Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Lodders en Van Haga over de gevolgen van Braziliaans landbouwbeleid voor Nederland
Vragen van de leden Lodders en Van Haga (beiden VVD) aan de Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de gevolgen van Braziliaans landbouwbeleid voor Nederland (ingezonden 6 mei 2019).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit), mede namens
de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (ontvangen 3 juni
2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Schade landbouwbeleid Bolsonaro «nu al onomkeerbaar»»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u de in dit artikel geschetste feiten?
Antwoord 2
De ontwikkelingen die in het artikel worden geschetst zijn inderdaad zorgwekkend,
al geeft het artikel niet het volledige beeld en worden feiten selectief en soms niet
helemaal juist weergegeven. Zo variëren de cijfers m.b.t. ontbossing per maand (er
wordt soms ook een afname geregistreerd), maar de trend van de afgelopen paar jaar
is ontegenzeggelijk negatief.
Er heeft inderdaad in eerste instantie een herschikking van verantwoordelijkheden
binnen de Braziliaanse overheid plaatsgevonden, waarbij veel taken op het gebied van
landgebruik en -rechten bij het Ministerie van Landbouw zijn geconcentreerd. Het is
echter nog niet helemaal duidelijk hoe dit ministerie deze verantwoordelijkheden precies
zal invullen. De Fundação Nacional do Índio (FUNAI), de organisatie voor de inheemse
bevolking, werd overigens niet onder Landbouw geplaatst, alleen het mandaat om inheemse
gebieden af te bakenen werd aan Landbouw overgedragen. Inmiddels is er een parlementair
proces gaande om dit mogelijk weer terug te draaien. Dat proces zullen wij nauwlettend
volgen.
De geleidelijke ontmanteling van het Ministerie van Milieu en de verdere bezuiniging
op het Instituto Brasileiro do Meio Ambiente e dos Recursos Naturais Renováveis (IBAMA), het agentschap dat onder dat ministerie ressorteert en toezicht moet houden
op de naleving van milieuregels, is inderdaad zorgwekkend. Zo wordt de toch al beperkte
capaciteit van de overheid op dit terrein nog verder uitgehold en kan de grootschalige
illegale ontbossing die o.a. in de Amazone plaatsvindt niet effectief worden tegengegaan.
Dit proces is ingezet onder de regering van de vorige president Temer en wordt nu
voortgezet. De uitspraken van president Bolsonaro en sommige van zijn ministers scheppen
een klimaat waarbinnen het goede beleid van eerdere regeringen en de op papier sterke
Braziliaanse boswet verder ondermijnd dreigen te worden.
Nederland is de dialoog met de Braziliaanse overheid op het gebied van landbouw en
klimaat aan het intensiveren, om aan de ene kant onze zorgen over te brengen, maar
ook om samen met Brazilië te onderzoeken hoe kan worden samengewerkt om de doelen
van economische ontwikkeling, verhoging en verduurzaming van de landbouwproductie,
naleving van mensenrechten en behoud van extreem waardevolle bossen en biodiversiteit
in de Amazone (en daarbuiten) te bereiken. Nederland en de EU hebben Brazilië op dit
terrein veel te bieden, bijvoorbeeld op het gebied van kennis en technologie, maar
ook als belangrijke handelspartner. In dit kader probeert Nederland ook zoveel mogelijk
met Europese partners op te trekken.
Vraag 3
Hebt u namens Nederland stappen gezet om deze situatie in Europees verband, bijvoorbeeld
bij een Landbouw- en Visserijraad of en marge van de Mercosur-onderhandelingen, aan
de kaak te stellen? Zo ja, met welke resultaten? Zo nee, waarom niet en bent u bereid
dit bij de eerstvolgende gelegenheid te doen?
Antwoord 3
De Landbouwraad in mei was de eerste keer na de presidentsverkiezingen van Brazilië
dat in de Landbouwraad de stand van zaken bij handelsakkoorden, waaronder Mercosur,
besproken werd. Bij dit agendapunt heeft Nederland aangeven te hechten aan het vasthouden
aan de Europese standaarden voor bescherming van mens, dier, plant en milieu en een
gelijk speelveld. Nederland heeft eerder in de Landbouwraad t.a.v. de Mercosur onderhandelingen
ook gewezen op bijzondere aandacht voor duurzaamheid. Bij de landbouwraad van 14 mei
heeft Nederland dit nogmaals benadrukt en de Commissaris gevraagd welke gevolgen de
ontwikkelingen in Brazilië m.b.t. het landbouwbeleid hebben voor de onderhandelingen,
in het bijzonder voor het duurzaamheidshoofdstuk.
Bij het Trade Policy Committee heeft Nederland steun uitgesproken voor de inzet van
de Europese Commissie om te komen tot ambitieuze bepalingen in het handelsakkoord
met Mercosur voor mens, milieu en dier. Nederland zal het belang hiervan blijven benadrukken.
Vraag 4
Wat vindt u ervan dat Nederlandse boeren en tuinders geconfronteerd worden met steeds
strengere regels maar dat in Brazilië recent het besluit genomen is om 120 chemicaliën
toe te staan die in Nederland en de EU verboden zijn?
Antwoord 4
De toelating van stoffen en middelen is een verantwoordelijkheid van het land waar
een middel wordt toegepast.
Als een stof op Europees niveau niet is goedgekeurd als werkzame stof in gewasbeschermingsmiddelen,
geldt in de Europese Unie dat residuen van de stof niet aantoonbaar mogen zijn in
dat gewas. Als gebruik in een derde land wél is toegestaan, heeft een belanghebbende
in dat land de mogelijkheid een hogere MRL (een zogenaamde «invoertolerantie»») aan
te vragen. Deze invoertolerantie wordt verleend als uit een risicobeoordeling blijkt
dat voedsel en diervoeder ook met een hogere MRL veilig is voor consumptie.
Vraag 5
Kunt u een overzicht verschaffen van de 120 chemicaliën (werkzame stoffen) die recent
in Brazilië zijn toegelaten binnen de landbouw en de beoordelingen van de Europese
Autoriteit voor Voedselveiligheid van deze chemicaliën? Zo nee, bent u bereid om deze
informatie via de ambassade te achterhalen?
Vraag 6
Wat vindt u ervan dat in Nederlandse schappen producten liggen die in Brazilië onder
veel minder strenge voorwaarden zijn geproduceerd en waar bovendien chemicaliën aan
te pas zijn gekomen die allang in Nederland en de EU verboden zijn?
Antwoord 6
Ik verwijs u naar mijn het antwoord op vraag 4.
Vraag 7
Vinden er extra controles plaats op residuen van chemicaliën van voedsel uit Brazilië?
Zo nee, waarom niet? Zo ja, per wanneer zijn deze controles opgevoerd en kunt u de
resultaten delen met de Kamer?
Antwoord 7
Voor plantaardige producten geldt dat residuonderzoek in onderzoeksprogramma’s is
opgenomen. Ten eerste maken importcontroles deel uit van het EU–coordinated control programme (EUCP), waarmee de Europese landen een gecoördineerde monitoring van producten op
gewasbeschermingsmiddelen uitvoeren. Resultaten van dit programma worden jaarlijks
door de European Food Safety Authority (EFSA) gepubliceerd. Het laatste rapport (https://efsa.onlinelibrary.wiley.com/doi/full/10.2903/j.efsa.2018.5348) bevat de gegevens uit 2016; in dat jaar bleek 7,2% van de onderzochte producten
uit Brazilië de MRL voor een van de onderzochte stoffen te overschrijden. In 2017
zijn blijkens cijfers van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) in Nederland
in totaal 111 Braziliaanse producten onderzocht; hiervan overschreed 5,4% de gestelde
MRL. Dit komt overeen met het gemiddelde beeld van importproducten uit derde landen;
de resultaten geven geen aanleiding om extra controles op Braziliaanse producten uit
te voeren. Aangezien de cijfers uit 2016 stammen zijn deze overigens niet bruikbaar
om een effect te meten van een mogelijke recente toelating van in de EU verboden middelen.
De laatste signaleringen over Braziliaanse producten in het Europese waarschuwingssysteem
Rapid Alert System for Food and Feed (RASFF) stammen uit 2016; ook hieruit blijkt
geen recent probleem.
Daarnaast worden meer uitgebreide onderzoeken op importproducten op basis van de Europese
Verordening 669/2009 uitgevoerd. Dit betreft bepaalde producten uit derde landen die
vaker een normoverschrijding te zien geven. Op dit moment staan er geen Braziliaanse
producten op de lijst voor verzwaarde controle op chemische stoffen.
Zodra er signalen zijn dat Braziliaanse producten verboden stoffen zouden kunnen bevatten,
kan dat een reden zijn om het EU–coordinated control programme aan te passen of om de betreffende producten op de lijst van Verordening 66/2009
op te nemen.
Vraag 8
Herinnert u zich dat u de Nederlandse boeren (in tegenstelling tot een aantal andere
Europese landen) geen ontheffing hebt verleend om de suikerbietenplanten op een innovatieve
manier (gecoat zaad) te beschermen met een middel dat de jonge plantjes beschermt
tegen luizen en kevertjes? Zo ja, hoe kijkt u terug op dit besluit in relatie tot
de invoer van suiker uit Brazilië en de in het eerder genoemde artikel verschafte
informatie?
Antwoord 8
U bent middels de brief aan uw Kamer geïnformeerd over de beslissing van het Kabinet
om geen tijdelijke vrijstelling te verlenen voor het gewasbeschermingsmiddel Cruiser
SB (Kamerstuk 27 585, nr. 443). De hier achterliggende inperking van het gebruik van neonicotinoiden is daarnaast
niet ingesteld vanwege een risico voor de volksgezondheid, maar vanwege de risico’s
van de stof voor het milieu, in het bijzonder de bijen. Het kabinet staat hier nog
steeds achter. De toelating van stoffen en middelen is verder een verantwoordelijkheid
van het land waar een middel wordt toegepast.
U bent op 19 april 2019 geïnformeerd over het feit dat het kabinet recent tijdelijke
vrijstelling heeft verleend voor een alternatief gewasbeschermingsmiddel tegen de
bietenvlieg in de teelt van suikerbieten (Kamerstuk 27 858, nr. 454). Hiermee krijgen telers gedurende een korte periode de mogelijkheid om de bietenvlieg
in de teelt van suikerbieten te bestrijden. Op lange termijn moeten door innovatie
op het gebied van weerbare teeltsystemen, maatregelen en laag-risicomiddelen alternatieve
vormen van bescherming tegen plagen in de teelt van suikerbieten beschikbaar komen.
In het uitvoeringsprogramma van de «Toekomstvisie gewasbescherming 2030» zal hier
verdere aandacht aan worden gegeven.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Mede namens
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.