Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Remco Dijkstra over de berichten 'Spijkenisserbrug weer open na storing' en 'Problemen met Spijkenisserbrug en Haringvlietbrug voorbij'
Vragen van het lid RemcoDijkstra (VVD) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over de berichten «Spijkenisserbrug weer open na storing» en «Problemen met Spijkenisserbrug en Haringvlietbrug voorbij» (ingezonden 21 mei 2019).
Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen
24 juni 2019).
Vraag 1
Kent u de artikelen op de website van RTV Rijnmond: «Spijkenisserbrug weer open na
storing» en «Problemen met Spijkenisserbrug en Haringvlietbrug voorbij»?1 2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoeveel storingen zijn er de afgelopen twee jaar geweest aan de Spijkenisserbrug?
Kunt u daarin het onderscheid aangeven in oorzaak en duur van de storing?
Antwoord 2
Een stremming van de brug voor de scheepvaart of voor het wegverkeer kan veroorzaakt
zijn door een storing of door externe oorzaken. Storingen worden voornamelijk veroorzaakt
door elektrische defecten (55% van de gevallen), mechanische defecten (10%) of door
problemen met het besturingssysteem (15%). Een externe oorzaak is bijvoorbeeld een
aanrijding van de slagboom van de brug. Ongeveer 70% van de stremmingen betreft een
storing.
In onderstaande tabel is per jaar het aantal stremmingen aangegeven en wordt de gemiddelde
stremmingsduur vermeld. De beschikbaarheid van de brug blijft over de jaren heen voor
zowel het wegverkeer als de scheepvaart op minimaal 99%.
2017
2018
2019 (t/m 25 mei)
Aantal
Gemiddelde duur (uur)
Aantal
Gemiddelde duur (uur)
Aantal
Gemiddelde duur (uur)
Stremmingen (totaal storingen en externe oorzaken)
27
3:34
28
3:45
11
1:53
met effecten voor wegverkeer
11
2:31
11
4:50
5
1:40
met effecten voor de scheepvaart
23
3:51
23
2:53
10
1:53
NB de optelling van de stremmingen met effecten voor wegverkeer en scheepvaart is
hoger dan het totaal aantal stremmingen. Dat heeft te maken met het feit dat er stremmingen
zijn met effect voor én scheepvaart én wegverkeer.
Storingen
21
3:56
17
5:05
8
2:06
Externe oorzaken (vnl. aanrijding slagboom)
6
2:17
11
1:40
3
1:21
Vraag 3
Wat is de uitkomst van het in uw beantwoording van eerdere schriftelijke vragen (Kamervragen
Remco Dijkstra, vergaderjaar 2017–2018, aanhangsel Handelingen 1467) toegezegde onderzoek naar mogelijkheden om de uitvoering van de renovatie van de
Spijkenisserbrug te versnellen?
Antwoord 3
In reactie op de aangehaalde eerdere Kamervragen, heb ik aangegeven dat ik laat onderzoeken
of er mogelijkheden zijn om de uitvoering te versnellen, maar dat ik de mogelijkheden
beperkt acht. Het onderzoek naar de versnellingsmogelijkheden is recent afgerond.
Ik moet op basis hiervan nu vaststellen dat een versnelling van de renovatie ten opzichte
van de huidige planning niet mogelijk is.
Voorafgaand aan de uitvoering wordt in de lopende planfase met onderzoek de technische
staat van de brug in kaart gebracht. Dit is een complex proces dat nog in volle gang
is. Na afloop van de planfase kan de renovatiescope worden bepaald. De duur van het
onderzoek naar de technische staat van de brug en de tijd die daarna nodig is voor
de contracteringsfase, bepalen de planning van het project en kunnen niet verkort
worden.
Vraag 4
Welke kansen ziet u om de renovatie te versnellen door bijvoorbeeld capaciteit uit
te breiden bij storingsgevoelige assets, ook in het licht van het rapport van de Algemene
Rekenkamer van 15 mei 2019 («Het wordt pas sexy als het fout gaat»,3 waarin onder andere aangegeven wordt dat het achterstallig onderhoud wordt onderschat?
Antwoord 4
De renovatie-opgave van de Spijkenisserbrug kan niet worden versneld (zie antwoord
op vraag 3). Bepalende factor is de doorlooptijd van het benodigde onderzoek naar
de technische staat van de brug. Dit onderzoek wordt momenteel uitgevoerd door een
marktpartij. Het onderzoek bestaat onder andere uit intensieve inspecties en uitgebreide
berekeningen. Eerdere ervaring met renovatieprojecten waarbij besluitvorming heeft
plaatsgevonden op een grover informatieniveau leert dat dit grote risico’s oplevert
op vertragingen in de uitvoering van het project. Inzet van extra capaciteit bij RWS
levert geen versnelling op bij de uitvoering van het onderzoek voor de Spijkenisserbrug.
Vraag 5
Is het mogelijk om voor de periode in aanloop naar de renovatie van de Spijkenisserbrug
de capaciteit bij Rijkswaterstaat uit te breiden, enerzijds om de impact van incidenten
bij storingsgevoelige assets te verkleinen door extra flankerende maatregelen mogelijk
te maken, anderzijds om direct te investeren in flankerende maatregelen?
Antwoord 5
RWS is bezig met de voorbereiding van dergelijke maatregelen bij de Spijkenisserbrug.
Enerzijds worden samen met de gemeenten Nissewaard en Rotterdam de mogelijkheden onderzocht
om vooral het langzaam verkeer te faciliteren tijdens (langdurige) storingen van de
Spijkenisserbrug. Ik denk hierbij aan extra inzet van het openbaar vervoer of tijdelijk
vervoer over water. Deze oplossingen worden op haalbaarheid bekeken. Anderzijds blijf
ik bezig met de voorbereiding van technische maatregelen waarmee vooruitlopend op
de renovatie de storingsgevoeligheid van de Spijkenisserbrug afneemt. Eerder heb ik
in dit kader de hoogspanningsinstallatie en het wisselstrooksysteem van de brug vervangen.
De uitvoering van de flankerende maatregelen vraagt vanzelfsprekend capaciteit van
Rijkswaterstaat en van de regio. Rijkswaterstaat is momenteel in overleg met de regio
aan het onderzoeken hoe de flankerende maatregelen en de benodigde capaciteit op korte
termijn georganiseerd kunnen worden.
Vraag 6
Bent u bereid de openingstijden vast te zetten buiten de ochtend- en de avondspits
om de overlast van brugopeningen te verkleinen, en net zoals bij de Erasmusbrug en
Van Brienenoordbrug bloktijden in te voeren? Deelt u de mening dat door clustering
van de scheepvaart op deze route ook een bijdrage wordt geleverd aan lagere emissies
en een bijdrage kan worden geleverd aan de klimaatdoelstellingen?
Antwoord 6
De Oude Maas is een hoofdvaarweg die de verbinding vormt voor zeeschepen met de (zee-)
havens van Moerdijk en Dordrecht. Het economisch belang van (zee)scheepvaart op deze
route is groot. De grote zeeschepen kunnen hier moeilijk manoeuvreren of stil liggen
zonder dat dit onveilige situaties oplevert. Daarnaast zijn zeeschepen vaak afhankelijk
van het getij en hebben zij de juiste stroomrichting nodig voor het passeren van bruggen
en voldoende waterdiepte nodig om de havens van Moerdijk en Dordrecht binnen te kunnen
lopen. Omdat het getij verschuift over de dagen heen treedt deze situatie steeds op
een ander moment van de dag op.
Vanwege bovenstaande argumenten krijgt de (zee-)scheepvaart voorrang ten opzichte
van het lokale wegverkeer bij de Spijkenisserbrug. Ik ben om die reden niet voornemens
om vaste openingstijden in te stellen voor de Spijkenisserbrug buiten de spitsperiodes.
De Spijkenisserbrug wordt alleen geopend voor schepen hoger dan 12,5 meter. De brug
gaat open zodra een schip zich aandient. Dat kan dus ook in de spits zijn. Voor de
recreatievaart wordt de brug in de spitsuren niet (exclusief) geopend.
De situatie op de Nieuwe Maas is anders. De Nieuwe Maas is een hoofdvaarweg die vooral
voor binnenvaart, recreatievaart en bijzondere transporten wordt gebruikt. De bruggen
over de Nieuwe Maas hoeven veel minder vaak bediend te worden en openingen zijn veelal
voor de recreatievaart en bijzondere transporten die buiten de spitsen gepland kunnen
worden. De Erasmusbrug en de Van Brienenoordbrug over de Nieuwe Maas kunnen daarom
wel op vaste tijden bediend worden.
Het clusteren van de (zee-)scheepvaart, zodat meerdere schepen tegelijk de Spijkenisserbrug
kunnen passeren, wordt al toegepast en ook door het loodswezen nagestreefd indien
de veiligheid dit toelaat. Door de beperkte manoeuvreerbaarheid van zeeschepen en
de afhankelijkheid van het getij is clusteren niet altijd mogelijk.
In de scheepvaart is geen sprake van lagere emissies omdat door clustering van de
scheepvaart en beperking van de doorvaartijden van de scheepvaart, de wacht- en vaartijden
van de scheepvaart toenemen. Of door het ontbreken van brugopeningen in de spits het
wegverkeer een bijdrage kan leveren aan lagere emissies en de klimaatdoelstellingen,
kan ik niet beoordelen. Het is namelijk niet in te schatten welke gevolgen een betere
doorstroming van het verkeer bij de Spijkenisserbrug heeft voor de rest van het netwerk.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.