Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kerstens over woonvormen voor dementerenden
Vragen van het lid Kerstens (PvdA) aan de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over woonvormen voor dementerenden (ingezonden 10 mei 2019).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede namens de
Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelatie (ontvangen 4 juni 2019)
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Woningcorporaties willen regie bij familie
dementerenden»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Deelt u de mening dat het creëren van seniorenwoningen momenteel van belang is vanwege
het tekort aan gepaste woonvormen voor senioren, dat door de Algemene Nederlandse
Bond voor Ouderen (ANBO) wordt geschat op 80.000?2
Welke stappen worden momenteel genomen om het aantal woningen voor senioren te laten
stijgen?
Antwoord 2 en 3
Met de Woonagenda (BZK) en het Programma Langer thuis (VWS) wordt gewerkt aan meer
aanbod van woningen, waaronder voor ouderen, en dat ouderen conform hun wensen kunnen
(blijven) wonen. Gemeenten worden gestimuleerd om de opgave met betrekking tot wonen
en zorg voor ouderen in beeld te brengen en een plan te maken om er voor te zorgen
dat mensen niet ongeschikt komen te wonen. Daarnaast wordt ingezet op een toename
van het aantal nieuwe woonvormen. Hiertoe is er onder meer een kennisprogramma samen
met de G40 om gemeenten te helpen om de opgave in beeld te brengen en te kijken welke
voorzieningen in een wijk nodig zijn, is er een ondersteuningsteam om gemeenten te
helpen, een stimuleringsregeling wonen en zorg om bewonersinitiatieven en sociale
ondernemers te helpen bij de financiering van hun initiatief en een kennisprogramma
dat helpt bij mogelijke problemen bij het opzetten van nieuwe wooninitiatieven. Daarnaast
zijn tien gemeenten gestart met een pilot logeerzorg om mantelzorgers te ontlasten.
Door logeerzorg kunnen ouderen die thuis zorg krijgen van bijvoorbeeld een partner
tijdelijk in een zorginstelling «logeren» zodat de mantelzorger even op adem kan komen.
Hierdoor is de zorg voor hun naaste beter vol te houden. Zodat de oudere zo lang mogelijk
met een goede kwaliteit van leven thuis kan wonen.
Vraag 4
Bent u bereid de initiatieven zoals beschreven in de Aedes Vernieuwingsagenda Wonen
en Zorg te stimuleren?3 Zo ja, hoe?
Antwoord 4
Vanuit het programma Langer thuis zijn er diverse mogelijkheden voor ondersteuning.4 Afhankelijk van de vormgeving van de initiatieven kunnen de in de Vernieuwingsagenda
genoemde initiatieven hier ook voor in aanmerking komen.
Vraag 5
Bent u bereid lessen te trekken uit hoe buitenlandse overheden (bijvoorbeeld Duitsland)
gepaste woonvormen verzorgen voor dementerenden en deze toe te passen? Zo neen, waarom
niet?
Antwoord 5
Ik ben altijd bereid te leren van voorbeelden uit binnen- en buitenland. Het is wel
zo dat de overheid de totstandkoming hiervan niet zelf ter hand neemt.
Vraag 6
Zijn deze signalen voldoende aanleiding om (minder vrijblijvende) afspraken te maken
met gemeenten ter stimulering van gepaste woonvormen voor senioren?
Antwoord 6
De opgave die er is op de woningmarkt en de vergrijzing zijn aanleiding geweest voor
de Woonagenda en het Programma Langer thuis. Binnen de Woonagenda en het programma
Langer thuis wordt al uitgebreid samengewerkt met corporaties en gemeenten aan deze
opgave.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede namens
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.