Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Ploumen over het bericht ‘Vijf jaar na de grote ontvoering door Boko Haram, zijn nog 112 schoolmeisjes niet vrij’
Vragen van het lid Ploumen (PvdA) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het bericht «Vijf jaar na de grote ontvoering door Boko Haram, zijn nog 112 schoolmeisjes niet vrij» (ingezonden 3 mei 2019).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) en van Minister Kaag (Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingssamenwerking) (ontvangen 11 juni 2019).
Vraag 1
Kunt u in aanvulling op de antwoorden op Kamervragen over het bericht «Vijf jaar na
de grote ontvoering door Boko Haram, zijn nog 112 schoolmeisjes niet vrij» toelichten
waarom u zelf geen concreet voorstel heeft gedaan, al dan niet in multilateraal verband,
aan de Nigeriaanse overheid in de zoektocht naar de nog altijd vermiste meisjes?1
Antwoord 1
De Nederlandse overheid heeft de afgelopen jaren meermalen contact gehad met de Nigeriaanse
autoriteiten over deze schrijnende kwestie en andere ontvoeringen door Boko Haram.
Daarbij is aangegeven dat Nederland bereid is om desgevraagd bij te dragen aan de
zoektocht. Tot op heden heeft Nigeria geen concreet verzoek aan Nederland gedaan.
Vraag 2
Ziet u mogelijkheden waarop u de getraumatiseerde meisjes zou kunnen ondersteunen
in hun herstel? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke mogelijkheden ziet u?
Antwoord 2
Hoewel niet specifiek gericht op de vrijgelaten schoolmeisjes, geeft Nederland reeds
psychologische en psychosociale hulpverlening aan slachtoffers van Boko Haram, vooral
vrouwen en meisjes, in Borno State, waar de 112 schoolmeisjes vandaan komen. Onder
moeilijke omstandigheden worden met Nederlandse financiering duizenden slachtoffers
per jaar geholpen, waarbij ook de re-integratie binnen hun oorspronkelijke gemeenschappen
wordt bevorderd.
Vraag 3
Kunt u laten weten of de satellietbeelden ook met de Nigeriaanse overheid zijn gedeeld?
Zo nee, heeft u bij de landen die beschikken over de satellietbeelden aangedrongen
op het delen daarvan? Zo ja, is het alleen bij het delen van de beelden gebleven of
is er bij het delen van de satellietbeelden ook duiding gegeven?
Antwoord 3
Dit is een zaak tussen derde landen en Nigeria, waar Nederland niet bij betrokken
is. Daarover kan Nederland daarom geen uitspraken doen, maar er is geen reden om te
twijfelen aan oprechtheid van de aankondigingen door verschillende landen dat zij
satellietbeelden ter beschikking zouden gaan stellen.
Vraag 4
Welke andere voorstellen voor hulp of ondersteuning zijn er gedaan door de meerdere
landen die aangekondigd hebben Nigeria te ondersteunen? Om welke landen gaat het?
Heeft u overleg gehad met uw collega’s om te bezien of er een gezamenlijk aanbod aan
de Nigeriaanse overheid kan worden gedaan om de meisjes terug te vinden? Zo nee, waarom
niet? Zo ja, wat was de reactie van de Nigeriaanse overheid?
Antwoord 4
Verschillende landen, waaronder Canada, hebben aangekondigd de zoektocht te gaan ondersteunen.
Het is aan die landen om uitspraken te doen over de omvang of het karakter van deze
steun. Zowel in EU- als in VN-verband is vaak gesproken over de situatie in Noordoost-Nigeria,
alsook specifiek over de ontvoering van deze schoolmeisjes. Daarbij is ook aangeboden
om de Nigeriaanse overheid te ondersteunen. De Nigeriaanse autoriteiten hebben echter
tot op heden geen verzoek tot ondersteuning bij de zoektocht gedaan.
Vraag 5
Vindt u het tegen de achtergrond van de recente ontwikkelingen in de VN om seksueel
geweld tegen vrouwen en meisjes tegen te gaan passend om hieraan extra veel aandacht
te besteden? Zo ja, waaruit bestaat de extra inzet die u, al dan niet in multilateraal
verband, op dit onderwerp pleegt?
Antwoord 5
De regering zet op verschillende wijzen in op het bestrijden van seksueel geweld tegen
vrouwen en meisjes in Nigeria. Zo financiert Nederlands via Funding Leadership Opportunities
for Women een programma van Women for Women International, dat zich richt op het tegengaan
van geweld tegen vrouwen en meisjes in Plateau State. Ook financiert Nederland sinds
2018 projecten in Nigeria van het International Medical Corps en het International
Rescue Committee die zich richten op dit thema. Via het Leading From the South programma
financiert Nederland het Girls» Power Initiative (GPI), dat zich specifiek richt op
het tegengaan van seksueel geweld tegen vrouwen en meisjes.
In multilateraal verband verleent Nederland ongeoormerkte financiering aan zowel UNFPA
als het UN Trust Fund to End Violence against Women, die beiden projecten op dit thema
financieren in Nigeria.
Vraag 6
Bent u bereid om met gelijkgezinde landen expertise en hulp aan de getraumatiseerde
meisjes te verlenen? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Zoals genoemd in mijn antwoord op vraag 2 geeft Nederland reeds psychologische en
psychosociale hulpverlening aan duizenden slachtoffers van Boko Haram, vooral vrouwen
en meisjes. Deze hulpverlening is niet specifiek gericht op de meisjes die in het
nieuws zijn gekomen, maar heeft tot doel zo veel mogelijk slachtoffers te helpen.
Ook in VN-verband geeft de regering samen met gelijkgezinde landen steun aan hulpverlening
aan vrouwen en meisjes die getraumatiseerd zijn door geweld.
Vraag 7
Heeft u tijdens uw bezoek aan Nigeria aandacht besteed aan deze kwestie? Zo nee, waarom
niet? Zo ja, wat is de uitkomst hiervan geweest?
Antwoord 7
Tijdens het bezoek in oktober 2018 van de Minister van Buitenlandse Zaken aan Nigeria
werd met verschillende gesprekspartners, waaronder met Minister van Buitenlandse Zaken
Onyeama, gesproken over de situatie in het Noordoosten. Gedurende dit bezoek is ook
gesproken met vooraanstaande organisaties uit het maatschappelijk middenveld. De Minister
van Buitenlandse Zaken zette tijdens die bijeenkomst uiteen op welke wijze Nederland
reeds bijdraagt aan het verbeteren van de situatie in het Noordoosten met humanitaire
en psychosociale hulp, met name voor vrouwen, meisjes en kleine kinderen, en met initiatieven
om gemeenschappen weerbaarder te maken tegen gewelddadig extremisme. Nederland zoekt
daarbij de samenwerking met lokale organisaties.
Vraag 8
Heeft u contact gehad met niet-gouvernementele organisaties ter plaatse, zoals Unicef
of het Rode Kruis, om de vermissing van de schoolmeisjes en de mogelijkheden van hulp
voor de getraumatiseerde meisjes te bespreken? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke mogelijkheden
zien zij voor u om een actieve bijdrage te leveren aan het terughalen van de nog altijd
vermiste meisjes?
Antwoord 8
Nederland staat hierover in contact met meerdere organisaties, inclusief UNICEF en
het Internationale Rode Kruis. Over de bevrijding van de vermiste meisjes worden geen
mededelingen gedaan door de genoemde organisaties, áls zij al van een eventuele bevrijdingsactie
op de hoogte worden gebracht door de Nigeriaanse regering.
Vraag 9
Heeft u contact gehad met Nigeriaanse activisten die zich al jarenlang inzetten voor
de rechten van meisjes in hun land? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat heeft dit opgeleverd?
Antwoord 9
Nederland staat al jaren in contact, ook deze regering, met lokale organisaties die
zich inzetten om de aandacht voor de ontvoerde meisjes niet te laten verslappen, zoals
BringBackOurGirls. Dit heeft er mede toe geleid dat ook in tal van landen, waaronder
in Nederland, actie gevoerd is om de aandacht te blijven vestigen op het lot van de
meisjes.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.