met een deugdelijke motivering worden
afgeweken.
Het opsporen en vervolgen van witwassen en terrorismefinanciering hoort echter thuis
in de strafrechtelijke keten en valt dus niet binnen het bereik van de Integriteitskamer.
Overigens is het op grond van de Landsverordening Integriteitskamer Sint Maarten zo
dat de Integriteitskamer en het OM afspraken dienen te maken over de samenwerking
en informatie-uitwisseling die worden vastgelegd in een samenwerkingsprotocol. Hierin
kunnen afspraken worden neergelegd over gevallen waarin mogelijk een strafrechtelijk
element speelt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.W. Knops, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede namens
W.B. Hoekstra, minister van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.