Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Laçin en Van Kent over het bericht ‘Reactie Expertise Centrum Asbest & Vezels op de commotie rondom de risico’s van blootstelling aan asbest’
Vragen van de leden Laçin en Van Kent (beiden SP) aan de staatssecretarissen van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Reactie Expertise Centrum Asbest & Vezels op de commotie rondom de risico’s van blootstelling aan asbest» (ingezonden 3 mei 2019).
Antwoord van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede namens de
Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (ontvangen 12 juni 2019).
Vraag 1
Kent u het bericht «Reactie Expertise Centrum Asbest & Vezels op de commotie rondom
de risico’s van blootstelling aan asbest?»1
Antwoord 1
Ja. Ik heb hier ook een afschrift van ontvangen.
Vraag 2
Wat vindt u van de stelling dat het asbestdebat steeds meer over het geld gaat en
steeds minder over gezondheidsrisico’s?
Antwoord 2
Het asbestdebat kent veel verschillende belangen en daarmee dilemma’s. Een voorbeeld
van een zo’n dilemma is dat tussen werknemersbescherming en kosten(beheersing). Dit
gaat over risicogericht werken. De gezondheidsrisico’s staan daarbij juist centraal.
De stelling uit het opiniestuk dat het asbestdebat steeds meer over geld gaat en steeds
minder over de gezondheidsrisico’s herken ik dan ook niet.
Deze stelling is gedaan in de context van het Aedes-rapport. Ik heb eerder aangegeven
dat de risicogerichte insteek uit dit rapport aansluit bij mijn inzet om te komen
tot een zorgvuldig asbestbeleid. Ik heb echter ook een belangrijke kanttekening geplaatst
bij de berekeningen van de kosten die in dit rapport gemaakt zijn. De veiligheid en
gezondheid van de werknemers moeten beschermd zijn: ruimte waar het kan, maar alleen
daar waar het kan. Op de veiligheid en gezondheid van werknemers en omwonenden mag
niet worden ingeleverd. Dat leidt er in de praktijk toe dat er juist steeds meer aandacht
is voor het kwantificeren van de gezondheidsrisico’s.
Voorts hecht ik er aan te benadrukken dat noch ik, noch de Staatssecretaris van Infrastructuur
en Waterstaat, betrokken zijn geweest bij de totstandkoming van dit rapport. Voor
vragen en/of opmerkingen over het rapport moet ik dan ook doorverwijzen naar de opdrachtgevers
of opstellers van het rapport. Dit geldt ook vraag vragen en/of opmerkingen van het
Expertise Centrum Asbest & Vezels.
Vraag 3
Deelt u de mening dat asbest grote gezondheidsrisico’s veroorzaakt en daarom zo snel
mogelijk uit ons milieu verwijderd moet worden?
Antwoord 3
Asbest is een kankerverwekkende stof, dat is mondiaal vastgesteld door de Wereld Gezondheidsorganisatie.
In 2010 heeft de Gezondheidsraad een advies uitgebracht waaruit bleek dat asbest nog
gevaarlijker is dan tot dan toe werd aangenomen. Met dit beleid wil het kabinet bereiken
dat mensen niet onnodig hoog worden blootgesteld aan gevaarlijke asbestvezels. Waar
asbest door blootstelling een risico vormt voor mens en leefomgeving, zoals bij asbestdakbedekking,
moet het daarom zo snel mogelijk gesaneerd worden. Waar het veilig zit en geen risico
vormt, kan het blijven zitten totdat renovatie of sloop alsnog noodzaakt tot verantwoorde
verwijdering.
Vraag 4
Wat vindt u van de berichten dat asbest alleen gevaarlijk zou zijn bij lange en veelvuldige
blootstelling? Bent u bekend met situaties waarin ook bij mensen, die niet lang en
veelvuldig blootgesteld zijn aan asbest, asbest gerelateerde ziektes zoals mesothelioom
is geconstateerd?
Antwoord 4
De mogelijke gezondheidseffecten van blootstelling aan asbest zijn ernstig. Het in
2017 door het RIVM gepubliceerde rapport over de gezondheidseffecten van asbest2 geeft aan, en dat wordt bevestigd door het Expertise Centrum Asbest & Vezels in het
opiniestuk, dat de kans op asbestgerelateerde ziekten toeneemt naarmate de blootstelling
vaker of langer plaatsvindt, oftewel bij het langdurig inademen van hoge concentraties
asbest.
Het komt incidenteel voor dat ook mensen die niet lang en veelvuldig zijn blootgesteld
aan asbest ziek worden. Iedere onnodige blootstelling moet vermeden worden, en daar
is het beleid van mij en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat dan
ook op ingericht.
Vraag 5
Bent u bereid om met het Expertisecentrum Asbest in gesprek te gaan over onder andere
het asbestdakenverbod en certificatie van asbestsaneerders? Zo ja, kunt u informatie
verschaffen over de uitkomsten van de gesprekken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
De Staatssecretaris van IenW en ikzelf zullen op ambtelijk niveau contact leggen met
het Expertise Centrum Asbest & Vezels. Vanuit zowel SZW, als IenW, wordt voortdurend
overleg gevoerd met verschillende partijen uit de asbestsector. Zo is bij de totstandkoming
van mijn beleidsreactie «onderzoek functioneren asbeststelsel»3 gesproken met een groot aantal belanghebbenden. En ook bij de uitvoering van de in
de beleidsreactie aangekondigde maatregelen is stakeholderbetrokkenheid een belangrijk
onderdeel. Dit najaar zal ik uw Kamer informeren over de stand van zaken van de uitvoering
van de beleidsreactie. De betrokkenheid van diverse stakeholders zal ik daarbij meenemen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede namens
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.