Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Wijngaarden en Remco Dijkstra over het bericht ‘Automobilisten hebben lak aan rode kruizen A16’
Vragen van de leden Van Wijngaarden en RemcoDijkstra (beiden VVD) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Automobilisten hebben lak aan rode kruizen A16» (ingezonden 19 maart 2019).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid), mede namens de Minister
van Infrastructuur en Waterstaat (ontvangen 12 juni 2019) Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2018–2019, nr. 2214.
Vraag 1
Kent u het bericht «Automobilisten hebben lak aan rode kruizen A16»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is de status van uw inspanningen om de juridische grondslag te verbreden om dergelijke
automobilisten te beboeten dan wel te vervolgen voor hun rijgedrag en de handhaving
door onder meer weginspecteurs te intensiveren? Wordt dit geregeld in het aangekondigde
wetsvoorstel aanscherping strafrechtelijke aansprakelijkheid ernstige verkeersdelicten?
Zo ja op welke wijze? Zo nee, waarom niet? Bent u bereid deze wijziging alsnog in
het wetsvoorstel op te nemen?
Antwoord 2
Het negeren van een rood kruis is een paar jaar geleden overgebracht van de Wet administratiefrechtelijke
handhaving verkeersvoorschriften naar het strafrecht. Doordat het negeren van een
rood kruis strafrechtelijk wordt afgedaan, kan rekening worden gehouden met recidive
waardoor het mogelijk is om een hogere straf op te leggen. Daarnaast kan, als de bestuurder
door het negeren van een rood kruis gevaar of hinder veroorzaakt, een straf worden
opgelegd op grond van artikel 5 Wegenverkeerswet (WVW). Op overtreding van dit artikel
staat een straf van ten hoogste twee maanden hechtenis of een geldboete van maximaal
de tweede categorie (€ 4.150,–). Met het wetsvoorstel Aanscherping strafrechtelijke
aansprakelijkheid ernstige verkeersdelicten wordt dit strafmaximum verhoogd naar een
hechtenis van ten hoogste zes maanden of een geldboete van de derde categorie (nu
€ 8.300,–). Ook wordt met het wetsvoorstel een nieuwe strafbaarstelling voor zeer
gevaarlijk rijgedrag zonder ernstige gevolgen (artikel 5a WVW) voorgesteld. In het
voorgestelde artikel is een opsomming opgenomen van gedragingen die in ieder geval
als zodanig kunnen worden aangemerkt. Het negeren van een rood kruis maakt hier onderdeel
van uit. Het wetsvoorstel ligt ter behandeling in uw Kamer. Momenteel kan er dus al
streng worden opgetreden tegen het negeren van een rood kruis en met het wetsvoorstel
Aanscherping strafrechtelijke aansprakelijkheid ernstige verkeersdelicten wordt dit
nog strenger.
Vraag 3
Deelt u de opvatting dat urgentie in de aanpak van zogenoemde «verkeershufters» geboden
is, nu blijkt dat rode kruizen in toenemende mate worden genegeerd, hetgeen voor weginspecteurs,
hulpdiensten of mensen met pech gevaarlijke verkeerssituaties oplevert?
Antwoord 3
Ja, wij delen die urgentie. «Verkeershufters» en/of verkeersveelplegers moeten hard
worden aangepakt. Naast het wetsvoorstel Aanscherping strafrechtelijke aansprakelijkheid
ernstige verkeersdelicten dat daaraan zal bijdragen, lopen er verschillende pilots
en ben ik bezig met een wetsvoorstel over de Aanpak van rijden onder invloed dat ook
bepalingen zal bevatten om verkeersveelplegers harder aan te pakken.
In het kader van een strengere aanpak van bestuurders die rode kruizen negeren, zijn
sinds 2015 50 boa’s bij Rijkswaterstaat aangesteld die bevoegd zijn om een bekeuring
uit te schrijven voor roodkruisnegatie. Dit aantal wordt in het kader van het programma
File-aanpak uitgebreid tot 100 in 2020. Hiermee wordt de pakkans fors verhoogd. Naast
de boa’s van Rijkswaterstaat legt ook de politie regelmatig boetes op als rijbanen
zijn afgekruist, bijvoorbeeld vanwege ongevallen. Om de pakkans verder te verhogen,
zijn er door het OM en de politie een aantal pilots gestart om op meer feiten digitaal
te kunnen handhaven. Een van deze pilots ziet op roodkruisnegatie.
Daarnaast worden er ook andere acties genomen om gevaarlijke situaties rond wegwerkzaamheden
en het negeren van rode kruizen tegen te gaan. Rijkswaterstaat heeft langs trajecten
waarvan bekend is dat regelmatig rode kruizen worden genegeerd bebording geplaatst
met een boodschap die gericht is op het tegengaan van dit onwenselijk gedrag van weggebruikers.
Ten slotte loopt er een pilot om te onderzoeken op welke wijze met meer flexibele
handhavingsmiddelen kan worden gecontroleerd op het overschrijden van de maximumsnelheid
bij wegwerkzaamheden en is het handhaven van de maximumsnelheid bij wegwerkzaamheden
een belangrijk item van de politie. De locaties waar wordt gehandhaafd worden in samenspraak
met Rijkswaterstaat bepaald. Ook dit moet bijdragen aan de veiligheid van onder meer
weginspecteurs en personen die wegwerkzaamheden verrichten.
Vraag 4, 5 en 6
Welke mogelijkheden zijn er om lopende inspanningen en pilots te versnellen in het
belang van de verkeersveiligheid?
Bent u bereid op korte termijn een tussentijdse appreciatie naar de Kamer te sturen
van de pilot om buitengewoon opsporingsambtenaren (boa's) als weginspecteurs flitscontroles
te laten uitvoeren?
Bent u in beginsel bereid alle boa-weginspecteurs, nadat zij de daarvoor benodigde
training en instructies hebben gekregen, de bevoegdheid te geven mobiele flitscontroles
te laten uitvoeren? Zo ja, met ingang van wanneer? Zo nee, waarom niet?
Antwoord vragen 4, 5 en 6
Wij begrijpen uw vragen zo, dat deze betrekking hebben op de pilot die ziet op de
digitale handhaving van het negeren van rode kruizen. Deze pilot bestaat uit twee
delen: handhaving met behulp van een vaste camera en handhaving met behulp van een
mobiele opstelling. Ten aanzien van de handhaving met behulp van een mobiele opstelling
is er tussen het OM en Rijkswaterstaat gesproken over de mogelijkheid om door middel
van een camera op auto’s van weginspecteurs te handhaven. Het voordeel van deze variant
is dat de auto’s van weginspecteurs vaak staan bij rijbanen die door middel van een
rood kruis zijn afgesloten. Een nadeel betreft de veilige werkomstandigheden van weginspecteurs/boa’s.
Hulpverleners krijgen in toenemende mate te maken met agressie. Een weginspecteur/boa
zit altijd alleen in de auto. Dat is een reden om terughoudend te zijn met het plaatsen
van handhavingscamera’s op de auto’s van weginspecteurs/boa’s. Een ander groot nadeel
van een op de auto aanwezige handhavingscamera is dat daarmee de primaire rol van
de weginspecteur als hulpverlener in het gedrang komt. Hulpverlening en gastheerschap
staan voor de weginspecteurs voorop en de rol als boa mag niet dominant worden. Weginspecteurs
gaan primair als gastheer/hulpverlener de weg op, en pas op het moment dat ze een
overtreding constateren, kunnen ze als boa optreden. Bij een permanent op de auto
van de weginspecteur aanwezige handhavingscamera verschuift de rol van weginspecteur
van hulpverlener/gastheer naar die van boa terwijl de weginspectie de primaire taak
dient te zijn.
Gelet op de genoemde nadelen geniet het installeren van handhavingscamera’s op de
auto’s van weginspecteurs niet de voorkeur. De pilot met behulp van een mobiele opstelling
is om deze reden niet van start gegaan.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Namens
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.