Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Laan-Geselschap en Becker over het bericht ‘Amby wil ‘jihadbruid’ Aïcha niet in de buurt’ en het Limburg programma Avondgasten ‘Jihadbruid’ Aïcha uit Maastricht
Vragen van de leden Laan-Geselschap en Becker (beiden VVD) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Amby wil «jihadbruid» Aïcha niet in de buurt» en het L1mburg programma Avondgasten «Jihadbruid» Aïcha uit Maastricht (ingezonden 10 mei 2019).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 14 juni 2019)
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 2895.
Vraag 1
Kent u het bericht «Amby wil «jihadbruid» Aïcha niet in de buurt»?1 2
Antwoord 1
Ja, ik heb kennisgenomen van dit bericht.
Vraag 2
Klopt het dat deze vrouw in 2014 is teruggekeerd naar Nederland na verblijf in een
terroristisch gebied, maar mede door gebrek aan bewijs niet vervolgd is door het openbaar
ministerie? Is er in dit soort gevallen toch mogelijk sprake van een verplicht deradicaliseringstraject
en wordt dat in dit geval ook toegepast?
Antwoord 2
Zoals bekend is betrokkene teruggekeerd in 2014 en in Nederland aangehouden en verhoord.
Het Openbaar Ministerie (OM) heeft de zaak tegen betrokkene in mei 2015 geseponeerd
wegens onvoldoende bewijs.
In dit soort gevallen wordt er geen verplicht deradicaliseringstraject opgelegd.
Deradicalisering kan alleen succesvol zijn als een persoon open staat voor verandering.
Verplichte deelname aan een deradicaliseringstraject is dan ook niet zinvol. Wel is
het mogelijk op vrijwillige basis een deradicaliseringstraject te starten bij bijvoorbeeld
het Landelijk Steunpunt Extremisme (LSE).
Vraag 3
Hoe en door welke autoriteit wordt bepaald waar een persoon, die is teruggekeerd uit
een terroristisch gebied en mogelijk zelfs is veroordeeld voor het voeren van de jihad,
mag wonen in Nederland? Is er wet- of regelgeving die bepaalt dat iemand met mogelijke
radicale denkbeelden niet opnieuw in een kwetsbare omgeving in zijn of haar oude netwerk,
in de oude woonplaats en/of wijk mag terugkeren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Iemand die zijn straf heeft ondergaan kan zich vestigen waar hij wil. Bij een veroordeling
kan in uiteenlopende stadia de rechter of het OM bijzondere voorwaarden opleggen,
bijvoorbeeld een contactverbod met iemand uit het oude extremistische netwerk of een
locatieverbod in het geval de ex-gedetineerde in de directe omgeving van slachtoffers
of nabestaande woont of als terugkeer de openbare orde verstoort.
Tevens wordt ter voorbereiding op vrijlating in het multidisciplinaire casusoverleg
bezien welke maatregelen getroffen moeten worden om de dreiging te minimaliseren.
Onderdeel hiervan kan zijn dat wordt bekeken of er redenen zijn om op grond van de
Tijdelijke Wet Bestuurlijke Maatregelen Terrorismebestrijding (hierna: Twbmt) een
gebiedsverbod op te leggen zodat de beïnvloeding door de extremistische ex-gedetineerde
kan worden tegengegaan.
Vraag 4
Is het gebruikelijk een buurt op de hoogte te stellen van het plaatsen van een persoon
die eerder verbleven heeft op terroristisch grondgebied? Zo nee, waarom niet? Wordt
een burgemeester in zijn hoedanigheid als hoeder voor de openbare orde hierover ingelicht?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Het Ministerie van Justitie en Veiligheid biedt burgemeesters de mogelijkheid om via
de informatievoorziening Bestuurlijke Informatie Justitiabelen (BIJ) tijdig geïnformeerd
te worden over de terugkeer van (ex-)gedetineerden die onherroepelijk zijn veroordeeld
tot een vrijheidsbenemende straf voor ernstige gewelds- of zedendelicten en van personen
die zijn veroordeeld tot een tbs-maatregel met dwangverpleging of een verlengbare
PIJ (Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen)-maatregel. De BIJ-regeling heeft
tot doel om burgemeesters in staat te stellen, indien nodig, maatregelen te treffen
in het kader van het handhaven van de openbare orde.
De categorie gedetineerden veroordeeld voor een terroristische activiteit is op dit
moment nog niet opgenomen in de BIJ-regeling. Wel zijn er enkele terroristische misdrijven
– die aangemerkt zijn als ernstig gewelddelict, zoals moord of gijzeling met een terroristisch
motief – waarbij burgemeesters geïnformeerd worden. Op dit moment wordt er een verbeterplan
voor de BIJ-regeling gemaakt. Bekeken wordt hoe de wens van gemeenten om geïnformeerd
te worden over de terugkeer van personen die veroordeeld zijn voor een terroristische
activiteit hierin kan worden meegenomen.
Vraag 5
Hoe wordt na het terugplaatsen ergens in Nederland van een persoon die eerder verbleef
in een terroristisch grondgebied toegezien op zijn of haar activiteiten in de wijk
en zijn of haar netwerk als geen sprake is van een veroordeling en hoe gebeurt dit
waar dit wel het geval is?
Antwoord 5
Wanneer een persoon terugkeert vindt onder regie van de gemeente in het multidisciplinair
casusoverleg overleg plaats en wordt de aanpak afgestemd. Op welke wijze de betrokken
partijen zicht houden op de persoon in kwestie maakt onderdeel uit van die bespreking
(bv. inzet van de meldplicht vanuit de Twbmt). Verder maken de politie en AIVD een
inschatting van de dreiging, houden hen indien noodzakelijk scherp in beeld en zijn
alert.
Bij een veroordeling kan in uiteenlopende stadia de rechter of het OM bijzondere voorwaarden
opleggen (bijvoorbeeld een contactverbod met iemand uit het oude extremistische netwerk
of een locatieverbod in het geval de ex-gedetineerde in de directe omgeving van slachtoffers
of nabestaande woont of als terugkeer de openbare orde verstoort). Middels het contactverbod
kan een drempel worden opgeworpen tegen terugkeer naar het oude (extremistische) netwerk.
De reclassering houdt hier toezicht op.
Vraag 6 en 7
Hoe lang duren in Nederland gemiddeld deradicaliseringstrajecten met verscherpt toezicht
en op basis van welke criteria en randvoorwaarden en door wie wordt bepaald of een
traject als afgerond kan worden beschouwd?
Is hiervoor een centraal landelijk vastgesteld afwegingskader aanwezig? Zo ja, kunt
u dit delen met de Kamer?
Antwoord 6 en 7
Hiervoor bestaat geen landelijk vastgesteld afwegingskader. De duur van het toezicht
van de reclassering wordt bepaald door de rechter. De duur van een eventueel vrijwillig
deradicaliseringstraject varieert ook per geval. Het multidisciplinaire casusoverleg
monitort deze processen.
Vraag 8
Wie controleert of personen die deelgenomen hebben aan dergelijke trajecten na afronding
ook gederadicaliseerd blijven?
Antwoord 8
In het geval een persoon vrijwillig deelneemt aan een deradicaliseringstraject monitort
het multidisciplinaire casusoverleg het proces en passen indien nodig het plan van
aanpak hierop aan.
Vraag 9
Kunt u aangeven of de gemeente Maastricht een dergelijk traject heeft?
Antwoord 9
De gemeente Maastricht heeft conform het landelijke beleid ook een lokale aanpak radicalisering
met o.a. een multidisciplinair casusoverleg ingeregeld. Binnen deze aanpak kan zij
gebruik maken van alle maatregelen en trajecten.
Vraag 10
Zal de gemeente Maastricht het verbod op gezichtsbedekkende kleding dat binnenkort
van kracht wordt actief gaan handhaven, aangezien uit verschillende bronnen blijkt
dat hier sprake is van het dagelijks dragen van een niqaab?
Antwoord 10
Vanaf augustus 2019 treedt de Wet gedeeltelijk verbod op gezichtsbedekkende kleding
in werking. Dit verbod geldt voor het dragen van gezichtsbedekking in het openbaar
vervoer, het onderwijs, de zorg en in overheidsgebouwen. Het dragen van gezichtsbedekkende
kleding in openbare ruimten blijft ook na 1 augustus 2019 toegestaan. Wanneer iemand
toch gezichtsbedekkende kleding draagt op genoemde locaties waar dit niet is toegestaan,
kan door een medewerker van de locatie worden verzocht om de gezichtsbedekking af
te doen of anders de locatie te verlaten. Daarnaast kan overtreding van het verbod
worden gestraft met een geldboete van de eerste categorie (maximaal 415 euro (in 2019)).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.