Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Jasper van Dijk over uitbuiting van arbeidsmigranten
Vragen van Jasper vanDijk (SP) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over uitbuiting van arbeidsmigranten (ingezonden 8 april 2019).
Antwoord van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede namens de
Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 11 juni 2019). Zie
ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 2386.
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht «Nederland doet te weinig voor Poolse werknemers»?1
Antwoord 1
Ik begrijp de reactie van de Poolse ambassadeur goed en ik denk dat hij een terecht
punt maakt. Iedereen in Nederland heeft recht op een eerlijke, gezonde en veilige
woon- en werkplek. Situaties van onderbetaling, onveilige arbeidsomstandigheden en
slechte huisvesting moeten worden aangepakt.
Vraag 2
Is het waar dat de Poolse ambassadeur drie keer bij u heeft aangeklopt over misstanden?
Wat heeft u hiermee gedaan?
Antwoord 2
Ik heb met de Poolse ambassadeur gesproken over de positie van Poolse werknemers in
Nederland. Ik blijf in gesprek met Polen om de situatie van Poolse arbeidsmigranten
te verbeteren.
Vraag 3
Deelt u de mening dat de Inspectie SZW (ISZW) «niet de mensen heeft» om toe te zien
op misstanden? Zo nee, waarom greep de Inspectie dan niet in na een ernstige melding
over een chloorlek in een kas?
Antwoord 3
Nee, die mening deel ik niet. De Inspectie SZW krijgt in deze kabinetsperiode een
fikse uitbreiding. Die is gebaseerd op de afwegingen die zijn neergelegd in het Inspectie
Control Framework2 en waarover in het regeerakkoord besluiten zijn vastgelegd. De versterking van de
Inspectie SZW is bedoeld om de ICF-indicatoren zoals verwoord in de begroting te verbeteren.
Op het terrein van de arbeidsomstandigheden houdt dit onder meer in dat er naar wordt
gestreefd de balans tussen capaciteitsinzet op actieve inspecties en reactieve onderzoeken,
zoals ongevalsonderzoek en meldingen, te herstellen.3
De versterking laat onverlet dat de werkwijze van de Inspectie SZW risicogericht was
en is. Dit betekent dat een melding niet automatisch aanleiding geeft tot onderzoek.
Dit houdt verband met het feit dat in de wettelijke gekozen systematiek de verantwoordelijkheid
voor veilige en gezonde werkomstandigheden bij de werkgever ligt. De beoordeling van
meldingen heeft tot doel de capaciteit zo effectief mogelijk in te zetten op de meest
relevante zaken. Daarbij wordt bezien of een melding een meldingsplichtig ongeval
betreft overeenkomstig wet- en regelgeving, bijvoorbeeld omdat een werknemer blijvend
letsel ondervindt of er sprake is van ziekenhuisopname.
Vraag 4 en 5
Deelt u de volgende oproep van de ambassadeur: «ga gewoon die werkplekken bezoeken
en leg dan boetes op»? Zo ja, hoeveel bezoeken aan bedrijven met veel arbeidsmigranten
gaat de Inspectie SZW komend jaar afleggen?
Is het waar dat de Inspectie SZW achthonderd inspecteurs heeft? Klopt het dat zij
twee aparte aandachtspunten hebben, te weten malafide uitzendbureaus en de agrarische
sector? Kunt u inzicht verschaffen in hun werkwijze? Hoeveel bedrijven bezoeken zij
per jaar? Welke sancties kunnen zij opleggen?
Antwoord 4 en 5
Het is onjuist dat de Inspectie SZW 800 inspecteurs en maar twee aandachtspunten heeft.
Inzicht in de werkwijze van de Inspectie SZW wordt jaarlijks verschaft in de het jaarplan
en jaarverslag. Bijgaand treft u een tabel aan die eerder in een technisch overleg
met uw Kamer, eind 2017, is gebruikt om inzicht te geven welke sancties gegeven kunnen
worden:
De Inspectie SZW houdt risicogericht toezicht op de naleving van de arbeidswetgeving,
zoals de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, de Arbeidstijdenwet en de Arbeidsomstandighedenwet.
Daarmee wil de Inspectie SZW een zo groot mogelijk maatschappelijk effect bereiken.
De Inspectie SZW inspecteert daar waar naar verwachting de risico’s het grootst zijn.
Dit doet de Inspectie SZW in 17 programma’s, waaronder het programma Agrarisch en
Groene sector en het programma Uitzendbureaus.
Afhankelijk van de motieven van de werkgever om relevante wet- en regelgeving wel
of niet na te leven, zet Inspectie SZW op maat gesneden interventies in. Het gaat
bijvoorbeeld om communicatie of zelfinspecties, branchebeïnvloeding en druk op de
keten van bedrijven (opdrachtgevers, -nemers, onderaannemers etc.). Als verschillende
interventies onvoldoende effect hebben en gevallen van notoire overtreders of incidentele
zeer ernstige misstanden zich blijven voordoen, wordt zwaardere handhaving ingezet,
zoals het opleggen van boetes en het stilleggen van werkzaamheden van een bedrijf
met als doel om bij de betrokken bedrijven een gedragsverandering te realiseren. Bestuursrecht
en strafrecht worden gericht ingezet om criminele en ondermijnende activiteiten aan
te pakken. Opsporing wordt ingezet als een strafrechtelijke aanpak het meeste effect
oplevert.
In het regeerakkoord is 50 miljoen euro aan extra middelen vrijgemaakt voor de handhavingsketen
van de Inspectie SZW. De formatie groeit naar circa 1.550 fte in 2022. De versterking
zal voor een groot deel ingezet worden op het thema eerlijk werk, waaronder arbeidsuitbuiting
en onderbetaling. Op dit moment zijn bij de Inspectie SZW circa. 1.250 fte werkzaam.
Zoals in eerdere jaarstukken verwoord, is voor de voortbrenging van het inspectiewerk
een aantal disciplines werkzaam binnen de Inspectie SZW. Het betreft met name inspecteurs,
rechercheurs, analisten, onderzoekers, handhavingsspecialisten, front office medewerkers,
boete opleggers, projectleiders en (personeels)managers.
Mede naar aanleiding van onderzoek van ABD topconsult is in het jaarverslag 2016 een
gedetailleerd overzicht van de disciplines binnen de Inspectie SZW gegeven. De meest
recente versie van dit overzicht, waarin de functieverdeling in 2022 zichtbaar is,
staat in het Meerjarenplan 2019–2022 van de Inspectie SZW en is hieronder afgebeeld.4
In het jaarverslag 2018 is ingegaan op de groei van de Inspectie in 2018. In het jaarplan
2019 is ingegaan op de groei de komende jaren. In de antwoorden op de vragen voor
het WGO rond de jaarverantwoording zal op de getalsmatige ontwikkeling nader worden
ingegaan.
Binnen het domein eerlijk werk (arbeidsuitbuiting en onderbetaling), zijn 1947 inspecties
uitgevoerd zoals gerapporteerd in het jaarverslag 2018.5 De aantallen zijn een uitvloeisel van de programmering en geen doel op zich. De Inspectie
SZW heeft de afgelopen jaren juist geïnvesteerd in risicogestuurd en effectgericht
programmatisch werken. De Inspectie SZW stuurt daarom op het behalen van resultaten
die bijdragen aan gezond, veilig en eerlijk werk en bestaanszekerheid voor iedereen.
Bij de inzet van mensen en middelen zijn afwegingen rondom maatschappelijk effect
ook nu al vaak bepalend. Een bovenmatige focus op kengetallen, zoals aantallen inspecties,
biedt daarom onvoldoende inzicht in de bijdrage van de Inspectie SZW aan het gewenste
maatschappelijk effect.6
Vraag 6
Bent u het eens met de ambassadeur als hij zegt dat «Nederland te maken heeft met
een «parallelle samenleving» van buitenlandse werknemers, die onzichtbaar zijn voor
de meeste Nederlanders?» Deelt u de mening dat maatregelen nodig zijn om hier een
eind aan te maken?
Antwoord 6
Arbeidsmigranten, die seizoenswerk verrichten, verblijven vaak een korte periode in
Nederland om geld te verdienen om vervolgens weer terug naar het land van herkomst
te gaan. Door de focus op werk vindt er weinig interactie met Nederlanders buiten
de werkomgeving plaats. Wat betreft de specifieke groep waar het in het artikel om
gaat, Poolse werknemers, laat het rapport «Bouwend aan een toekomst in Nederland»
(2018) zien dat een grote groep Poolse werknemers zich langdurig in Nederland vestigt.
Het rapport schetst een betrekkelijk gunstig beeld van de sociaaleconomische positie
van deze groep. In de kabinetsreactie van 1 oktober 2018 op dit rapport7 heeft het kabinet onder meer gewezen op inspanningen om de sociaaleconomische positie
van Poolse werknemers te versterken, alsmede het belang van taal om in contact te
komen met Nederlanders. Het kabinet heeft aandacht voor taalontwikkeling en de aanpak
van laaggeletterdheid van zowel burgers voor wie Nederlands de moedertaal is als van
burgers voor wie Nederlands een tweede taal is. Via het actieprogramma «Tel mee met
taal» – en het aanbod volwasseneneducatie van gemeenten – kunnen ook Poolse arbeidsmigranten
werken aan hun Nederlandse taalvaardigheid. Op 18 maart jl. heeft uw Kamer een brief
ontvangen waarin het Kabinet aangeeft dat de aanpak van laaggeletterdheid en taalachterstanden
de komende jaren verder wordt versterkt: in de periode 2020–2024 is hier ruim 425
miljoen euro voor beschikbaar. Dat is ruim € 35 miljoen méér dan in de periode 2015–2019.8
Vraag 7
Erkent u dat arbeidsmigranten niet zelden door uitzendbureaus worden uitgebuit, mede
vanwege hun afhankelijke positie?
Antwoord 7
Uitzendbureaus bieden vaak een combinatie aan van werk, transport en een woning voor
arbeidsmigranten. Hiermee wordt een arbeidsmigrant gefaciliteerd bij komst naar Nederland.
Deze faciliterende rol kan zeker in het begin, bij aankomst in Nederland, arbeidsmigranten
op weg helpen. Een sterke afhankelijkheidsrelatie tussen een arbeidsmigrant en een
uitzendbureau wanneer iemand al langere tijd in Nederland is, acht ik echter niet
wenselijk.
Vraag 9
Bent u bereid een «Meldpunt Arbeidsuitbuiting» in te stellen, zodat arbeidsmigranten
misstanden eenvoudig kunnen melden?
Antwoord 9
Arbeidsmigranten kunnen misstanden nu al telefonisch of online melden bij de Inspectie
SZW. De meldingsformulieren zijn online beschikbaar in het Pools, Bulgaars, Spaans,
Roemeens, Engels en Portugees. Meldingen van arbeidsuitbuiting kunnen eventueel ook
bij Meld Misdaad Anoniem worden gedaan. Ik zie geen toegevoegde waarde in een extra
meldpunt voor arbeidsuitbuiting.
Vraag 10
Wanneer komt uw brief met een reactie op het artikel «Hoe Oost-Europese migranten
worden uitgebuit in Nederland»?9
Antwoord 10
Ik zal voor het zomerreces met een brief komen in reactie op het NRC-artikel.
Vraag 11 en 12
Deelt u de mening dat het onacceptabel is dat er in Nederland bedrijven zijn die willens
en wetens profiteren van de diensten van malafide uitzendbureaus?
Gaat u maatregelen nemen tegen genoemde bedrijven? Zo ja, wanneer? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 11 en 12
Ik vind het onacceptabel dat er bedrijven zijn die bewust profiteren van de diensten
van malafide uitzenders. De Inspectie SZW controleert daarom niet alleen de malafide
uitzendbureaus, maar gaat ook langs bij de inleners waar uitzendkrachten werkzaam
zijn.
De Inspectie SZW heeft een intensieve aanpak op malafide uitzendbureaus. Daarnaast
kan de Inspectie SZW verzocht worden onderzoek te doen naar de naleving van de Wet
allocatie arbeid door intermediairs (Waadi) als het vermoeden bestaat dat de ter beschikking
gestelde arbeidskracht niet de beloning zoals die geldt bij de inlener ontvangt conform
artikel 8 Waadi. Met het onderzoeksresultaat kunnen sociale partners vervolgstappen
ondernemen om naleving af te dwingen.
Met de invoering van ketenaansprakelijkheid voor loon, per 1 juli 2015, is het voorts
mogelijk geworden bij onderbetaling tegelijkertijd de werkgever en diens opdrachtgever
hoofdelijk aansprakelijk te stellen voor de voldoening van het achterstallige loon.
Wanneer de loonvordering bij genoemde partijen niet kan worden geëffectueerd, kan
de werknemer naar alle volgende schakels in een opdrachtketen gaan. Uiteindelijk kan
hij de hoofdopdrachtgever aansprakelijk stellen voor de voldoening van het achterstallige
loon.
Vraag 15
Wanneer gaat u handhaven op het bedrijf Efficient at Work, dat nog steeds werkt met
de omstreden sloten op de thermostaat inclusief bijbehorende boetes (zie eerdere Kamervragen
van 16 november 2017)10?
Antwoord 15
Ik kan mij niet uitlaten over de vraag of de Inspectie SZW in specifieke gevallen
onderzoek doet. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor huisvesting. De Inspectie SZW
is verantwoordelijk voor het toezicht en de handhaving van de arbeidswetten. Indien
de Inspectie SZW signalen ontvangt dat sprake is van misstanden, bijvoorbeeld ten
aanzien van slechte huisvesting, worden deze signalen gedeeld met de betreffende gemeente.
Zoals ik in mijn eerdere brief11 heb aangegeven kunnen controles van de Inspectie SZW het gevolg hebben dat de gemeente
met het uitzendbureau in gesprek gaat zodat passende maatregelen genomen kunnen worden.
Indien gemeenten een vermoeden hebben van arbeidsuitbuiting en/of ernstige benadeling
van werknemers, kunnen zij dit melden bij de Inspectie SZW. De Inspectie SZW kan vervolgens
besluiten om in het kader van haar risicogerichte aanpak een nader onderzoek in te
stellen.
Vraag 16
Wat vindt u van de nogal willekeurige boetes aan arbeidsmigranten, onder andere door
uitzendbureaus Voorne Putten en Axidus, bijvoorbeeld voor het niet opruimen van een
kamer?
Antwoord 16
Er van uitgaande dat het uitzendbureau tevens ook de verhuurder is, is het voor verhuurders
toegestaan om in hun huurcontracten dan wel in de algemene voorwaarden bij de huurcontracten
boetebepalingen op te nemen voor het geval een huurder bepaalde afspraken omtrent
«huisregels» niet nakomt. De hoogte van de boete hoeft niet gelijk te zijn aan de
gemaakte kosten. De huurder tekent hier bij het aangaan van de huurovereenkomst voor.
Uiteraard dienen de regels redelijk te zijn, en is het aan de rechter om dit te beoordelen.
Indien er in de huurovereenkomst geen afspraken zijn gemaakt mag de verhuurder geen
boete uitdelen.
Vraag 17
Wanneer gaat u boetes opleggen aan deze uitzendbureaus in plaats van dat zij ongeoorloofde
boetes opleggen aan hun mensen?
Antwoord 17
Afhankelijk van de motieven van de werkgever om relevante wet- en regelgeving wel
of niet na te leven zet Inspectie SZW op maat gesneden interventies in. Een boete
opleggen is één van de mogelijkheden van de Inspectie SZW. Indien uit de feiten en
omstandigheden van een onderzoek blijkt dat een werkgever boetes inhoudt of verrekent
met het Wml, dan treedt de Inspectie SZW op. Over de vraag of er in specifieke gevallen
boetes zijn opgelegd kan ik geen uitspraken doen.
Op de website www.inspectieresultatenszw.nl is een overzicht te vinden van bedrijven die sinds 1 januari 2016 zijn geïnspecteerd
door de Inspectie SZW op de wetgeving WAV, Wml en WAADI. Per bedrijf wordt onder andere
aangegeven op welke wetten gecontroleerd is, op welke locatie de inspectie is uitgevoerd,
en of er wel of geen overtredingen zijn geconstateerd.
Vraag 18
Wat onderneemt u tegen de enorme huurprijzen, bijvoorbeeld van 3.200 euro per maand
voor een vijfkamerwoning?
Antwoord 18
Het tekort op de woningmarkt leidt tot hogere huurprijzen, specifiek in de vrije sector
waar huurprijzen niet zijn gereguleerd. Genoemde prijs lijkt echter niet alleen de
schaarste als oorzaak te hebben, maar ook als exces bestempeld te kunnen worden. Dat
vind ik onwenselijk.
Op regionaal en lokaal niveau hebben gemeenten en de provincie het voortouw om te
zorgen voor voldoende woningaanbod dat aansluit bij de behoefte. Op landelijk niveau
werkt de Minister van BZK met betrokken partijen aan het vergroten van de woningvoorraad.
Dat gebeurt onder meer via de acties uit de Nationale woonagenda 2018–2021. Daarnaast
beoogt de Minister van BZK om dit voorjaar woondeals te sluiten met de regio’s met
de grootste druk op de woningmarkt en waar de bouwopgave het grootst is. Onderdeel
van die woondeals zijn de bouwopgave en de aanpak van de krapte op de woningmarkt.
Daarnaast kunnen huurders hun huur laten toetsen bij de Huurcommissie. In de vrije
sector kan dit de eerste zes maanden en wordt vervolgens gecontroleerd of er terecht
een geliberaliseerde huur wordt gevraagd. De Huurcommissie doet een uitspraak over
de aanvangshuur. Indien zij oordeelt dat de huurprijs in het gereguleerde segment
valt, moet de moet de huur naar beneden worden gebracht.
Vraag 19 en 20
Hoe rijmt u werkdagen van 16 uur per dag, bij drie graden celsius, met fatsoenlijke
arbeidsomstandigheden?
Begrijpt u dat mensen deze wantoestanden als moderne slavernij bestempelen? Hoe kunt
u als verantwoordelijk Minister nog rustig slapen?
Antwoord 19 en 20
De genoemde wantoestanden en erbarmelijke arbeidsomstandigheden baren mij zorgen.
Daarom gaat er ook structureel meer geld naar de Inspectie SZW om wantoestanden op
te sporen en aan te pakken.
Vraag 8, 13, 14 en 21
Wat onderneemt u om een eind te maken aan de slechte behandeling van arbeidsmigranten?
Bent u bereid een vergunningsplicht voor uitzendbureaus in te voeren, zodat malafide
uitzendbureaus geweerd kunnen worden?
Erkent u dat zelfregulering en keurmerken niet functioneren, aangezien malafide uitzendbureaus
erin slagen om zichzelf aangesloten te houden?
Deelt u de mening dat malafide bedrijven, door een totaal gebrek aan handhaving, wegkomen
met de beschreven wantoestanden?
Indien u geen vergunningenstelsel voor uitzendbureaus wilt invoeren, hoe gaat u dan
een eind maken aan deze schaamteloze uitbuiting?
Antwoord 8, 13, 14 en 21
De vergunningplicht voor uitzendbureaus is in 1998 afgeschaft, omdat bleek dat ook
een vergunningstelsel malafiditeit niet kon voorkomen, terwijl het wel veel administratieve
lasten voor bedrijven en de overheid tot gevolg had. Het huidige private keurmerk
(SNA) omvat een publiek-private samenwerking, waardoor Inspectie SZW en Belastingdienst
signalen krijgen van SNA en SNCU, die Inspectie SZW en Belastingdienst helpen bij
de handhaving.
De Inspectie SZW controleert op de naleving van arbeidswetten en zet o.a. in op de
aanpak van arbeidsuitbuiting en malafide uitzendbureaus. Het kabinet heeft 50,5 miljoen
euro per jaar vrijgemaakt voor versterking van de handhavingsketen van de Inspectie
SZW.
In de brief met een reactie op het artikel «Hoe Oost-Europese migranten worden uitgebuit
in Nederland» zal ik verder ingaan in de maatregelen die we ondernemen om misstanden
rondom arbeidsmigranten aan te pakken.
Vraag 22
Wat onderneemt u richting gemeenten om ervoor te zorgen dat er dusdanig wordt gecontroleerd
dat aan deze misstanden een eind komt?
Antwoord 22
Gemeenten hebben verschillende mogelijkheden om de huisvestingssituatie van arbeidsmigranten
te controleren. Bouw- en woningtoezicht kan controleren op de kwaliteit van de woning
op basis van het Bouwbesluit. Samen met mijn collega van BZK ondersteun ik lokale
partijen door kennis te delen over het op een goede, kwalitatieve manier huisvesten
van deze groep werknemers die in het land wordt opgedaan. Tegelijkertijd onderzoekt
de Minister van BZK met gemeenten en sectorpartijen van de aanpak Goed Verhuurderschap
welke gerichte acties of aanvullingen in wet- en regelgeving verder wenselijk en noodzakelijk
zijn om Goed Verhuurderschap te stimuleren en huisjesmelkers aan te pakken.
Vraag 23
Wat onderneemt u om zicht te krijgen op «spookmigranten» die wel ergens wonen, maar
nergens staan ingeschreven?
Antwoord 23
Over de problematiek van registratie van arbeidsmigranten in de Basisregistratie Personen
ben ik in overleg met het Ministerie van BZK.
Vraag 24
Bent u bereid om de in het artikel genoemde uitzendbureaus te onderzoeken, inclusief
onaangekondigde inspectiebezoeken?
Antwoord 24
Zoals reeds eerder opgemerkt houdt de Inspectie SZW risicogericht toezicht op de naleving
van de arbeidswetgeving. Dit doet zij op eigen initiatief en naar aanleiding van meldingen.
Eventuele inspecties worden in beginsel altijd onaangekondigd verricht.
Vraag 25
Bent u bereid om arbeidsmigratie veel beter te reguleren, conform het Actieplan Arbeidsmigratie
van de SP?
Antwoord 25
Arbeidsmigranten leveren een belangrijke bijdrage aan onze economie en hebben het
recht om in Nederland te wonen en te werken onder fatsoenlijke omstandigheden. In
de brief die ik voor het zomerreces naar uw Kamer stuur zal ik ook aandacht besteden
aan punten die worden genoemd in het Actieplan Arbeidsmigratie van de SP.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede namens
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.